Meer ruimte voor spel naast de deur |
|
|
|
Paul van der Sneppen,
woensdag 30 december 2020 |
|
| 213 sec |
Speelambassadeur Butz pleit voor andere kijk op stadsplanning
'Gemeenten maken te weinig budget vrij voor spelen en bewegen.' Dat zegt Willem Butz. Het is precies wat men zou verwachten van de directeur van Boerplay, een soort speelgoedwinkel voor de buitenruimte. Toch pleit Butz, tevens bestuurslid van de branchevereniging Spelen en Bewegen, niet voor het klakkeloos neerzetten van speeltoestellen in de openbare ruimte. Speeltoestellen zijn maar een klein deel van het verhaal. 'Het gaat vooral om ruimte.'
Willem Butz: 'Kinderen spelen niet op postzegelspeelplaatsen' |
Als Butz wordt gevraagd naar zijn visie op spelen en bewegen in de buitenruimte, denkt hij verder dan de traditionele doelgroep van kinderen in de leeftijd van twee tot twaalf. Als het aan hem ligt, worden ook volwassenen en ouderen in de openbare ruimte uitgedaagd tot bewegen. 'In Nederland gaan we daar nog wat onwennig mee om, maar in veel andere culturen is dat heel normaal. In Azië zie je ouderen buiten in groepen tai chi beoefenen, bijvoorbeeld. In Zuid-Amerika zie je in veel steden hangplekken voor ouderen in de buitenruimte met sporttoestellen. Bij het inhoud geven aan sport, spel en bewegen, zou ik me als stadplanner op een brede doelgroep richten, van twee tot 99 jaar oud.'
Beweeglinten
Als het aan Butz ligt, moeten sporten, spelen en bewegen in de buitenruimte ook niet beperkt blijven tot aangewezen plekken in de openbare ruimte. Zo pleit hij voor 'beweeglinten', routes door een wijk waarin volwassenen uitgedaagd worden om op bepaalde plekken halt te houden en oefeningen te doen. 'Elke halte daagt uit om een spiergroep te trainen. Loop je de hele route, dan heb je een volledige work-out gehad. Je zit niet allemaal op een kluitje, maar door de beweging door de wijk kom je toch met anderen in contact.'
De corona- en de klimaatcrisis dwingen Nederlandse stedenbouwkundige planners ook in een nieuwe werkelijkheid. Ze moeten volgens Butz rekening houden met nieuwe trends in bewegen. 'Ik zie bijvoorbeeld al een jaar of vijf de trend dat Nederlanders meer gaan bewegen in de buitenruimte. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de opwarming van het klimaat. Het wordt in Nederland simpelweg aantrekkelijker om buiten te zijn.' De coronacrisis doet daar nog een schep bovenop. 'Buiten sporten en spelen is nu immers veiliger dan binnen.'
Drie procent
Wanneer mensen voor hun beweging meer naar buiten gaan, ontstaat er ook meer behoefte aan geschikte ruimte om in te bewegen. 'We willen niet naar het bos hoeven gaan voor onze frisse neus.' Het concept van de beweeglinten past daarom goed in het pleidooi van de Boerplay-directeur om meer ruimte te geven aan spelen, sporten en bewegen in de bebouwde kom. 'Daar is structureel te weinig aandacht voor', zegt Butz. 'Bij het maken van stedenbouwkundige plannen moet voor nieuwe wijken de vuistregel worden gehanteerd dat minimaal drie procent van de ruimte wordt toegewezen aan sport, spel en bewegen.'
Dat daar te weinig aandacht voor is, blijkt ook uit onderzoek van het Mulier Instituut. Het sociaalwetenschappelijk sportonderzoeksinstituut deed afgelopen jaar verkennend onderzoek naar het buitenspeelbeleid en stelt vast dat kinderen teveel binnen zitten. Dat zou volgens de onderzoekers onder meer te maken hebben met een structureel gebrek aan speelruimte. Die zou onder druk staan van toenemende verstedelijking en verkeersdrukte.
