Gouden Klavertjes Vier brengen geluk |
|
|
|
Bart Mullink,
vrijdag 17 mei 2019 |
|
| 339 sec |
Op Groentechniek Holland geprezen innovaties vinden hun weg in de praktijk
De uitreiking van het Gouden Klavertje Vier is het hoogtepunt van de tweejaarlijkse vakbeurs Groentechniek Holland. In september vindt de vierde editie plaats. Dat betekent dat er drie bekroonde innovaties zijn van eerdere edities. De winnaars daarvan tellen hun zegeningen.
Ramm wint Gouden Klavertje Vier |
Je bent ervan overtuigd dat je iets goeds hebt bedacht. Iets waar de markt geheid op zit te wachten. De onafhankelijke jury voor het Gouden Klavertje Vier ziet het ook. Dan kan het snel gaan als de markt de boodschap van de jury blijkt op te pakken. 'De prijs heeft enorm veel aandacht gegenereerd. We hebben CO2-neutrale onkruidbestrijding in één keer op de kaart weten te zetten', zegt Jeroen van de Ven van Ramm. Ramm won met de nieuwste onkruidbestrijdingsmachine van de Franse fabrikant Oeliatec het Gouden Klavertje Vier in 2017. 'Dat heeft ons goed gedaan. We hebben niet alleen veel machines weten te verkopen, we zijn ook trendsetter geworden. Collega's proberen ons na te volgen.'
Onkruid met kokend water bestrijden op een manier die CO2-neutraal is, dat klinkt niet voor de hand liggend, erkent hij. 'We zijn verplicht overgestapt van chemische onkruidbestrijding naar mechanische en thermische bestrijding. Thermische machines verbruiken veel energie en zorgen daardoor voor veel CO2-uitstoot. Wij konden als eerste melden dat het ook anders kan: met minder heet water en dus minder energie, door een verbeterde techniek.' Om vervolgens CO2-neutraal te worden, ging Ramm in zee met oliehandel GVG. 'GVG betrekt de olie die bestemd is voor de boiler van een Finse raffinaderij, die een synthetische dieselbrandstof maakt van afval uit de hout-, papier- en voedselindustrie. Dat zijn fossielvrije grondstoffen waarvoor ook geen extra landbouwgrond nodig is.'
|
'Die prijs motiveert iedereen hier; de jongens vinden het geweldig'
| |
|
Tekst loopt door onder afbeelding
| Jeroen van de Ven: 'Het gaat er komen.' |
|
|
Diesel
Oeliatec wist de benodigde energie tot ongeveer de helft terug te brengen, dankzij een gepatenteerde spuitmond die zorgt voor een heel dunne film met extra heet water. Als dat uit het spuitmondstuk komt, bevindt het zich nog op het kookpunt. Daarvoor wordt het water onder druk opgewarmd tot 120 graden Celsius, in plaats van tegen de 100 graden, zoals bij andere heetwatermachines. Minder heet water betekent minder energie voor het verwarmen, maar ook minder energie om de machine te laten draaien. Hierdoor kon weer gemakkelijker voldoende accucapaciteit gecreëerd worden voor een volledig elektrische aandrijving. 'Alleen voor de boiler gebruik je nog brandstof. Dat mag trouwens ook gewone diesel zijn.' Bij Ramm zijn ze er volgens Van de Ven ongelofelijk trots op dat er in circa anderhalf jaar tijd al ongeveer 50 machines in Nederland zijn afgezet. 'Machines van een merk en met een techniek die in Nederland onbekend waren vóór de laatste Groentechniek Holland.'
Een tegenvaller was er ook: uitgerekend de uitvoering die werd voorgedragen voor het Gouden Klavertje Vier wordt niet verkocht. Het betreft een zelfrijdende machine met knikbesturing. De fabrikant is gestruikeld over de vele verschillende nationale regelingen en wetten voor dergelijke voertuigen binnen de EU. 'In het ene land werd hij als transportvoertuig gezien, in het andere land als tractor. Het bleek domweg niet mogelijk één uitvoering te bouwen die aan alle regels voldeed. Daarom wordt nu door de fabrikant een nieuw model ontwikkeld dat voorgedragen wordt voor een Europese typegoedkeuring', aldus Van de Ven. Het in 2017 geprezen model, de Oeliatec Mollen, is in principe leverbaar, maar is niet toegelaten voor gebruik op de openbare weg. De modellen die wel worden geleverd, zijn onder meer de Houëdic, een compacte machine op een elektrisch aangedreven onderstel, en de Houat, die bijvoorbeeld mee kan op een aanhanger of pick-up.
