| |||||||||||||
Viburnum is een zeer belangrijk geslacht voor de Nederlandse boomteeltsector Na twee eerdere artikelen over Viburnum in Stad+Groen in 2020 en 2021 wordt in dit derde artikel dieper ingegaan op Viburnum plicatum. De cultivars van deze soort zijn nauwelijks te verwarren met andere soorten of planten; hoogstens wordt soms gedacht dat het hortensia's zijn. Vanaf ongeveer eind mei tot eind juni bloeien ze overdadig, soms gevolgd door vele dieprode vruchten in de nazomer en herfst.
Viburnum is een zeer belangrijk geslacht voor de Nederlandse boomteeltsector. Een behoorlijk aantal soorten en nog meer cultivars worden veelvuldig in tuinen, parken en de openbare ruimte toegepast. Er is voor elk seizoen wel een bloeiende soort en/of cultivar te vinden. Daarnaast produceren verschillende soorten en cultivars overdadig gele tot dieprode, blauwe of zwarte vruchten. De planten variëren van lage struiken tot kleine bomen. Het grootste deel is 's winters bladverliezend, maar een aantal soorten is (half)wintergroen. Grofweg is Viburnum in een aantal groepen in te delen. De winter- en voorjaarsbloeiers kunnen globaal in twee groepen worden verdeeld: de winter- en voorjaarsbloeiers en V. plicatum en cultivars. Dit artikel gaat over V. plicatum en de cultivars ervan. FamiliebandenViburnum werd voorheen altijd in de Caprifoliaceae (kamperfoeliefamilie) ingedeeld, maar sinds een aantal jaren is deze familie opgesplitst in een aantal kleinere. Hierbij werd Viburnum in de Adoxaceae geplaatst, samen met onder andere Sambucus, de naaste verwant van Viburnum. Vooral in de bloei en de vruchten zijn de overeenkomsten tussen Sambucus en Viburnum te zien. Wetenschappelijk gezien behoort V. plicatum tot een genetisch wat verder van andere soorten af liggende sectie. Dit houdt in dat het niet mogelijk is om V. plicatum te kruisen met andere soorten. Er zijn circa 240 natuurlijke soorten Viburnum, ruim 100 hybriden en meer dan 250 cultivars. Hiervan behoren er zo'n 30 tot V. plicatum.V. plicatum (als soort) is een grote en brede struik met min of meer horizontaal afstaande takken. Hierdoor krijgen oudere struiken vaak 'etages' met bloeiende takken, wat ze een statig uiterlijk oplevert. De plant is bladverliezend en de bladeren staan steeds tegenover elkaar. Bij de meeste cultivars kleurt het blad roodachtig tot diep purperrood in de herfst. De bloeiwijze is, net zoals bij de meeste andere Viburnum, een tuil. De tuilen verschijnen over de gehele lengte van de uitstaande takken, op korte, opstaande twijgjes met gewoonlijk maar één bladpaar. Langs de rand van de bloeiwijze is een krans van steriele lokbloemen, maar in verschillende cultivars bestaat de gehele bloeiwijze uit steriele bloemen. De bloemen zijn wit tot licht paarsroze. Na de bloei verschijnen de aantrekkelijke, rode vruchten, die bij rijpen zwart kleuren. Uiteraard geven de cultivars met volledig steriele bloeiwijzen geen vruchten.
