Bijdrage groen aan gezondheid lang onderschat |
|
|
|
|
| 407 sec |
Daar lijkt nu verandering in te zijn gekomen. Hoe springen aannemers hierop in?
Vakblad Stad en Groen publiceerde in zijn tweede nummer van 2014 een interview met socioloog dr. Jolanda Maas. Een van haar onderzoeken, 'Vitamine G' uit 2009, toonde aan dat groen ervoor zorgt dat mensen zich gezonder voelen en minder klachten hebben op het gebied van depressie, maar ook op fysiek vlak, zoals bij hart- en vaatziekten en diabetes. Het vakblad spreekt verschillende groenaannemers. Stuk voor stuk verwijzen zij naar haar onderzoeken en gebruiken ze deze als verkoopargument bij klanten in het zorgdomein. Deze klanten hebben er nu over het algemeen wél oren naar. Reinald van Ommeren van Loohorst Landscaping: 'Wat betreft groen bij gezondheidsinstellingen is het glas nu voor 80 procent vol.'
|
Specialisme groen en gezondheid
Peter Koop, regioleider bij De Enk Groen & Golf, stipt bij de (potentiële) klant aan waar groen een aanvulling kan zijn op de bedrijfsvoering. 'De onderzoeken spreken boekdelen: wanneer ruimtes worden gevuld met geurig en kleurig groen, verandert dat de gemoedstoestand van mensen in positieve zin. Een grauwe tuin met kale plekken stemt mensen negatief. Mooi groen is beter voor herstel bij zowel geestelijke aandoeningen als lichamelijke ziekten.' Van Ommeren, eigenaar van Loohorst Landscaping, investeert al jarenlang in voorlichting over groen en gezondheid voor zijn klanten. Zijn bedrijf staat bekend als specialist op het gebied van groen en gezondheid en wordt in een vroeg stadium aan tafel gevraagd bij de (her)inrichting van buitenruimtes bij zorginstellingen, verzorgingstehuizen en ziekenhuizen. Deze werken dan samen met bijvoorbeeld stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten, waarmee direct voldoende budget voor groen wordt gereserveerd. 'Je kunt onderzoeken zoals die van Jolanda Maas breder trekken en uitleggen aan de klant dat natuurbeleving bij een ziekenhuis het aantal ligdagen naar beneden brengt, dat het welzijn van patiënten in de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie toeneemt en dat cliënten die worden uitgenodigd om naar buiten te gaan, meer bewegen. Buitenfitnessapparaten, maar ook eenvoudige voorzieningen dragen bij aan meer beweging. Het is aan ons om wetenschappelijke kennis toepasbaar te maken voor onze opdrachtgever, met concrete verwijzingen naar onderzoek. De volgende fases zijn het ontwerp en de aanleg. Wij kunnen elke buitenruimte aanpassen aan de eindgebruiker.'
Ook Mart Hoppenbrouwers, commercieel directeur van Dolmans Landscaping Group, zet bij klanten in de zorg zijn specialisme voorop. 'Bij sommige doelgroepen, zoals gehandicapten, moet de buitenruimte geen niveauverschillen bevatten en extra veilig zijn met betrekking tot waterpartijen en plantensoorten. Bij een verzorgingstehuis voor cliënten die lijden aan dementie moeten paden nooit recht naar de uitgang lopen, maar in rondjes, omdat zij vaak niet meer weten waar ze zijn en de weg terug niet meer kunnen vinden. Hekwerken moeten niet te laag zijn. Veel eindgebruikers in de zorg zijn gebaat bij zintuigelijke beleving door de aanwezigheid van dieren, geurende en kleurige planten en noem maar op. Je kunt groen ook verder toespitsen op cliënten of patiënten, naargelang het leven dat ze leiden of geleid hebben. Doeners moet je "doe-groen" geven; die willen best schoffelen. Anderen maak je blij met geuren en kleuren.' Naast expertise op het gebied van zorg en beleving zet het bedrijf ook een 'leefklimaatscan' in, vertelt Hoppenbrouwer. 'Hiermee nemen we alle ecologische en milieutechnische aspecten mee in het ontwerp.'
|
'De financiële mensen zijn moeilijk te overtuigen: een sedumdak levert geen harde euro's op'
| |
|
| Elwin de Vink |
|
|
Geen harde cijfers
Eerlijk is Van Ommeren wel. In de zorgsector is men inmiddels, net als in de rest van de maatschappij, doordrongen van de groene baten voor de gezondheid, maar vooral in ziekenhuizen wordt volgens hem nog primair gedacht in termen van genezingsprocessen. Directies, business controllers, inkopers en managers willen harde cijfers zien van de baten van groen voordat er wordt geïnvesteerd. 'In veel van deze gevallen is het een kwestie van ervaren dat het werkt', zegt Van Ommeren. 'Ik zie wel dat de klanttevredenheid van cliënten voor opdrachtgevers zwaar weegt. Dat vormt dan een ingang voor de toepassing van groen.'