| Onkruid bestrijden met de Oeliatec Houëdic |
|
|
Succes
De Vredo-doorzaaimachine met zijn zogeheten DDS-systeem werd in vier jaar tijd een vertrouwde verschijning op de Nederlandse sportvelden. Het gunstige resultaat voor veldbeemd blijkt hoog te worden gewaardeerd. 'Het is een enorm succes. Het lijkt de nieuwe standaard te worden', concludeert Pieter-Teunis Hoogland van machinebouwer Vredo uit het Gelderse Dodewaard tevreden.
De winnaar van het Gouden Klavertje Vier uit 2015 schetst hoe de prijs precies op het goede moment kwam. 'De machine was klaar voor de markt en de markt bleek klaar voor deze machine. In het eerste jaar na de uitreiking van het Gouden Klavertje Vier hebben we er veel van kunnen verkopen. In totaal hebben we er nu in Nederland 37 van afgezet. Dat is voor zo'n nicheproduct erg veel in zo'n korte tijd.'
Het verzadigingspunt lijkt in zicht te komen. 'Afgelopen jaar was de verkoop wat minder. We moeten het in Nederland hebben van de laatste aannemers en sportbedrijven die er nog geen hebben en alsnog besluiten tot aanschaf.' Vaak gaat het om klanten met doorzaaimachines die nog niet oud genoeg zijn om te vervangen. 'De machines kunnen technisch erg lang mee. Klanten rekenen op een gebruiksperiode van tien tot vijftien jaar.' Voor een aantal typen doorzaaimachines kan ombouwen met de nieuwe techniek ook een oplossing zijn. 'We kunnen het DDS-systeem naleveren voor relatief jonge modellen. Voor de oudere niet, daarop past het niet. Dat wil zeggen: technisch kunnen we alles maken, maar we vinden het geen goede keus.'
|
'Grotere rol voor veldbeemd in sportvelden dankzij verbeterde doorzaaimethode'
| |
|
Buitenland
Vredo verovert ook het buitenland met zijn DDS-machine. Er zijn er al dertig geëxporteerd. 'In België draaien er veel, maar ook in andere landen, waaronder Duitsland en Canada.' Na het Gouden Klavertje Vier in 2015 won Vredo er in 2016 ook nog een Duitse prijs voor meest innovatieve machine mee. Dat gebeurde op de Gala Bau in Nürnberg.
Het DDS-systeem biedt grote voordelen, legt Hoogland uit. Er is een besparing op de kosten van graszaad door de betere opkomst van veldbeemd; daarnaast ontstaat door het grotere aandeel veldbeemd op het veld een veel sterkere grasmat.
Tekst loopt door onder afbeelding
| De DDS-machine aan het werk |
|
|
DDS staat voor dual depth dosage system. Veldbeemd en Engels raaigras worden in één werkgang los van elkaar gezaaid. Het trager opkomende veldbeemd krijgt betere kiemkansen door een geringere zaaidiepte en een gepaste afstand tot het gezaaide raaigras. Hierdoor krijgt het meer gelegenheid om zich te ontwikkelen. Dat er meer opkomt, is om te beginnen financieel aantrekkelijk, weet de Vredo-man, omdat juist veldbeemdzaad relatief duur is. Het is dus prettig als je met minder toekunt. Een groot voordeel is daarnaast dat ook een veel hoger percentage veldbeemd in de grasmat is te bereiken. De zaadjes zijn vergeleken met die van raaigras piepklein en de plantjes komen langzamer op. Eenmaal volgroeid, zorgen ze juist voor extra stevigheid in de mat door hun sterke zijwaartse wortelgroei. Daardoor houden deze sportvelden zich beter onder het intensieve gebruik tijdens het speelseizoen.