ThunbergDe Zweed Carl Peter Thunberg, een leerling van Linnaeus, werd als arts door de VOC aangesteld en reisde achtereenvolgens naar Zuid-Afrika, Indonesië en Japan. In Japan, waar hij in de Nederlandse enclave Deshima verbleef, verzamelde hij materiaal van in Japan inheemse en gekweekte planten; zo ook van V. plicatum, die hij beschreef. In 1784 beschreef hij de 'normale' fertiele vorm V. tomentosum en in 1794 de steriele (cultuur)vorm V. plicatum, waarmee de verwarring in de naamgeving van deze soort begon. Enkele jaren later corrigeerde de Rus Maximowicz dit door de steriele V. plicatum als ondersoort van V. tomentosum te beschrijven. Pas in 1945 concludeerde Alfred Rehder dat de naam V. tomentosum, gegeven in 1784, ongeldig was, omdat er in 1778 al een V. tomentosum werd beschreven (voor de plant die we nu als V. lantana kennen).Uiteindelijk bleef V. plicatum dus de juiste naam voor deze soort, waarbij de steriele vorm V. plicatum f. plicatum wordt genoemd en de 'gewone' fertiele vorm V. plicatum f. tomentosum. Heel vreemd hieraan is dat de steriele plant (dus met de bolvormige bloeiwijze met alleen steriele bloemen) het type voor de soort is. Dit is hoogst ongebruikelijk, omdat het type van een soort feitelijk een natuurlijke soort zou moeten zijn die zich in de natuur kan handhaven. In de praktijk is deze plant maar één kloon, die steeds vegetatief wordt vermeerderd, een cultivar dus. Dit bood taxonomen de kans om er een cultivarnaam voor te bedenken. In Engeland werd de naam 'Thunberg's Original' voorgesteld, wat ook in Nederland werd overgenomen. De plant is overigens ook verantwoordelijk voor de Nederlandse naam voor V. plicatum: Japanse sneeuwbal. Concluderend: de plant die in het wild voorkomt, heet dus V. plicatum f. tomentosum en de steriele vorm heet V. plicatum 'Thunberg's Original'. Waarmee de illustere Zweed toch nog wordt geëerd.
Fertiele cultivarsDe cultivars met fertiele bloemen hebben dus bloeiwijzen die min of meer vlak staan en alleen aan de randen kransen met steriele bloemen hebben. De bloemen zien er wat delicater uit dan de volledig steriele en hebben ook als voordeel dat ze na de bloei kleurige vruchten produceren. Dit is ook de grootste groep cultivars, waarvan 'Cascade' en 'Shasta' twee zeer goede zijn. 'Cascade' groeit tot ruim 2 m hoog en kan twee keer zo breed worden. De takken staan horizontaal af tot iets schuin opgaand en de bladeren geven goede rode herfstkleuren. De bloeiwijzen zijn vlak en tot 10 cm groot en openen vanaf half mei tot in juni. De zes tot twaalf witte steriele randbloemen zijn tot 5 cm groot, met elkaar overlappende lobben. 'Cascade' geeft gewoonlijk veel vruchten. De plant lijkt op 'Mariesii', maar die groeit iets vlakker en heeft een iets fijnere structuur. Bovendien is 'Cascade' zeer gezond, goed te vermeerderen en groeit de plant goed.'Shasta' groeit iets hoger en naar verhouding iets minder breed dan 'Cascade'. Ook kleurt het blad van 'Shasta' goed rood in de herfst. De bloemschermen zijn iets meer bolvormig en hebben ook enkele lokbloemen in het midden van elk scherm. Dit is een handig kenmerk om 'Shasta' van andere cultivars te onderscheiden. De bloei start ongeveer tien dagen tot twee weken eerder dan bij 'Cascade'. De al genoemde 'Mariesii' is een algemeen gekweekte cultivar, die, zeker op jonge leeftijd, lager en vooral breder groeit dan andere cultivars. Evenals 'Shasta' bloeit 'Mariesii' vanaf begin mei. Helaas is deze mooie cultivar iets gevoeliger voor spint dan 'Cascade' en 'Shasta'.
