3-30-300 is vooral een communicatiemiddel |
|
|
|
|
| 150 sec |
Cecil Konijnendijk: Drie is toch the magic number.
Cecil Konijnendijk (51 jaar) was een glaasje wijn aan het drinken toen de inmiddels wereldberoemde 3-30-300 stelregel voor groene steden op kwam poppen. Oké, voor wie onder een steen geleefd heeft hier nog even de crux. Iedereen moet in zijn direct omgeving beschikken over 3 bomen, 30 procent kroonbedekking en een parkje op 300 meter afstand. We interviewden Konijnendijk over zijn brainwave.
|
Een glaasje wijn in zijn appartement in zijn woonplaats Barcelona; meer was er klaarblijkelijk niet nodig om de op dit moment meest opgang makende stelregel op gebied van urban forestry uit te vinden. Het echte verhaal is natuurlijk anders en de vondst is waarschijnlijk eerder het gevolg van een wetenschappelijke carrière van enige tientallen jaren, die hem bracht aan universiteiten van Spanje tot aan Rusland, Maleisië en Canada. Toch relativeert Konijnendijk op hetzelfde moment het wetenschappelijke karakter van zijn kindje: 'Natuurlijk wordt de regel ondersteund door heel veel wetenschappelijk bewijs, maar het belangrijkste is de communicatiekracht. Iedereen snapt wat je bedoelt en het is catchy. Als ik 2-20-200 of 4-40-400 had geroepen had dat niet gewerkt. Drie is toch the magic number zoals De La Soul ooit zong.'
Inmiddels heeft Konijnendijk wel een wetenschappelijke publicatie op stapel staan waarin hij de stelregel onderbouwt. Deze is binnenkort te lezen in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Forestry Research.
|
Het mooie aan de 3-30-300 regel: je kijkt uit het raam en je ziet direct of het klopt
| |
|
Succes
Hoe verklaart Konijnendijk het succes van zijn stelregel? 'Toch in de eenvoud. Iedereen kan dat snappen, ook mensen die niks met bomen hebben. Met name de drie bomen: je kijkt uit het raam en je ziet direct of het klopt.' Voor je eigen postcode is de regel makkelijk te controleren. Lastiger wordt het als je de regel wilt checken voor een complete stad. Ik heb Konijnendijk tweemaal geïnterviewd. De eerste keer was bij Cobra Groeninzicht. Cobra heeft -naar eigen zeggen - de formule voor alle 10 miljoen huizen van Nederland gekraakt en kan kaarten produceren in hoeverre jouw stad of dorp daaraan voldoet.
Konijnendijk is blij met dat soort ontwikkelingen. 'Mensen zeiden tegen mij dat ik mijn regel moest patenteren. Dat is niet mijn bedoeling. Ik heb veel liever dat bedrijven als Cobra die regel als een soort open source beschouwen en er mee door ontwikkelen. Ik ga voor de wiki-approach'.
Urban forestry
Het vakgebied van Cecil Konijnendijk is urban forestry. Een manier om naar groen in de stad te kijken die in Nederland nog altijd maar amper is doorgedrongen. Onderzoekers van Wageningen waren van oudsher veel meer gericht op ontwikkelingen in de boomkwekerij. Vooral omdat daar vanuit het Product Tuinbouw de financiering vandaan kwam. Konijnendijk: 'Als urban forester kijk je naar de bomen van de stad als een bosbouwer. Waarbij het doel natuurlijk geen houtproductie of wilde natuur is, maar zaken als waterretentie, het afvangen van fijnstof of reductie van hittestress kan zijn. De overeenkomst met traditionele bosbouw is dat je naar het stedelijk bos kijkt als één samenhangend ecosysteem dat bepaalde ecosysteemdiensten invult. Boombeheerders hebben vaak de neiging om meer naar individuele bomen te kijken. Dat levert een principieel ander zienswijze op en maakt dat ik in de eerste jaren door collega's in Wageningen en elders wel eens met een meewarige blijk werd bekeken. ''Wat moet je als bosbouwer in de stad?''.
|
Cobra heeft -naar eigen zeggen- de formule voor alle 10 miljoen huizen van Nederland gekraakt en kan kaarten produceren in hoeverre jouw stad of dorp daaraan voldoet.
| |
|
Konijnendijk woont en werkt al jaren niet meer in Nederland, maar begon daar wel zijn wetenschappelijke carrière. Voor zijn PhD vertrok hij al snel naar Finland en later naar Denemarken waar aan een nationaal onderzoeksinstituut wel geld beschikbaar was om een onderzoek op te starten. Daar maakte hij onder andere kennis met Thomas Randrup met wie hij in 2002 het wetenschappelijke tijdschrift Urban Forestry and Urban Greening oprichtte.
| Cecil Konijnendijk |
|
|
Groene steden
Niet alleen in Denemarken kwam het begrip urban forestry sterk op in die jaren. Vooral ook in Amerika had die tak van wetenschap en praktijk zijn oorsprong. Meest bekende exponent daarvan is het i-Tree programma, dat werd ontwikkeld vanuit de USDA Forest Service Research. Maar Konijnendijk deed bijvoorbeeld ook onderzoek in Rusland, waar het idee van urban forestry heel goed combineerde met de oude communistische traditie van een centrale planning en er voor de instorting van Sovjet Rusland veel aandacht werd gegeven aan groene steden. Internationaal, maar vooral in Amerika is urban forestry een grote beweging. Daar worden congressen gehouden waar honderden en soms duizenden mensen bij aanwezig zijn.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|