Zoeken naar het landschap van weleer |
|
|
|
Paul van der Sneppen,
maandag 22 mei 2023 |
|
| 492 sec |
Landschapsarchitect Barry Kerckhoffs bedrijft tuinarcheologie tussen Geul en Maas
Op zijn knieën in de bosschages, op zoek naar een oude watergang of een fundament - landschapsarchitect Barry Kerckhoffs van het Limburgse bureau Studio BKL kruipt graag diep in de geschiedenis van zijn omgeving. Zo ook bij de restauratie van de 19e-eeuwse villatuin van buitenplaats Petit Suisse in Maastricht, ook wel bekend als Villa Kanjel. 'Door onderzoek te doen, leer je wat het landschap aan geschiedenis verbergt en zo wordt die historie ook weer gewaardeerd.' Die waardering uitte zich ook in een subsidie van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed om de landschapstuin weer in oude luister te herstellen, een project dat nooit helemaal af is. 'Ik blijf elementen zien die ik graag wil aanpakken.'
Barry Kerckhoffs: 'Ik probeer door de bril van mijn voorgangers te kijken naar wat ze probeerden te maken.' |
Landschapswandelingen
In de artikelenreeks Landschapswandelingen gaat Stad+Groen op pad met landschapsarchitecten. Samen blikken we terug op de totstandkoming van projecten, van tekentafel tot en met implementatie. De reeks wil vooral inzicht geven in de rol van groen in landschapsontwerp, maar probeert ook nieuwe technieken, trends en inzichten in de inrichting van de openbare ruimte te ontdekken.
|
De geschiedenis van het landgoed, dat deel uitmaakt van het NaarBuitengoed, voorheen de Landgoederenzone Maastricht-Meerssen, gaat terug tot 1860. Villa Kanjel is toen in opdracht van de succesvolle aardewerkfabrikant Petrus Regout gebouwd als Grand Hotel Petite Suisse. Regout en zijn tien nakomelingen bezaten een groot deel van de landgoederen in het gebied tussen Maastricht en Meerssen.
| Zowel aan de villa als aan de tuin is nog werk te doen. |
|
|
Er wordt wel beweerd dat Petrus Regout, de stamvader van de aardewerkdynastie, in deze streek één groot lusthof wilde creëren met paleizen en villa's voor al zijn tien nazaten. 'Of dat zo is, weten we niet zeker. Een deel van de aankopen door de familie vond namelijk ook nog plaats na de dood van Petrus. Maar feit is wel dat er een groot gebied van aaneengesloten landgoederen is ontstaan in de 19e eeuw, waarvan een groot deel in handen was van de familie Regout. Bijna de helft van de circa twintig buitenverblijven die deel uitmaken van de landgoederenzone Maastricht-Meerssen behoorden ooit tot het indrukwekkende familiebezit van de Regouts.'
Woonhuis
In 1880 werd het Grand Hotel Petite Suisse gesloopt in opdracht van Regouts oudste dochter Mimi Weustenraad-Regout. Op dezelfde plek verscheen de door de Akense architect Wilhelm Wickop ontworpen Villa Kanjel. Wickop drukte als huisarchitect van de Regout-dynastie stevig zijn stempel op de landgoederen in de omgeving. Het tuinontwerp waarop Kerckhoffs zich medio 2019 mocht storten, is van de Duits-Belgische tuin- en landschapsarchitect Jean Gindra (1788-1867). Het ontwerp van de landschapstuin bleef bij de herbestemming van Villa Kanjel in 1880 goeddeels intact en diende als uitgangspunt voor de herinrichting.
Tijdlagen
Vanuit de entreehal aan de achterzijde van de villa is er uitzicht op de tuin met een grote vijverpartij in het midden. Die kenmerkt de villatuin, maar dat vertelt niet het hele verhaal. Al zijn tuinarcheologisch onderzoek ten spijt resten Kerckhoffs nog genoeg vragen over wat zich in deze tuin heeft afgespeeld. Hij moet de tijdlagen als de schillen van een ui afpellen om dat verhaal aan het licht te brengen.
| Villa Kanjel in 2019. |
|
|
'Dit is een tuin in wat men noemt de late landschapsstijl, maar hij draagt wel sporen van de latere architectonische tuinstijlen die zich kenmerken door meer symmetrie en formele vormen. Ik vermoed dat deze tuin ooit begonnen is als een laat-landschappelijke tuin, maar dat er in de loop der tijd aanpassingen gedaan zijn waardoor het geheel wat formeler is geworden dan een puur landschappelijke tuin.'
