Overbrugbare vliegroutes voor bijen en andere beestjes |
|
|
|
|
| 214 sec |
Onderbegroeiing draagt bij aan biodiversiteit in de stad
Wil je meer biodiversiteit in de stad, dan hoeft dat niet zo ingewikkeld te zijn. Begin met het inzaaien of beplanten van boomspiegels met de juiste zaden of planten, zorg voor een bloeiende strook onder een heg of maai eens wat minder. Met de juiste onderbegroeiing houd je de plaagdruk onder controle en de insectenpopulatie in leven.
'Als er een plaag is, zoals de eikenprocessierups, krijgen wij vaak vragen over natuurlijke bestrijding', vertelt ecologisch adviseur Jeltje Stam, werkzaam bij Cruydt-Hoeck. 'Maar wij kunnen veel meer doen op het gebied van biodiversiteitsbevordering. Als een beleidsmaker denkt aan meer groen maar zich afvraagt hoe hij dat kan invullen, is dat het juiste moment om contact met ons op te nemen. Wij kunnen meedenken over zadenmengsels en over de bodem. Daarnaast heeft het openbaar groen vaak een publieksfunctie; ook daarover kunnen we adviseren.'
Haalbare biodiversiteit
Cruydt-Hoeck lanceerde ongeveer een half jaar geleden een aantal 'gemeentemengsels', mengsels die zijn afgestemd op de regionale situatie. In Nederland is er immers sprake van diverse bodemsoorten, zoals klei, leem en zand. 'Deze mengsels hebben we samengesteld met het buitengebied in het achterhoofd. In het buitengebied moet je voorzichtig zijn met wat je zaait, omdat daar vooral oorspronkelijke grond aanwezig is. In de bebouwde kom is vaak geen sprake meer van oorspronkelijke vegetatie; dan kun je wat vrijer zijn in je plantenkeuze.' Gemeenten hebben voor deze locaties vaak ook nog verschillende wensen. Zo is de hoogte in bermen belangrijk in verband met de verkeersveiligheid en zijn planten die overhangen op de stoep ook niet wenselijk. Het moet er kleurrijk uitzien en natuurlijk onderhoudsvriendelijk zijn. 'Biodiversiteitsherstel is voor ons als Cruydt-Hoeck het belangrijkste doel, maar het moet voor een gemeente wel haalbaar zijn', beaamt Stam.
|
'Wij begrijpen dat biodiversiteitsherstel voor een gemeente haalbaar moet zijn'
| |
|
Stam is bioloog-ecoloog en werkte aanvankelijk in een meer wetenschappelijke omgeving. Zij deed promotieonderzoek en werkte bij een universiteit, maar de echte planten bleven haar trekken. Ze wilde niet alleen de natuur bestuderen, maar ook iets praktisch doen. Dat leidde vier jaar geleden tot de functie van bloemweide-adviseur bij Cruydt-Hoeck, leverancier van onder meer inheemse wilde planten en zaden. In deze rol komen er allerhande vragen op haar af, zowel van particulieren als hoveniers en gemeenten. Die vragen kunnen gaan over de bodem, de juiste locatie en omstandigheden of het beheer.
| Een boomspiegel met onderbegroeiing heeft vele voordelen. |
|
|
Onderbegroeiing als stapsteen voor insecten
Stam merkt dat er ook vraag is naar plantenpakketten, bijvoorbeeld specifiek voor een boomspiegel. Hiervoor levert het Friese bedrijf planten in pot. 'Bij een jonge boom die net is aangeplant, wil je niet direct schoffelen en wil je voorkomen dat de wortels beschadigd raken. Een oplossing is dan om iets in te zaaien dat snel dichtgroeit of om planten te plaatsen. Wij hebben een aantal standaardmengsels voor onderbegroeiing en kunnen ook een mengsel op maat maken.' Stam legt uit: 'Praktisch gezien brengt dergelijke onderbegroeiing voordelen met zich mee: het vocht in de bodem wordt vastgehouden, en mensen (of honden) kunnen er niet doorheen lopen. Je helpt er ook de biodiversiteit mee. Een stad lijkt ver verwijderd van de natuur, maar ook daar kunnen heel veel soorten bijen, vlinders en zweefvliegen voorkomen. Deze hebben "stapstenen" nodig om zich van het ene stukje groen naar het andere te kunnen verplaatsen. Goede onderbegroeiing draagt daaraan bij en biedt bestaanskansen voor wilde bijen. Veel soorten, zoals zandbijtjes, kunnen maar een paar honderd meter vliegen tussen hun nest en de plek waar ze foerageren. Een boomspiegel of een rijtje struiken met daaronder bloeiende planten maakt voor deze insecten het verschil tussen wel of niet kunnen leven. Zo kun je op heel kleine schaal best veel betekenen voor de biodiversiteit.'
