Erik Dolstra (DLF): 'Het begint met de keuze van de juiste genetica'

ARTIKEL

MARKT & ACTUEEL

Wijnand Meijboom, woensdag 9 april 2025

156 sec

Gras is gras, dat is nog steeds een veelvoorkomende gedachte in de amateursportwereld. Maar niks is minder waar, weet uiteraard Erik Dolstra, sportveldgrassenspecialist van DLF. Hij pleit er dan ook voor om vaker op het NAK-label te kijken naar het Oranjeband-logo van een zak graszaad, en vervolgens in de Grasgids de kwaliteit van de grassoort te checken. 'Wie een goede kwaliteit gebruikt in combinatie met het juiste onderhoud, creëert een goede grasmat. Het begint altijd met de keuze van de juiste genetica.'

DLF scoort met veel van zijn grassoorten hoog in de Grasgids. 'Probeer het en ervaar het zelf', zegt Dolstra. Hij weet dat velen nog nooit van de Grasgids gehoord hebben. 'Bij een presentatie steken maar weinig mensen hun vinger op als ik hiernaar vraag. Het is natuurlijk wel superbelangrijk om te weten wat je in de grond stopt en wat de eigenschappen van dat gras zijn.' Vaak wordt door onwetendheid gekozen voor traditionele mengsels met oude rassen. Volgens Dolstra is het belangrijk om goed te kijken naar de samenstelling van een herstelmengsel. 'Veel mengsels bevatten Westerwolds raaigras, omdat dit razendsnel kiemt en kale plekken snel opvult. Maar deze soort is eenjarig en scoort minder goed op betreding en droogtetolerantie.' Zijn advies: weet wat je zaait, en kies voor een duurzame oplossing met bijvoorbeeld tetraploïde Engels raaigras. 'Dit kiemt ook snel en bij lage temperaturen, maar wortelt sterker, is meerjarig en beter bestand tegen droogte. Daarmee investeer je in een grasmat die langer meegaat.'

'Je moet zuinig zijn met het toedienen van extra stikstof, om het gras de kans te geven goed te wortelen'

Zodra de temperaturen in het voorjaar oplopen, is het volgens Dolstra verstandig om op sportvelden niet alleen Engels raaigras te zaaien, maar ook veldbeemdgras toe te voegen. 'Veldbeemdgras is sterk, slijtvast en maakt het veld steviger. Dit betekent minder speelschade en kale plekken en meer speeluren. Daarmee is het een aantrekkelijke keuze voor amateurclubs - ook financieel, want een sterk veld vergt minder herstel en onderhoud.' Wel vraagt veldbeemdgras wat meer aandacht bij het inzaaien. 'Je moet het ondiep zaaien en opletten dat het goed kan groeien als je het mengt met Engels raaigras. Het kiemt namelijk iets langzamer. Het is bovendien belangrijk om voldoende water te blijven geven als het raaigras al opgekomen is, anders verliest veldbeemd de concurrentiestrijd. Ook moet je zuinig zijn met het toedienen van extra stikstof, om het gras de kans te geven goed te wortelen.'

Vochtmeter

Zodra de competities afgelopen zijn, is het voor vrijwilligers en fieldmanagers bij amateurverenigingen tijd om te werken aan het gras op hun sportvelden en te zorgen voor de juiste balans tussen Engels raaigras en veldbeemdgras. 'De zomerstop duurt maximaal twaalf weken. Dan moet je de juiste mengsels gebruiken om een goede balans te bereiken', weet Dolstra. Zijn stelregel voor het onderhoud in die periode is om niet te veel water en meststoffen te geven. 'De wortels blijven anders alleen in de toplaag.' Hij adviseert amateurclubs om een vochtmeter aan te schaffen om daarmee de beregening te regelen. Elke club kan dat volgens hem wel betalen en het levert belangrijke data op voor de verzorging van het gras. 'Op 10 centimeter diepte moet het vochtpercentage 15 procent zijn. Je kunt dit aanvullen tot 25 procent, maar moet het altijd weer laten dalen. Je moet dus één keer goed beregenen in plaats van elke dag een klein beetje.' Mocht de zomer onverhoopt kletsnat worden, dan raadt Dolstra aan om de grasmat genoeg te beluchten om zo de toplaag open te houden. Nog een tip uit zijn mond: 'Ook is het beter voor het gras om niet altijd op dezelfde plaats op het veld te trainen.'

'Sportveldbeheerders moeten nu nadenken over een inzaaibeleid voor het hele jaar'

DLF scoort weliswaar al hoog in de Grasgids met het tetraploïde Engels raaigras 4turf, maar werkt altijd aan de veredeling van gras om nog betere soorten voor de toekomst te ontwikkelen. 'Het lastige is dat veredeling een langdurig proces is. We zijn nu al bezig om over vijftien jaar de juiste soorten op de markt te kunnen brengen. Je weet namelijk niet of alle soorten van nu straks nog geschikt zijn in verband met klimaatverandering en strengere regelgeving. Wellicht wordt er in de toekomst rietzwenkgras toegevoegd aan mengsels voor sportvelden, omdat dit gras een halve meter diep kan wortelen. Voor nu is het voor sportveldbeheerders belangrijk om na te denken over een inzaaibeleid voor het hele jaar. Hierbij is van belang om niet alleen te letten op eigenschappen als droogte- en ziektetolerantie, maar ook te zorgen voor voldoende dichtheid van de grasmat. Natuurlijk kan men mij altijd bellen voor advies', zegt de grasspecialist.

DLF

REACTIES

Er zijn nog geen reacties.

Tip de redactie