Landschapsstijlen
Kerckhoffs verwijst daarmee naar de overgang van de laat-landschappelijke tuinarchitectuur van de vroeg-19e eeuw met haar romantische trekken naar de architectonische of nieuw formele stijl die daarop volgde (circa 1860-1940). De tuin van Villa Kanjel is interessant en spannend doordat die is aangelegd in de overgangsperiode van twee belangrijke landschapsstijlen in de tuinarchitectuur. 'Die overgang wordt in de literatuur ook wel beschreven als de gemengde stijl, maar zo'n kruispunt van twee stijlen maakt een historisch correcte reconstructie er natuurlijk niet makkelijker op, als dat al je streven zou zijn.' Vooral de formele assen in het tuinontwerp getuigen van een nieuw elan in de tuinarchitectuur, dat in die tijd ook bezit moet hebben genomen van Gindra. 'De hoofdas ten opzichte van de villa en ook de bijna symmetrische vijvervorm die we hier zien, neigen naar de nieuwe architectonische tuinstijl. Dat is een tuinstijl die ook de verbinding zoekt tussen buitenruimte en gebouw. De hoofdas start in de centrale hal in de villa, waar tegenover elkaar twee grote spiegels hangen. Hierdoor ontstaat een oneindig zicht, ook wel bekend als het droste-effect, loodrecht op de centrale as richting de tuin.' De symmetrie komt ook tot uiting in de ligging van de visuele ankerpunten in de tuin zelf. 'Als je bijvoorbeeld kijkt naar de bruggen over de vijver, die liggen heel logisch in een totaalcompositie. Ze vormen samen een soort driepoot richting villa. De hoofdas loopt naar de brug recht tegenover de villa. Dan heb je een zijtak naar de brug aan de rechterkant. De andere as loopt links van de hoofdas, naar de brug daartegenover. Dat is allemaal bijna volledig symmetrisch.'
Koetshuis
Kerckhoffs spreekt over het park recht achter de villa. Maar dat beslaat slechts een deel van de opdracht die hij verwierf toen hij nog werkzaam was voor het Maastrichtse Bureau Verbeek. Links van de villa ligt namelijk een koetshuis dat van de villa wordt gescheiden door een bomenlaan. Daar heeft de landschapsarchitect een grote speeltuin ontworpen in opdracht van de nieuwe eigenaren, een horeca-echtpaar. De ondernemers willen in de villa een hotel met familie- en gezinskamers vestigen. Het koetshuis is nu hun woonhuis. Naast het koetshuis is een kas gemaakt. Daarin zijn een keuken en een bistro gevestigd. Aanpalend heeft Kerckhoffs, met veel aandacht voor de natuurlijke omgeving, de speeltuin ontworpen. Een terras voor ruim 120 personen biedt uitzicht op de speeltoestellen, een trapveldje en een hondenlosloopveld.
| Natuurlijke materialen voeren de boventoon in het speelpark. |
|
|
Maar zijn liefde voor tuin- en landschapsgeschiedenis komt het beste tot uitdrukking in het werk aan de monumentale tuin achter de villa. Die wordt van de speeltuin gescheiden door een rechte laan, met aan weerszijden beuken en lindes. In die villatuin ging Kerckhoffs geregeld op zijn knieën, op zoek naar oude fundamenten en andere sporen van het tuinverleden.
Speuren
'Dat mag heel letterlijk genomen worden', vertelt hij daarover. 'Het was een combinatie van literatuurstudie en kaarten en luchtfoto's bestuderen. Maar daarna moesten we ook in het terrein proberen dingen bloot te leggen waarvan we slechts een vermoeden hadden dat ze er moesten zijn. Soms is dat een kwestie van met een spade steken of met een machine voorzichtig schrapen tot je een hard stuk tegenkomt. Dat blijkt dan de fundering van een oud pad. Dat is iedere keer weer een geweldige ervaring, een kick. Op die wijze hebben we overal gespeurd en alles wat we vonden opnieuw in kaart gebracht.' Het belangrijkste element in het park zijn de slingervijvers, die gevoed worden door het riviertje de Kanjel. Die worden doorsneden en omzoomd door slingerpaden in landschapsstijl. Het villapark wordt door een wand van beuken, rode berken, essen, kastanjes, platanen en heesters omsloten. De ornamentele bruggen vormen, samen met enkele solitaire bomen, de visuele ankerpunten in het ontwerp. Het achterste parkdeel is bebost en wordt ook door slingerpaden doorkruist. Het beboste deel grenst aan de autoweg A2.