Wilco Boender, mede-eigenaar van VDBH West, herkent dat: 'De scheiding tussen zorginkoop en vastgoed c.q. wonen is enkele jaren geleden ingesteld. Instellingen willen dat cliënten en patiënten een fijne woonomgeving hebben en hebben er dus belang bij als er voor hun woonlocatie wordt gekozen. Buiten is daarbij een verlengstuk van binnen.'
Peter Koop van De Enk: 'De financiële mensen zijn moeilijk te overtuigen. Een sedumdak levert geen harde euro's op, zoals zonnepanelen. Toch sturen wij potentiële klanten alle onderzoeken over groen en gezondheid toe die voorhanden zijn. We nemen hen mee naar voorbeeldprojecten en laten hen daar praten met de facilitair beheerder of gebouwbeheerder. Gebruikers kunnen vertellen over hun goede ervaringen. De potentiële klant kan dan de financieel verantwoordelijken bij zijn organisatie overtuigen. Omdat wij ons ervan bewust zijn dat budgetten bij zorginstellingen beperkt zijn, spelen we daarop in met ons beplantingsconcept Zorgeloos Groen. Hiermee leggen we onderhoudsarme tuinen aan die jaarrond een kleurige beleving geven. Drie jaar onderhoud is in het concept inbegrepen. Zo proberen we de klant volledig te ontzorgen.'
Hoveniersbedrijf Donkergroen, met een duurzaam project winnaar van de ELCA Trend Award 2018 op de Galabau-beurs, werkte samen met Alterra en Fytagoras (een afsplitsing van TNO) aan een wetenschappelijk onderbouwde kosten-batenanalyse van groen in organisaties. Hiervoor namen zij onder meer ouderenzorginstellingen onder de loep. De binnenruimten werden met groen ingericht, waarna het welzijn en de productiviteit van de medewerkers werden gemeten. Het onderzoek begon in 2016 en duurde twee jaar. Elwin de Vink, hoofd ontwerp van Donkergroen: 'Groen levert niet alleen baten op voor de gezondheid en het welzijn van cliënten en patiënten. Het levert organisaties ook iets op als het personeel er productiever en creatiever door wordt. Eerder wetenschappelijk onderzoek heeft de bewezen effecten van binnenbeplanting aangetoond, de stressverlagende werking van planten, luchtzuivering door planten, hogere productiviteit van werknemers en minder lichamelijke ongemakken c.q. klachten, zoals hoofdpijn. We willen toe naar cijfers die aantonen wat een investering in binnengroen een organisatie concreet oplevert.'
| Peter Koop. Bron: Sjoerd Fotografie |
|
|
Beheer en onderhoud
Alle groenaannemers die het vakblad spreekt, overleggen voorafgaand aan het ontwerp met zorginstellingen of er voldoende capaciteit is om de buitenruimte te onderhouden. Mart Hoppenbrouwers: 'Wij zorgen dat de tuin plantklaar is, zoals bij particulieren. Dat betekent dat we het specialistische werk hebben gedaan, inclusief grond- en civiel werk en plantwerk, bijvoorbeeld bomen en solitairen. Maar bewoners willen de planten en de tuin vaak zelf mee onderhouden; dat zien we zowel bij zorginstellingen als bij wooncorporaties. Wij voeren tweemaal per jaar specialistisch onderhoud uit en geven verder alleen tips aan de vrijwilligers die de tuin onderhouden. Dit wordt het nieuwe verdienmodel van de hovenier.'
|
'Als de hoofdactiviteiten bingo en klaverjassen zijn, komen mensen minder vaak buiten'
| |
|
Alleen meerwaarde bij draagvlak
Het gevaar bestaat dat de patiënten of cliënten na de aanleg van de groene buitenruimte weinig naar buiten gaan en de buitenfitnessapparaten - die vaak duizenden euro's hebben gekost - niet gebruiken, dat de moestuin er overwoekerd bij komt te liggen of dat de aangelegde struintuin weinig wordt gebruikt. Hoppenbrouwer herkent dit: 'Soms is het ontwerp al klaar, maar heeft de zorgmanager er nog niets van gezien. Daar is nog winst te behalen.'
Boender gaat een stapje verder. Hij legt het liefst alleen aan wat de klant of eindgebruiker echt gaat gebruiken, maar haalt daar wel het maximale uit. Boender, die kan bogen op jarenlange ervaring met projecten bij zorginstellingen, gaat standaard eerst in gesprek met diverse mensen binnen de instelling, evenals met stakeholders in de omgeving. 'Je moet als hovenier of groenvoorziener mensen stimuleren en bij de hand nemen om kennis te maken met groen. Wat willen zij? Het gebruik van een tuin hangt niet alleen samen met hoe vaak een cliënt of patiënt zelf naar buiten gaat, maar vooral met de dagbesteding in de zorginstelling en de manier van werken van het personeel. Zijn de hoofdactiviteiten bingo en klaverjassen? Dan komen de mensen in de regel minder vaak buiten. Is een activiteitenbegeleider, fysiotherapeut of revalidatiemedewerker bereid om met de cliënten of patiënten naar buiten te gaan? Dan is er draagvlak voor een groene buitenruimte, al dan niet met outdoor-fitnesstoestellen. Als zij hun activiteiten liever binnen laten plaatsvinden, moet je je achter de oren krabben. Is de kok bereid om met kruiden uit de eigen moestuin te werken? En zijn er vrijwilligers beschikbaar die zo'n kruidentuin willen onderhouden? Pas dan is er draagvlak. Lukraak groen vormt geen meerwaarde. Draagvlak voor een buitenruimte met groen is de meerwaarde.'