Ondergewaardeerd
Vredo ontwikkelde het DDS-systeem in samenwerking met zaadleverancier Limagrain Advanta, in wiens ogen veldbeemd een zwaar ondergewaardeerde grassoort is die een belangrijkere plaats op de sportvelden verdient. Grasspecialist Job Steunenberg legt uit: 'Als je het veldbeemd op de juiste diepte legt en de ruimte geeft, kan het zich ontwikkelen en heeft het een hogere meerwaarde voor de grasmat. Veldbeemd kan beter tegen droogte dan Engels raaigras en overleeft ook de strengste winters. Behalve dat de grasmat er steviger door wordt, verspreidt het gras zich via de wortels ook horizontaal, waardoor kale plekken vanzelf dichtgroeien. Zo krijgt onkruid geen kans en hoeft dat dus ook niet meer bestreden te worden.' De DDS-machine werkt met twee zaadbakken die onafhankelijk van elkaar doseren en met twee speciale graszaadmengsels. In de voorste bak gaat Engels raaigras met een klein beetje veldbeemd erbij, in de achterste veldbeemd met een klein beetje raaigras. 'Dit geeft in elke zaairij een gelijkmatig beeld. Raaigras en veldbeemd gaan dan samen op in hun ontwikkeling.'
Tekst loopt door onder afbeelding
| Veldbeemd-raaigrasmengsel en raaigras-veldbeemdmengsel in rijen naast elkaar gezaaid |
|
|
Het oude zaaisysteem, waarbij een mengsel veldbeemd en raaigras in één keer door elkaar werd gezaaid, leidde ertoe dat relatief weinig veldbeemd opkwam. 'Een procent of acht', zegt Steunenberg. 'Met het DDS-systeem kunnen we op zes keer zoveel uitkomen. Dat betekent dat bijna de helft van het nieuwe gras veldbeemd zal zijn.' Die acht procent is ook erg weinig als je bedenkt dat een mengsel als SV7, dat in die gevallen frequent wordt toegepast, qua gewicht voor 25 procent uit veldbeemd bestaat. 'Qua gewicht. In aantallen zaadjes overtreft de hoeveelheid veldbeemd het raaigras zelfs met een factor drie tot vier.'
Eerder kon het veldbeemd weleens een kontje worden gegeven door twee keer door te zaaien: eerst alleen veldbeemd, dat zo een voorsprong kreeg, en na twee weken werd teruggekeerd naar het veld om raaigras te zaaien. Hoogland verklaart: 'In de praktijk kwam het er vaak niet van. Aannemers werken vaak op grote afstanden van huis; ze willen niet twee keer naar al die velden rijden. Als dat al zou kunnen, want de doorzaaiperiode is relatief kort. Het veldherstel moet plaatsvinden buiten het speelseizoen. Dat betekent topdrukte in die periode.'
|
'Wij hebben CO2-neutrale onkruidbestrijding in één keer op de kaart gezet'
| |
|
Goede reclame
Een bosmaaierkop die wordt gemonteerd op een maaimachine; dat gebeurt bij Verhart Groen. Deze vondst bleek goed voor het eerste Gouden Klavertje Vier, dat werd uitgereikt in 2013. Voor het bedrijf zelf is het een succesformule. De groenaannemer gebruikt hem bij het eigen maaiwerk, dat daardoor efficiënter verloopt. 'Gazons, wegbermen, we gebruiken hem overal voor', zegt ondernemer Peter Verhart. De bestuurder kan de bosmaaierkop apart bedienen voor de lastige hoeken en rond obstakels. Het leeuwendeel van dat kleine werk is dan meteen gedaan. 'Onze ervaring is dat het met de bosmaaier 80 procent scheelt in tijd, in manuren', zegt ondernemer Peter Verhart.
'Het was goede reclame voor het bedrijf', merkt hij op. 'Dat we die prijs kregen, motiveerde iedereen hier; de jongens vonden het geweldig.' Het bedrijf gebruikt de machine al een hele tijd en hij bevalt in de praktijk heel goed, zo onderstreept Verhart. 'Alleen al daarom is het voor ons prima.' Er vindt weliswaar ook verkoop aan derden plaats, maar relatief beperkt. 'Er wordt om gevraagd, maar niet zo veel als ik had verwacht.' Eén reden is, overweegt hij, dat Verhart op de eerste plaats een groenbedrijf is en geen machinehandel. Daarnaast speelt volgens hem een rol dat gewoontes hardnekkig zijn. 'Het is een andere manier van werken. Daarvoor moet bij mensen een knop om en dat heeft tijd nodig.' Misschien duurt het nog een jaar of tien, overweegt Verhart. 'Het idee is goed.' Hij onderstreept dat het daaraan in elk geval niet zal liggen.
| Pieter-Teunis Hoogland |
|
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|
| |
Sima 2024
|
zondag 24 november 2024 t/m woensdag 27 november 2024 |
|
|
|
|
|
|
|