Lusthof
Aan de zuidoostkant van de snelweg ligt de tuin van Huis Severen, een ander landgoed dat deel uitmaakt van het NaarBuitengoed. 'Ook een heel mooie tuin, laat-landschappelijk. Alle omliggende tuinen waren rond 1900 met elkaar verbonden door paden. Ook de latere, meer formele tuin van de buren, het landgoed Grande Suisse, was verbonden met het landschappelijke park bij Huis Severen. Zo was er vroeger een veel groter wandelgebied dan we nu ervaren, met veel variatie ook. De gemeente Maastricht en de coöperatie NaarBuitengoed streven ernaar om dat idee van een groot lusthof van verbonden tuinen zoveel mogelijk in ere te herstellen en dat is geen sinecure, met alle barrières die hier tegenwoordig liggen.' De samenhang tussen de landgoederen in de streek raakte met name in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw verstoord. In die jaren werd de A2 gerealiseerd en vlak bij Villa Kanjel het industrieterrein Beatrixhaven aangelegd. Het station Maastricht-Noord werd ruim tien jaar terug gebouwd op ongeveer dezelfde plaats waar tot 1933 station Mariënwaard was, maar bij het nieuwe station werd een groot parkeerterrein aangelegd. Ook de aanleg van een ontsluitingsweg naar het industrieterrein vond rond die tijd plaats. 'Dat zijn ingrijpende veranderingen, die op de bereikbaarheid van Maastricht een positieve invloed hebben, maar die de samenhang tussen de verschillende buitenplaatsen natuurlijk geen goed hebben gedaan.'
Samenhang
De veranderingen hebben de serene sfeer van de omliggende landgoederen aangetast. Als pleister op de wonde is getracht om die aantasting te compenseren. Er werden bomen geplant en de het riviertje de Kanjelbeek werd opengewerkt. De gemeente Maastricht en de coöperatie NaarBuitengoed willen het daar niet bij laten. Ze streven ernaar weer meer samenhang in het gebied te brengen. Ze willen onder meer het netwerk van fiets- en voetpaden in de streek verder uitbreiden en aantrekkelijk maken.
|
'De oude eigenaren wilden pronken met hun welstand. Dat speelt nu geen rol meer'
| |
|
Maar dat het gebied sinds 1880 onherkenbaar is veranderd, is een gegeven waar niets meer aan te doen is. Het is Kerckhoffs er dan ook niet om te doen het per se te herstellen in oude luister. Dat is niet de drijfveer achter zijn liefde voor landschapsgeschiedenis. 'Ik weet niet precies wat de makers in de 19e eeuw voor ogen hadden, maar je kunt proberen te kijken door de bril van toen. De opdrachtgevers wilden pronken met hun welstand. Dat speelt nu geen rol meer. Ook hadden ze toen niet de moderne middelen voor onderhoud die we nu hebben, maai- en graafmachines bijvoorbeeld. Dat is voor veel keuzes ook bepalend geweest. En dan is er nog de industriële revolutie. Die maakte het mogelijk om bijvoorbeeld over de hele wereld te slepen met exotische bomen en planten. Dat deden ze toen dus graag, omdat het kon; het was modern en ze konden het betalen.'
Biodiversiteit
'Ikzelf maak nu de keuze om hier deels echte natuur te ontwikkelen. Of de makers van dit park dat zelf ooit zo voor ogen hadden, weet ik niet. Het is een keuze die we nu maken. We kijken met de ogen van het heden en dan vinden we bijvoorbeeld biodiversiteit belangrijk. Had ik alles historisch correct gerestaureerd, dan had het er nu behoorlijk aangeharkt uitgezien, denk ik. Nu is het mooier, vind ik, echt een oud park.'
| Een omgevallen boom draagt bij aan een romantisch beeld van verval. |
|
|
En bij die doorleefde landschapsstijl hoort ook verval. Achter in de villatuin is bijvoorbeeld een populier omgevallen. De boom hangt over één van de slingervijvers. 'Dat blijft waarschijnlijk zo en dat vind ik prima. Het past bij het beeld van een oude parktuin. Ik vind verval mooi. Niks mooiers dan bijvoorbeeld die landschapsparken in het Duitse Ruhrgebied of bij Völklinger Hütte, waar je het verval van de oude mijnen en staalindustrie ziet. Daar zie je hoe industrielandschap weer overgenomen wordt door natuur. Roest en woekerende natuur, dat soort combinaties vind ik erg mooi om te zien.'
Romantiek
Maar de landschapsarchitect van nu kan moeilijk inschatten of de makers van deze villatuin ooit de bedoeling hadden om zo'n omgevallen populier te laten liggen. 'Ik weet niet of zoiets in hun beeld van romantiek paste en of ze überhaupt zulke romantiek nastreefden.'
