'Negen van de tien speeltuinen zijn slecht toegankelijk'

ARTIKEL

Willemijn van Iersel, vrijdag 12 juni 2020

88 sec

Minister van Gehandicaptenzaken wil meer inclusieve speeltuinen in de openbare ruimte

Rick Brink is sinds juli 2019 minister van Gehandicaptenzaken. Dat is een onofficiële ministerpost die de belangen van zo'n twee miljoen Nederlanders moet behartigen. Wat hem vooral aan het hart gaat, zijn de kinderen die niet kunnen meespelen doordat speeltuinen in de openbare ruimte weinig inclusief zijn.

Inclusief spelen

De ministerspost is dan misschien niet officieel, maar het is zeker geen negen-tot-vijfbaantje. Brink maakt zo'n 60 uur in de week: 'Mijn leven is sinds juli vorig jaar compleet veranderd.' Een van de speerpunten in het verkiezingsprogramma van Brink was de integratie van kinderen. Want, zo redeneert hij: 'Als we een inclusieve samenleving nastreven, is het wijs om te beginnen bij het begin: onze kinderen. Én bij gemeentes, want die staan het dichtst bij de burgers. Ik stond vroeger als kind altijd langs de kant. Ik loste veel op met mijn creativiteit, maar natuurlijk voelde ik me soms buitengesloten. Als je als kind al leert dat je er niet volledig bij hoort, is dat heel pijnlijk.'

Mede hierom schreef Brink samen met Jantje Beton een pamflet met de oproep om de toegankelijkheid van speeltuinen in de openbare ruimte te verbeteren. Volgens de heren zijn negen van de tien speeltuinen slecht toegankelijk voor mensen met een beperking. Dat klinkt op zich al heel erg, maar volgens Brink is het in de praktijk nóg erger. 'Er is een verschil tussen toegankelijkheid en bespeelbaarheid. Toegankelijkheid is slechts het "binnenkomen" bij een speeltuin. Als je kijkt in hoeverre openbare speeltuinen bespeelbaar zijn voor kinderen met een beperking, dan zijn de cijfers nog slechter.'

Dat is op zich al erg, maar volgens Brink is het in de praktijk nóg erger

Rick Brink. Fotograaf Stijn Ghijsen

Politieke passie

Brink was vóór zijn ministerspost werkzaam als projectleider in de zakelijke dienstverlening. Brink: 'Op een gegeven moment werd ik actief in de lokale politiek en ontdekte mijn passie. Ik groeide hard in mijn politieke carrière, want binnen een aantal jaar was ik al fractievoorzitter bij het CDA. Het werd me toen duidelijk: dit is wat ik echt leuk vind. Deze baan als minister is dan ook echt mijn droombaan. Vroeger moest ik hard werken om ergens te komen en te worden erkend; tegenwoordig komen de mensen naar me toe als ze iets willen. Dat is heel bijzonder. Daarbij wil ik niet negatief zijn; positiviteit maakt het leven veel leuker.'

Het ultieme doel en de stip aan Brinks horizon is dat zijn officieuze ministerspost verandert in een officiële. Brink: 'Dat hoeft geen volledige ministerpost te zijn; het kan ook een onderdeel van de portefeuille van een staatssecretaris zijn. Het belangrijkste is dat de post ergens democratisch wordt ondergebracht. Zo realiseren we op den duur een inclusieve samenleving.'

REACTIES

Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie