‘Besturen ligt me meer dan politiek bedrijven’ |
|
|
|
Paul van der Sneppen,
woensdag 7 november 2018 |
|
| 254 sec |
Oudgediende waterschap De Dommel pleit voor meer transparantie in waterschapsbestuur
'De droogte van afgelopen zomer komt ons eigenlijk wel goed uit. Zo halen we ook de krant een keer', zegt Leonie Bruggink-van der Steen. En dat is hard nodig, vindt het bestuurslid van waterschap De Dommel in Noord-Brabant. 'Het mag allemaal best wat transparanter.'
Leonie Bruggink-van der Steen |
Ze is al bijna twintig jaar bestuurslid van waterschap De Dommel; sinds 2005 doet ze dat namens de Algemene Waterschapspartij (AWP). Bruggink heeft in die twee decennia de hele transitie meegemaakt waarbij het waterschapsbestuur werd omgevormd van een klassiek bestuursorgaan tot een politiek orgaan met gekozen vertegenwoordiging. ‘Dat is goed geweest voor de transparantie. De burger krijgt meer zicht op wat we doen en waarom. Maar we zijn er nog lang niet. Onze manier van besturen is wat mij betreft nog niet transparant genoeg.’
Belangstelling
Die transparantie moet op verschillende fronten bevochten worden. Eén van die fronten is de eeuwige strijd om de aandacht van de pers. Bruggink bedient zich van een mantra dat Stad en Blauw van meer waterschapsbestuurders kent: ‘We komen te weinig in de krant.’ Ze vindt de belangstelling van publiek en media teleurstellend. ‘Tijdens de commissie- en algemeenbestuursvergaderingen is de publieke tribune nagenoeg leeg. Dat zou ik echt anders willen zien.’
Toch steekt ze ook de hand in eigen boezem. ‘Ik ga het de media niet aanwrijven dat ze ons niet weten te vinden. Als waterschap doen we te weinig om ons te profileren en dat geldt ook voor de waterschapspartijen en het algemeen bestuur. Dat laatste zou zichzelf ook wat vaker in de kijker mogen spelen en een eigen geluid laten horen. Maar ik kom er zelf ook nauwelijks aan toe om tijd te investeren in het aangaan en onderhouden van persrelaties. Ik geef het eerlijk toe.’
Milieudelicten
Er is niettemin een tijd geweest waarin de lokale pers waterschap De Dommel wél wist te vinden, memoreert Bruggink. Kort nadat in 2015 het huidige dagelijks bestuur was samengesteld, raakte één van de leden in opspraak. Het DB-lid in kwestie kon geen verklaring omtrent gedrag (VOG) overleggen. Toen de pers er lucht van kreeg dat het DB-lid meerdere malen was beboet voor milieudelicten op diens bedrijf, haalde het waterschap plots wel de krant.
Het bestuurslid kon aanblijven en functioneert volgens Bruggink goed in het dagelijks bestuur. Ze kijkt niettemin met gemengde gevoelens terug op het incident. 'Enerzijds merk je op zo'n moment hoe belangrijk media-aandacht is voor de openheid van bestuur. Anderzijds is het natuurlijk jammer dat we alleen de krant halen als er heibel is. We hebben als waterschap echt wel een ander verhaal aan de wereld te vertellen. We dienen grote belangen en we doen dat ook nog eens hartstikke goed.'
De tekst loopt door onder de afbeelding
Mandaat
Het integriteitsincident legt volgens Bruggink ook de vinger op een dieperliggend probleem. Ze vindt dat het dagelijks bestuur van waterschap De Dommel een te groot mandaat heeft en dat het algemeen bestuur teveel volgt. ‘Bij sommige waterschappen vergadert het algemeen bestuur tien keer per jaar. Wij komen vier keer per jaar bijeen. Dat is te weinig. We geven daarmee een te groot mandaat aan het dagelijks bestuur en zijn te weinig kaderstellend bezig.’
|
‘Wateroverlast en droogte hebben het waterschap op de kaart gezet’
| |
|
Die bestuurlijke weeffout is op pijnlijke wijze tot uiting gekomen in het integriteitsincident. Bruggink vindt dat het algemeen bestuur zich in die kwestie opzij heeft laten zetten. ‘Toen de VOG van het kandidaat-lid maar op zich liet wachten, hebben we als algemeen bestuur onvoldoende alert opgetreden. Het zou allemaal wel goed komen met die VOG, werd ons voorgehouden. We zijn daarin meegegaan en hebben de aanstelling bekrachtigd. Dat was fout. Ik heb me daar achteraf vreselijk druk over gemaakt. Ik vind dat we als algemeen bestuur veel vaker op onze strepen moeten staan.’
Ambtenaren
Nu het gekrakeel rond het integriteitsincident is verstomd, blijft de publieke tribune bij de commissie- en algemeenbestuursvergaderingen weer leeg. ‘Wat ik jammer vind, is dat ook de ambtenaren van het waterschap die plaatsen niet bezetten. Ik denk namelijk dat die een bijdrage kunnen leveren aan de verkleining van de afstand tussen het bestuur en de organisatie. Ik denk dat zij ook beter zicht hebben op hoe besluiten precies tot stand komen. Omdat we maar vier keer per jaar vergaderen, vinden de belangrijke discussies veelal plaats in de organisatie zelf, bij het dagelijks bestuur en de ambtenaren. Dat is jammer. Voor de buitenwacht wekt dat de indruk van achterkamertjespolitiek. Dat moeten we niet willen. Dat past niet bij transparant en open bestuur.’
|
'Vier keer per jaar vergaderen is te weinig’
| |
|
Het past Bruggink bovendien niet om aan de zijlijn te staan. Ze wil bij de zaken betrokken worden en pal staan voor de belangen van haar achterban. De gebrekkige transparantie binnen het waterschap staat dat nog wel eens in de weg. ‘Ik zie bijvoorbeeld op de besluitenlijsten van het dagelijks bestuur dat er brieven van burgers zijn behandeld. Burgers kunnen die brieven niet op de site terugvinden. Dat moet anders. Het gaat immers om openbare stukken op de agenda van het algemeen bestuur. Door die brieven openbaar te maken, ontstaat er dialoog over. Dat is goed voor de transparantie en voor de besluitvorming. Zo krijgen we in het algemeen bestuur bovendien wat meer voeling met de burger. En dat is weer een mooie opmaat tot een situatie waarin burgers ons, de leden van het algemeen bestuur, makkelijker weten te vinden.’
Drijfveer
In dat contact met de stakeholders schuilt duidelijk een persoonlijke drijfveer van de waterschapsbestuurder. ‘Ik ben dan ook blij dat we de fusies van waterschappen nu wel zo’n beetje achter ons hebben. Veel groter hoeven ze van mij niet te worden. Dan verlies je het contact met de burger.’ Bruggink is ook als gemeenteraadslid actief geweest in de gemeente Cranendonck. ‘Ik hou van dat kleine, schaalbare van regionaal bestuur. Je leunt daarin zwaar op persoonlijke relaties met mensen. Je bent meer bezig met jezelf dienstbaar maken dan met politiek bedrijven. Ik ben dan ook veel meer een bestuurder dan een politica. Die rol past me beter.’
Vrouwelijk
Bruggink vertolkt ook heel nadrukkelijk de vrouwelijke noot in het waterschapsbestuur. Ze stond vlak voor de millenniumwissel aan de wieg van Waterlelie, een netwerk van vrouwelijke waterschapsbestuurders. Sinds die tijd is ze landelijk coördinator van het vrouwennetwerk. Waterlelie heeft vooral tot doel om materie- en ervaringsdeskundigheid te delen. De leden komen tweemaal jaarlijks bijeen en bezoeken dan één van de waterschappen.
Bruggink vindt niet meteen woorden om uit te leggen hoe de vrouwelijke noot zich binnen de waterschappen laat gelden. Ze is er eigenlijk heel pragmatisch over. ‘We zijn geen feministische actiegroep. Er is best een lans te breken voor het idee om zo’n kennisnetwerk voor alle waterschapsbestuurders op te richten. Alle bestuurders hebben immers baat bij kennisdeling. Maar het is ook simpelweg praktischer om dat in een kleinere bezetting te doen en er was bij de oprichting veel animo voor een vrouwennetwerk.’
Materiedeskundigheid
Dat laatste is mogelijk te verklaren uit het feit dat de afgelopen twee decennia door de democratisering van de waterschappen veel meer instroom is geweest van vrouwelijke bestuursleden. ‘Vroeger waren de waterschappen bij uitstek een mannenbolwerk. Waterschappen werden vooral bestierd door ingenieurs, door techneuten dus, met hun eigen taal en manier van werken. Er was bij de vrouwelijke nieuwkomers veel behoefte aan materiedeskundigheid. Daar voorziet Waterlelie in en dat heeft ook zijn vruchten afgeworpen, denk ik. Ik luister soms met ontzag naar Waterlelie-leden en sta er versteld van hoeveel deskundigheid er rondgaat in het netwerk.’
Vrouwen hoeven zich bij de waterschappen geen vreemde eend in de bijt meer te voelen, vindt Bruggink. ‘Vrouwen zijn goed vertegenwoordigd. Bij waterschap De Dommel doen we het zelfs heel goed. Daar zijn tien van de dertig bestuursleden vrouw, meer dan dertig procent dus.’
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
Aad Vermeer
Thursday 8 November 2018 |
|
Wat doet u nu eigenlijk? U wilt meer in de krant. Er is een fout gemaakt met iemands aanstelling en is nooit gecorrigeert want betreffende persoon is nog actief op de betreffende functie. Er wordt te weinig vergadert. Er komt niemand kijken zelfs uw medewerkers niet. Fusies hebben we genoeg gehad en er zitten meer vrouwen bij het waterschap. Maar wat doet u nu als bestuurder voor de burgers en bedrijven? Waar moet de pers over schrijven behalve dan individuele verhalen? Waar moeten we naar gaan kijken tijdens de veragderingen, welke belangrijke onderwerpen mogen we niet missen dan? U zegt dat u het goed doet, wat dan? Wat doet het waterschap goed? Ik ben Agrarier en heb te maken met al 15 jaar een slecht beleid omtrent beregening. Dit wordt al 15 jaar lang bij onder andere waterschap de Dommel kenbaar gemaakt dat in ons gebied een grote fout in het beleid zit. Niemand in ons gebied is ooit uitgenodigt voor een vergadering waarbij dat onderwerp op de agenda stond.
Kunt u in het vervolg als u de kans weer krijgt om de pers te word te staan vertellen wat u doet, waar het waterschap voor staat, wat we van het waterschap kunnen verwachten en waarom we meer actief betrokken moeten zijn als burger en bedrijfsleven omdat jullie ons iets werklijk kunnen bieden? Daar hebben we namelijk iets aan! |
|
|
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|