Gindra had in 1860 een nagenoeg blanco canvas. Het landschap was vrij kaal. Er waren vooral weilanden met hier en daar hoogstamfruitboomgaarden. Ook was er weinig bos. 'Als je in die tijd al bossen zag, waren dat aangelegde bossen als onderdeel van een formele tuinstructuur, zoals achter in het park van Villa Kanjel en op het landgoed van de buren. Natuurlijke bossen zag je in die tijd alleen op hellingen, omdat die gewoon niet te ontginnen waren. Alles wat wel te ontginnen was, werd gebruikt als landbouwgrond. Ik denk dus eerder dat Gindra bezig was met het naar zijn hand zetten van de natuur dan met natuurontwikkeling zoals wij dat nu doen.'
Vakmensen
Toch ziet Kerckhoffs wel een hang naar romantiek terug in de ontwerpen van de 19e-eeuwse ontwerpers. Vooral de cementrustieke bruggen over de vijver getuigen daarvan. Het is een techniek waarbij met beton op een metalen framewerk boomstammen worden nagebootst. Zo wordt een hele brug opgetrokken uit betonnen boomstammetjes. De bruggen zijn nu gehavend, maar wat er van het betonnen boetseerwerk over is, ziet er indrukwekkend authentiek uit. 'Dat is een techniek die bijna niet meer toegepast wordt. Ik hoop dat de bruggen nog gerestaureerd worden. Dat staat wel op mijn verlanglijstje voor dit park, maar daar zijn wel goede vakmensen voor nodig die de techniek tot in de puntjes beheersen.' Al is historisch correcte restauratie niet zijn doel, Kerckhoffs staat bij het werk aan de villatuin wel op de schouders van zijn voorgangers, weet hij. Ze hebben mooie dingen gemaakt, zo heeft hij ontdekt, die het herstellen waard zijn. 'Je ziet bijvoorbeeld dat de beplanting per seizoen een heel ander beeld geeft door het gebruik van verschillende, soms exotische soorten. Het is jaarrond mooi hier; elke keer zie je iets anders aan de beplanting.'
Moerascipres
Aan de waterkant wijst hij op een voorbeeld van die gevarieerde en soms exotische beplanting. Daar staat een conifeer. 'Iedereen dacht dat die boom ziek was omdat hij z'n naalden liet vallen. Maar het is een moerascipres, oorspronkelijk een Noord-Amerikaanse boom. Die verliezen hun naalden; je ziet ze op de grond liggen. Maar in de zomer staat hij vol in het blad, in naald dus eigenlijk. Het is ook een boom die je vaker bij zo'n vijver ziet.'
|
'Je kunt niet alles op papier verzinnen'
| |
|
Ook een groep taxussen (venijnbomen) aan de rand van het park waren een ontdekking voor de landschapsarchitect. 'Die waren helemaal dichtgegroeid. Samen met een collega heb ik de paden rond de bomen weer opgespoord. Zo ontdekten we hoe mooi de bomen gepositioneerd zijn in het oude ontwerp, wat de oorspronkelijke bedoeling dus eigenlijk was. Ze staan hier prachtig. We hebben ze wat opgesnoeid, maar heel subtiel, zodat je mooie doorkijkjes krijgt.'
Niet klaar
Wat de landschapsarchitect betreft, is zijn werk aan de villatuin nog niet gedaan. Op verschillende plaatsen in de tuin wijst hij op zaken die hij graag nog wil aanpakken. 'Hier wil ik nog wat bijplanten', wijst hij. 'Dit is de enige plek die ik nog te open vind.'
| De bruggen in de villatuin moeten nog gerestaureerd worden. |
|
|
Het kan allemaal nog en dat vindt hij ook belangrijk. 'Je bent bij een project als dit niet snel klaar, want je kunt niet alles op papier verzinnen. Soms wil je ook een maquette maken en kijken hoe iets werkt. Later kun je dan nog ingrepen doen als het anders uitpakt dan je hebt voorzien. Ik vind het fijn dat ik een goed contact heb met de landgoedeigenaar. Zo blijf ik erbij betrokken en kan ik nog eens wat tweaken, als dat nodig blijkt.' Het park bij Villa Kanjel is opengesteld vanaf het voorjaar 2023.
Onderwerp: Villa Kanjel, Maastricht Opdracht: Globaal tuinhistorisch onderzoek en compositie Datum: medio 2019 Opdrachtnemer: Bureau Verbeek, landschapsarchitectuur, ecologie, stedelijk ontwerp Opdrachtgever: Van Rijn project & beleid
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|
| |
Sima 2024
|
zondag 24 november 2024 t/m woensdag 27 november 2024 |
|
|
|
|
|
|
|