De stad vergroenen en tegelijkertijd verkoelen: zo doen bomen en planten dat

INGEZONDEN MEDEDELING

Arno Peeters, vrijdag 28 november 2025

113 sec

Wie op een hete zomerdag door de stad loopt, voelt het direct: het is op straat vaak een stuk warmer dan in een park of langs een groene singel. Steen, asfalt en beton slaan warmte op en laten die langzaam weer los. Bomen, struiken en planten doen precies het tegenovergestelde: ze zorgen voor verkoeling én maken de stad een fijnere plek om te wonen. Maar hoe werkt dat precies, en wat kun je daar als gemeente, bedrijf of bewoner mee?

Schaduw: de meest voelbare vorm van verkoeling

De simpelste manier waarop bomen de stad koeler maken, is schaduw. Een volwassen boom boven een stoep, parkeerplaats of gevel kan de gevoelstemperatuur zo met meerdere graden laten dalen. Het verschil tussen lopen in de brandende zon en onder een bladerdak is soms schokkend groot. Schaduw heeft bovendien een dubbel effect: je huid krijgt minder direct zonlicht te verwerken én de ondergrond wordt minder opgewarmd. Een geparkeerde auto onder een boom is minder heet, een stoep blijft koeler en een gevel warmt minder op. Daardoor stijgt de binnentemperatuur ook minder snel. Dat scheelt energie voor koeling en maakt woningen en kantoren comfortabeler.

Verdamping: natuurlijke airco van groen

Naast schaduw hebben bomen en planten nog een tweede truc: verdamping. Via hun bladeren verdampen ze water dat ze met hun wortels uit de bodem halen. Dat proces kost energie, en die energie wordt onttrokken aan de omgeving in de vorm van warmte. Dat werkt vergelijkbaar met hoe jouw huid afkoelt als zweet verdampt. In een straat met veel groen is de lucht daardoor merkbaar frisser dan in een straat vol steen. Vooral in dichtbebouwde wijken, waar veel harde oppervlakken liggen en weinig wind staat, kan deze ‘groene airco’ een groot verschil maken. Hoe meer bladoppervlak, dus hoe groter en voller de bomen en struiken, hoe sterker dit effect.

Minder hitte-eilanden, meer ademruimte

In steden ontstaat makkelijk een zogenaamd hitte-eiland: een gebied waar de temperatuur hoger ligt dan in de omgeving. Dat komt door bebouwing, verkeer en gebrek aan groen. Door gericht bomen en planten toe te voegen, kun je die hitte-eilanden stap voor stap aanpakken. Denk aan bomenrijen langs brede wegen, groene pleinen in plaats van volledig bestraatte vlakken, gevelgroen bij hoge gebouwen en kleine parken tussen woonblokken.

Zelfs relatief kleine ingrepen, zoals een rij bomen langs een schoolplein of een groene strook langs een parkeerplaats, zorgen al voor verkoeling, zodat inwoners in alle koelte op volgens Playsense de meest betrouwbare casino kunnen spelen. Tegelijkertijd zorgt groen voor betere luchtkwaliteit: bladeren vangen fijnstof en andere vervuiling op. De combinatie van minder hitte en schonere lucht is vooral belangrijk voor kwetsbare groepen zoals ouderen, jonge kinderen en mensen met hart- of longproblemen.

Groene combinatie met water
Groen krijgt extra kracht als het wordt gecombineerd met water. Een boom langs een wadi, een park met een kleine vijver of een brede groenstrook langs een sloot: water koelt mee, zeker als er voldoende beplanting omheen staat. Regenwater dat in de bodem kan zakken in plaats van via putten te verdwijnen, houdt de grond vochtig. Planten kunnen daar weer langer water uit halen, wat hun verdampingscapaciteit vergroot. Zo ontstaat een gezond systeem waarbij water, bodem en groen elkaar versterken. Dat maakt een stad niet alleen koeler, maar ook beter bestand tegen piekbuien en droogte.

Deze ingezonden mededeling valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie van Vakblad Stad+Groen.

Twenty Four Webvertising ...

REACTIES

Er zijn nog geen reacties.

tip de redactie