| |||||||||||||
Sinds enkele jaren duikt ook in onze groene wereld de term 'assetmanagement' op. Als moderne en professionele dienstverleners in de buitenruimte weten we natuurlijk allemaal wat hiermee bedoeld wordt. Maar als je de gemiddelde hovenier, groenvoorziener, calculator of uitvoerder vraagt naar de betekenis van deze term, is de kans groot dat je in een paar niet-begrijpende ogen kijkt. De recent opgeleide specialist van de HAS zal minder verbaasd zijn en, keurig volgens de ISO 555000-norm, de definitie van assetmanagement geven. Daarin wordt assetmanagement namelijk gedefinieerd als 'de gecoördineerde activiteit van een organisatie om waarde te realiseren uit activa'. Het is een set van procedures en tools voor het optimaliseren van de prestaties van fysieke bedrijfsmiddelen gedurende de gehele levenscyclus. Een hele mond vol. In ons geval hebben we het dus vaak over de functionele, maatschappelijke én esthetische waarde van de leefomgeving. Dat kan een wijk, park, schoolplein of beleeftuin zijn. In Stad en Groen leest u er veel meer over, en er zijn knappe koppen genoeg die dat veel beter kunnen uitleggen, benoemen en implementeren dan deze simpele groene polderjongen. Waar het mij nu even om gaat, is een eenvoudig praktijkvoorbeeld. De vraag in dit voorbeeld is of wij, groene dienstverleners, de behoeften kunnen peilen van de eigenaar én de gebruikers van de assets in de groene leefomgeving. De tweede vraag is of wij als groene dienstverleners hierop willen én kunnen inspelen met ons dienstenpakket. Een ambtenaar van een willekeurige gemeente in het landelijk gebied in de Randstad vertelde me dat hij genoeg lokale aannemers en loonwerkers heeft die bijvoorbeeld de reconstructie van een park (de asset) kunnen uitvoeren. En dat kunnen ze nog netjes ook, zei hij. Als ze hier aan tafel zitten, kunnen ze eindeloos praten over de inzet van een rups- of mobiele kraan, over een gesloten grondbalans en allerlei andere technische aspecten. En ze hebben hardwerkende jongens in dienst. Dus dat zit wel goed. Maar als ik diezelfde hardwerkende aannemer vraag om een toelichting te geven op een bewonersavond, is hij niet thuis. Zelfs een brief sturen naar de omwonenden is al teveel voor hem. 'Dat doe je zelf maar', kreeg de betreffende ambtenaar te horen. En het nut en de noodzaak van de activiteiten in het park maakten de lokale(!) aannemer en zijn medewerkers ook niet veel uit. Kortom: het dienstenpakket van de betreffende groene dienstverlener reikte niet verder dan tijdig en net werk leveren. De 'waarde' die hij 'creëerde' reikte niet verder dan het maken van het gevraagde product. Om van het 'optimaliseren van de prestaties gedurende de hele levenscyclus' maar niet te spreken. Niets over 'participatie van de buurt', laat staan dat deze aannemer aanbood een 'stakeholdersanalyse' uit te voeren in het dorp. Natuurlijk bieden de grote groenvoorzieners dit wel in hun dienstenpakket en hebben ze dat goed geregeld met ontwerpers, omgevingsmanagers, contractmanagers, communicatiemedewerkers en vele andere specialisten. Je kunt er ook allerlei specialisten voor inhuren bij advies- en ingenieursbureaus. Maar eerlijk gezegd rook ik hier aan tafel ook mijn kansen. Wat is het mooi om als kleine of middelgrote dienstverlener die brede rol in het buitenruimtebeheer voor de gemeente, en dus voor burgers, boeren en buitenlui, zelf te vervullen. Dan komen er veel disciplines om de hoek kijken. En afhankelijk van de omvang en het specialisme van het project moet je bepalen of je er externen bij zult moeten betrekken. Je moet als buitenruimtespecialist eens met het oog van de burger, gebruiker én eigenaar naar die buitenassets kijken. Voor dat laatste hoef je geen afgestudeerde assetmanager te zijn, maar moet je wel buiten je eigen kaders willen én durven kijken. En het is nog ontzettend leuk ook. De lente is begonnen, in de stad, in de polder en achter de bureaus. Veel succes gewenst aan alle assetmanagers! Wilco Boender, directeur en buitenruimte-innovator VDBH West, Stolwijk
Tip de redactie |
|