Groei
Volgens Butz spelen ook financiën een rol. 'Er wordt door Rijk en gemeenten weliswaar consequent geïnvesteerd in sport en spel. Maar als we kijken naar de groei van het aantal woningen en gezinnen, moeten we constateren dat de omvang van die investeringen geen gelijke tred houdt met de groei van het aantal gebruikers.'
Ook is hij kritisch op de wijze waarop sport en spel door stedenbouwkundigen worden ingepland. Er wordt te technocratisch over gedacht. 'Er wordt een soort rekensommetje gemaakt bij de aanleg van een nieuwe wijk: we hebben zoveel bewoners en zoveel ruimte; dat betekent dat we zoveel speelruimte moeten creëren om aan de normen te voldoen. Vervolgens worden er een paar speelplekken in de kaart getekend en wordt spelen van de checklist gevinkt.'
|
'Een omgevallen boom en een paar keien nodigen ook al uit tot spel'
| |
|
| Sport en spel: jonge en oudere kinderen kunnen goed samen spelen. |
|
|
Signaal
Het creëren van speelplekken in woongebieden kan volgens Butz bovendien veel speelser. Het hoeven van hem niet altijd veldjes met speel- of sporttoestellen te zijn. 'Een open ruimte met een omgevallen boom of een paar grote keien nodigt ook al uit tot spel. Een wipkip kan meer zijn dan een speeltoestel. Het heeft soms ook gewoon een signaalfunctie. Zo'n toestel zegt eigenlijk "hier wordt gespeeld". Of er ook écht iemand op dat ding gaat zitten, kan mij eigenlijk niet zoveel schelen; als de locatie maar uitdaagt tot spel.'
Veel jonge kinderen, zo blijkt ook uit het onderzoek van het Mulier Instituut, spelen thuis omdat ouders buiten geen toezicht kunnen houden. Butz ziet wel welk probleem daarachter schuilgaat. 'De speelplekken voor de kleintjes zijn vaak te ver van huis. Als je 300 meter moet lopen naar een veilige speelplek en je daar stil moet gaan zitten kijken naar je kind, is dat nogal beperkend.'
|
'Maak beweegruimte voor meerdere generaties '
| |
|
Ruimte
Als het aan de speelambassadeur ligt, wordt er meer door de ogen van een kind naar de woonomgeving gekeken. Kinderen zien immers overal mogelijkheden voor spel. 'Dat beperkt zich niet tot een speelveldje met een wipkip. Kinderen spelen op straat, klimmen in een boom of hinkelen op een stoep. Ze hoeven niet echt uitgedaagd te worden om te spelen. Het zit in de natuur van het kind. Het hoort bij de ontwikkeling. Het enige wat ze nodig hebben om te spelen, is ruimte.'
Speelruimte rondom het huis biedt bovendien ruimte voor sociale contacten en het vergroot de veiligheid. 'Ouders kunnen de kleinsten vanachter het keukenraam in de gaten houden terwijl ze hun taken in huis kunnen blijven doen. Oudere kinderen en andere ouders letten bovendien ook op. Er wordt meer door verschillende leeftijdsgroepen samen gespeeld. Dat is goed voor de persoonlijke vorming van kinderen, maar ook voor de sociale cohesie in de wijk, voor de leefbaarheid.'
Autoverkeer
Een van de grote hindernissen bij het spelen is het autoverkeer. Auto's vormen een veiligheidsrisico voor kinderen en ze staan ook vaak letterlijk sport en spel in de weg. Een van de concrete aanbevelingen die Butz daarom doet aan het adres van stadsplanners, is om auto's zoveel mogelijk uit het straatbeeld te halen. 'Veel ruimte wordt opgeslokt door parkeerruimte. Dat kan natuurlijk veel praktischer door auto's meer op één plaats samen te brengen. Daardoor ontstaan bredere trottoirs en is er minder autoverkeer in de directe leefomgeving. Veel meer hoef je vaak niet te doen om kinderen uit te dagen tot spelen.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|