Wel aan te bevelen is de nieuwere 'Tennessee'. Deze sterk groeiende cultivar kan ruim 3,5 m hoog worden en heeft donkergroen blad dat oranjerood kleurt in de herfst. 'Tennessee' bloeit rijk, met tot 10 cm grote schermen. Na de bloei volgen veel vruchten. Door de groeikracht is het mogelijk om 'Tennessee' zelfs als kleine (lei)boom toe te passen. Ook relatief nieuw is 'JWW1' (KILIMANDJARO). Net als 'Tennessee' is het een groeikrachtige cultivar, maar KILIMANDJARO heeft meer opgaand groeiende takken, waardoor een piramidale habitus ontstaat. De bloemschermen openen rond half mei. Opvallend is dat er in de nazomer nog een behoorlijke nabloei kan plaatsvinden. KILIMANDJARO is een sterke, gezonde cultivar. De Noord-Ierse 'Rowallane', genoemd naar de gelijknamige tuin, heeft de naam de mooiste en rijkste vruchtdracht van alle V. plicatum te geven. Helaas is een rijke bloei - voorwaarde voor een rijke vruchtdracht - niet ieder jaar gegarandeerd. 'Rowallane' groeit iets langzamer, heeft minder horizontaal afstaande takken en iets kleiner blad dan de eerder genoemde cultivars. Evenals 'Cascade' bloeit 'Rowallane' wat later dan andere cultivars. Dat het nog smaller kan, bewijzen 'Summer Snowflake' en 'Watanabe', die soms nog onder de oude naam 'Nanum Semperflorens' in de handel is. Beide zijn dichtvertakte struiken die ruim 2 m hoog kunnen worden, bij een breedte van 1 tot 1,5 m, wat smal is voor een V. plicatum. Beide planten bloeien met vrij kleine schermen (5 tot 7 cm in doorsnede) en kunnen veel vruchten dragen. Bij 'Summer Snowflake' rijpen deze omstreeks augustus-september, bij 'Watanabe' meestal één tot twee weken eerder. Hoewel 'Watanabe' de bekendste van de twee is, heeft 'Summer Snowflake' iets donkerder blad, wat een beter contrast geeft met de witte bloei. Ook 'Summer Snowflake' geeft nabloei in augustus en september.
Steriele cultivarsBloeiend vallen de steriele cultivars van V. plicatum direct op, omdat de bloeiwijzen (afgeplat) bolvormig zijn. Ze missen dus de krans steriele bloemen en de bundels fertiele bloemen in het midden van de schermen. De bloeiwijzen bestaan geheel uit fertiele (lok)bloemen. Omdat de planten veel voller lijken met bloemen, ziet dit er spectaculairder uit dan bij de cultivars met fertiele bloemen. Anderzijds hebben de cultivars met fertiele bloemen een wat delicater voorkomen en zijn ze veel beter voor de biodiversiteit, omdat insecten de fertiele bloemen bezoeken.De al genoemde 'Thunberg's Original' is voor velen nog steeds de beste cultivar in deze groep. Met een uiteindelijke hoogte en breedte van 1,5 m is het een bescheiden cultivar, die ook geschikt is voor toepassing in kleinere tuinen. Het is tijdens de teeltfase misschien niet de gemakkelijkste plant, maar eenmaal volgroeid is de bloei overdadig en contrasteert die fraai met het blad. Een oude bekende is 'Grandiflorum', die af en toe ook nog onder de onjuiste oude naam 'Rotundifolium' in de handel is. Het is niet zo'n goede groeier en hoewel strenge vorst niet vaak meer voorkomt, kunnen de twijgen van 'Grandiflorum' 's winters wel beschadigen. Uiteindelijk kan 'Grandiflorum' toch ruim 2,5 m hoog en 3 m breed worden. De bloei is schitterend, waarbij opvalt dat de bloeiwijzen duidelijk groter zijn dan bij andere steriele cultivars. Ook opvallend is de dieprode herfstkleur die het blad in het najaar krijgt. Twee relatief nieuwere cultivars zijn 'Newport' en 'Popcorn'. 'Newport' heeft een zeer dichte vertakking en een vrijwel bolronde groeiwijze, tot ruim 2 m hoog en breed. De plant bloeit bijzonder rijk, maar door de dichte vertakking zitten sommige bloeiwijzen wat tussen het blad verscholen. Dit is niet heel erg; het geeft de plant juist een iets minder statisch uiterlijk. 'Popcorn', net als 'Newport' een Amerikaanse introductie, groeit duidelijk sterker en meer opgaand. De plant kan ruim 3 m hoog worden. Volgens Amerikaanse bronnen zou 'Popcorn' iets droogteresistenter zijn dan andere cultivars, maar dit is nooit in een vergelijkende opplant beoordeeld. Hoe dan ook, zowel 'Newport' als 'Popcorn' is een aanbevelenswaardige cultivar.