|
'Als een ouderwets gietertje ervoor zorgt dat cliënten naar buiten komen, dan zórg je daarvoor als groenman'
| |
|
| Wilco Boender. Bron: Cees van der Wal |
|
|
Groenaannemer als makelaar
Boender vindt dat de groenaannemer zich minder technisch moet opstellen en meer als makelaar. 'We zijn als groenvoorziener en hovenier vaak te technisch. We focussen ons op zes verschillende soorten keien en talloze verschillende plantjes. Maar dat is pas de laatste fase van het project. Als groenmakelaar moet je voorstellen om de stakeholders binnen en buiten de organisatie bij de nieuwe buitenruimte te betrekken. Je zorgt ervoor dat het een participatietraject wordt. Er zijn in de omgeving van een zorginstelling altijd stakeholders die gebruik willen maken van de binnen- of buitenruimte. Betrek hen bij de invulling van de buitenruimte. Kunnen zij een onderhoudstaak op zich nemen in ruil voor het gebruik van een deel van die buitenruimte? Zo wordt de volière in de tuin bij een zorginstelling nu onderhouden door een vogelclub. In ruil daarvoor fokken zij daar hun vogeltjes. Als de aanwezigheid van ouderwetse gietijzeren gietertjes ervoor zorgt dat cliënten naar buiten komen, dan zorg je daarvoor als groenman. Je moet er alleen wel achter zien te komen wat de gebruiker wil en praten met de juiste mensen. Pas daarna ga je ontwerpen.'
|
'Groenmensen focussen zich op zes verschillende soorten keien, maar dat is pas de eindfase'
| |
|
Geen 'cliënten' maar 'bewoners'
Mark Brandwijk van Verheij Integrale Groenzorg is het met Boender eens: 'Ik denk dat groenvoorzieners zich moeten inzetten als ambassadeur van waardevol groen in de zorg. Wij doen dat met name door het adviseren over en het aanleggen van beleeftuinen. We houden aan het begin van het traject altijd een multidisciplinaire bijeenkomst met verschillende medewerkers van de zorgorganisatie. Door dat overleg komen we tot een aanpak die zorgt voor integratie van het groen in de dagelijkse praktijk van de zorgorganisatie. Het is de taak van de groenvoorziener om anderen mee te nemen in zijn verhaal. Dat kan bijvoorbeeld zijn: de rol die een beleeftuin gaat spelen in de dagbesteding. Maar groenvoorzieners moeten niet alleen organisaties inspireren met de mogelijkheden die er zijn, ze moeten ook goed luisteren.'
'We delen graag praktijkverhalen van eindgebruikers, die we teruggekoppeld krijgen van bijvoorbeeld zorgmanagers. Zo was er bij een project van ons een testimonial van een oudere die zich in het paradijs waande in de tuin. We onderzoeken momenteel allerlei middelen waarmee we onze aanpak verder kunnen uitrollen in Nederland. Het bezoeken van de juiste beurzen levert onder andere goede contacten op. We zijn overtuigd van onze visie, maar we zijn ook pragmatisch. Sommige zorgorganisaties denken nu eenmaal wat traditioneler over de buitenruimte; andere zijn erg ambitieus. Soms raken mensen onder in de organisatie enthousiast, soms bovenin, soms allebei. Wij proberen er hoe dan ook voor te zorgen dat mensen elkaar enthousiast maken, dat we samen een visie ontwikkelen op de buitenruimte en samen waardevol groen in de zorg creëren.'
Brandwijk vervolgt: 'Bij Verheij is een commissie actief, met vertegenwoordigers uit de hele organisatie, die de ontwikkelingen rond groen in de zorg nauwlettend volgt. Deze commissie helpt ons om steeds beter aan te sluiten op de wensen en behoeften van de zorg. Pas als je die helder hebt, kun je een waardevolle tuin maken. Deze visie wordt gedeeld door onze ploegen die de aanleg en het onderhoud van buitenruimtes in de zorg verzorgen. In ons nazorgtraject gaan we nogmaals om de tafel met de betrokkenen. Dan evalueren we de situatie, maar soms geven we ook nog praktische tips: welke hoek van de tuin het geschiktst is voor revalidatie, of hoe een zorginstelling contact kan leggen met de buurt. Het hele traject moet afgestemd zijn op de klant en eindgebruiker. We willen dat elke geïnvesteerde euro zich terugbetaalt in wat wij noemen 'onbetaalbare kwaliteit van leven'. Bij Verheij praten we ook liever over bewoners dan over cliënten of patiënten. Elke bewoner verdient een thuisgevoel. Mensen die zorg nodig hebben, kunnen veel meer dan wij denken! Als de buitenruimte een schakel is die het leven van die mensen mooier maakt, is onze missie geslaagd.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|