| Bloemenweide in een stadpark |
|
|
Vogel eet insect, larf eet rups
Bij plaagdruk van de eikenprocessierups worden vogelnestkastjes geadviseerd. Die zijn belangrijk, maar vormen slechts een deel van de oplossing, niet de hele, legt Stam uit. 'Vogels hebben naast rupsen ook andere insecten nodig als voedsel. Sluipvliegen en sluipwespen zijn belangrijke plaagbestrijders én vormen voedsel voor vogels. Ze leggen eitjes in de nesten van de eikenprocessierupsen. Volwassen sluipvliegen hebben echter nectar of stuifmeel nodig om in leven te blijven. Ze hebben niet, zoals vlinders, een lange roltong, dus zoeken ze specifiek naar gemakkelijk bereikbare nectar. Dat vinden ze in schermbloemen, zoals fluitenkruid. Als die er zijn, kunnen ze in leven blijven en gaan ze vervolgens op zoek naar rupsennesten om hun eitjes te leggen. Dat doen ze in de eikenprocessierups, waarna de sluipvlieglarven de rupsen opeten. Voor lieveheersbeestjes en zweefvlieglarven geldt hetzelfde: de volwassen dieren hebben nectar nodig en de larven eten de plaagdieren (zoals bladluizen) op. Er is dus een balans nodig tussen datgene waar het plaaginsect op zit en datgene wat de plaagbestrijder nodig heeft om in leven te blijven en het plaaginsect te bestrijden. Zo blijft de plaagdruk beheersbaar.'
Leren kijken doet interesse groeien
Cruydt-Hoeck probeert de mengsels zo samen te stellen dat er gedurende het hele seizoen voldoende nectar aanwezig is voor vliegende insecten. 'De bloeiboog, zoals wij dat noemen, is belangrijk. Daarnaast moet je ook het belang van de plant zelf voor de insecten niet onderschatten.'
|
'Al weet je er niet zoveel van, dat moet geen belemmering zijn om te beginnen met biodiversiteitsherstelacties'
| |
|
Enige kennis van vegetatie en planten helpt bij het beheer. Ook om het al dan niet kleurrijke groen te kunnen waarderen. De ene plaats vraagt wat minder maaibeheer dan de andere, bijvoorbeeld doordat het er schaduwrijk is. Cruydt-Hoeck probeert in de kennisbehoefte te voorzien door bloemenweidecursussen aan te bieden, en ook op de website staat veel informatie. De vraag naar kennis groeit. De cursussen die Cruydt-Hoeck geeft, worden niet alleen goed bezocht, ook de vraag ernaar groeit. 'Dat de bodem bepaalt hoe vaak je moet maaien, waar je op moet letten bij het kiezen van een geschikt mengsel voor een specifieke plek, dat zijn onderwerpen die in een cursus aan bod komen. Hoewel het kennisniveau van de deelnemers verschilt, kunnen wij hen altijd iets nieuws leren. Als het bewustzijn ontstaat, als mensen leren kijken, wordt de belangstelling steeds groter.' In het openbaar groen is meer mogelijk dan mensen denken en weten. 'Kennis is handig, maar anderzijds is het allemaal ook niet zo ingewikkeld. Weinig kennis moet geen reden zijn om niet te beginnen met inzaaien of planten op een manier die de biodiversiteit in de directe omgeving herstelt. Breng het aantal maaibeurten van een gazon eens terug van 26 naar 6. Dat kan al heel veel opleveren aan bloei. Daarom adviseer ik: begin gewoon. En waar nodig kunnen wij altijd meedenken.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|