Rozerood bloeiende cultivarsOmdat er soms een vleugje rozerood in de randen van de steriele bloemen te zien is, is men gaan veredelen om dit te versterken. Het resultaat is dat er een aantal min of meer rozerood bloeiende cultivars zijn, zowel met fertiele en steriele bloemen als met alleen steriele bloemen.De oudste is 'Rosace' (syn. 'Kern's Pink'), die ontstond als mutant in 'Thunberg's Original' en dus alleen steriele bloemen produceert. De bladeren zijn opvallend donkergroen met een rode zweem. Bij uitlopen is het blad bronskleurig. De bloemen hebben roodachtige randen, maar dit is niet stabiel en spontaan kunnen takken geheel wit bloeien. Ook varieert de intensiteit van de roodverkleuring jaarlijks, afhankelijk van temperatuur en lichtintensiteit. De nieuwere 'Mary Milton' kan worden beschouwd als een verbetering van 'Rosace'. De bloemkleuren zijn dieper en consistenter, maar ze kunnen nog steeds jaarlijks variëren. Ook bij de cultivars met fertiele bloemen zijn er enkele die rozerood bloeien. De oudste en bekendste is 'Pink Beauty'. Deze cultivar heeft diep donkergroen blad en groeit iets langzamer dan andere, witbloeiende cultivars. Zoals ook bij andere rozerood bloeiende V. plicatum het geval is, varieert de intensiteit van de kleur van de steriele lokbloemen jaarlijks. Bij koeler weer en minder zon is de kleur intenser. Helaas is 'Pink Beauty' niet de gemakkelijkste plant. Het slagingspercentage bij vermeerdering is wisselvallig en ook de verplantbaarheid laat soms te wensen over. De nieuwere 'Molly Schroeder' is een verbetering van 'Pink Beauty'. De bloemkleuren zijn jaarlijks stabieler en de teelt en toepassing zijn gemakkelijker. Ook 'Molly Schroeder' is in alle delen kleiner en groeit langzamer dan de witbloeiende V. plicatum. De recentste aanwinst in het sortiment rozerood bloeiende cultivars is 'JWW5' (KILIMANDJARO SUNRISE). Deze plant heeft dezelfde groeiwijze en bloeirijkheid als KILIMANDJARO, maar de steriele lokbloemen zijn zachtroze. KILIMANDJARO SUNRISE werd tot beste nieuwe introductie verkozen tijdens de beroemde RHS Chelsea Flower Show in 2020.
Standplaats en toepassingViburnum plicatum houdt van een voldoende vochtige, maar zeker geen natte bodem, bij voorkeur licht zuur en met een hoog organischestofgehalte. Dit kunnen veen-, zand- of lichte klei- of lössgronden zijn. Hij kan het beste in de volle zon of lichte schaduw worden geplant, maar houdt er rekening mee dat een plaats in de schaduw wel ten koste gaat van de bloeirijkheid en de daaruit volgende vruchtdracht.Net zoals vrijwel alle andere Viburnum produceren ook V. plicatum-cultivars meer vruchten na kruisbestuiving. Als veel vruchten gewenst zijn, is het dus zeer aan te raden om steeds meer dan één (bij voorkeur drie of vijf) planten bij elkaar te planten. Viburnum plicatum kan gevoelig zijn voor fytoftora. Het risico daarop wordt verkleind door een goed doorlatende bodem en voldoende vitale planten, maar aantastingen zijn nooit helemaal te voorkomen. Viburnum plicatum kan zowel goed in (particuliere) tuinen en parken worden toegepast als in het openbaar groen, als solitair of, als er voldoende ruimte is, in kleine groepen. (Kleur)combinaties met andere heesters en vaste planten zijn gemakkelijk te maken.
Tip de redactie |
|