Pleidooi voor tussencategorie |
|
|
|
René van Druenen,
maandag 16 september 2019 |
|
| 186 sec |
De komende jaren moeten er her en der in ons land nog flink wat bomen worden aangeplant. Zo houdt de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland in dat de twaalf provincies voor 2027 samen nog zo'n 44.000 ha nieuwe natuur moeten aanleggen. Tenminste, als ze hun in 2013 gedane belofte willen waarmaken om samen 80.000 ha nieuwe natuur te realiseren voor 2027. De teller staat nog maar op 36.000 ha en in het huidige tempo zal de ontbrekende 44.000 ha pas in 2049 gerealiseerd zijn. Verder wordt in het voorliggende klimaatakkoord ingezet op de aanplant van tienduizenden hectare natuurlijk bos én de realisatie van ruim 30.000 ha agroforestry, oftewel agrobosbouw, tussen nu en 2030.
Met gemiddeld 20 bomen per persoon behoort Nederland tot de boomarmste landen van Europa. |
Je zou hier ook vanuit een ander, breder perspectief naar kunnen kijken. De in Zwitserland werkzame ecoloog Thomas Crowther heeft bijvoorbeeld berekend dat het wereldwijd aanplanten van 1.200 miljard (1012) bomen onze CO2-uitstoot van de afgelopen tien jaar zou kunnen neutraliseren. De aarde heeft op dit moment zo'n 3.040 miljard bomen. Er zouden er dus nog zo'n 160 per wereldburger bij moeten komen, liefst zo snel mogelijk. Voor ons land zou dat neerkomen op circa 2,7 miljard extra bomen, terwijl we er op dit moment nog maar ongeveer 0,35 miljard hebben. Met gemiddeld 20 bomen per persoon in plaats van gemiddeld 422 per persoon wereldwijd behoren we dan ook tot de boomarmste landen van Europa.
Het aanplanten van zo'n 2,7 miljard extra bomen in onze vruchtbare, dichtbebouwde en dichtbevolkte delta is natuurlijk veel te hoog gegrepen. Een haalbaarder doel zou een verdubbeling van het aantal bomen per Nederlander kunnen zijn, tot zo'n 700 miljoen bomen. Die verdienen we ook met zijn allen, als je kijkt naar de onlangs weer door wetenschapper Annick de Witt opgesomde voordelen van bomen: opname van CO2, verbetering van bodem-, water-, lucht- en voedselkwaliteit en biodiversiteit, grotere veerkracht van het ecosysteem, hogere huizenprijzen, een gunstiger vestigingsklimaat voor ondernemingen en een positief effect op onze gezondheid, vitaliteit, ons welbevinden, geluk en zelfs op ons sociaal gedrag.
Maar waar zou de grond vandaan moeten komen die nodig is voor de aanplant van al die miljoenen bomen? Inderdaad, vooral van de landbouw. Bijvoorbeeld in de vorm van agrobosbouw: een (klimaat)slimme manier om meerjarige gewassen als bomen, struiken en kruiden te combineren met eenjarige gewassen als granen en groenten (agrobosakkers) of met dieren als koeien, varkens en kippen (agrobosweides). Natuur en landbouw staan in dit circulaire agro-ecologische systeem niet langer met de rug naar elkaar toe; agrobosbouw gaat juist uit van de natuur en de mogelijkheden die de natuur ons biedt.
|
Een haalbaarder doel zou een verdubbeling van het aantal bomen per Nederlander kunnen zijn
| |
|
Natuur en landbouw hebben al veel te lang met de rug naar elkaar toe gestaan. Ook onze wet- en regelgeving gaat óf over natuur óf over landbouw; iets daartussenin lijkt voor de wetgever niet te bestaan. Het scheppen van een geleidelijke overgang tussen die twee is echter bittere noodzaak, willen we de komende tijd niet volkomen vastlopen bij het realiseren van onze ambities op het gebied van klimaat en natuur. In de wet- en regelgeving zou je dat kunnen doen door een nieuwe categorie op te nemen: agronatuur. Deze categorie zou in de fysieke wereld een plaats kunnen krijgen op landerijgoederen die speciaal worden ontwikkeld met het oog op een andere, veel geleidelijker verlopende overgang, en wel die tussen stad en platteland, of tussen (intensieve vormen van) natuur en (intensieve vormen van) landbouw. Die overgang verloopt nu vaak nog erg abrupt, bijvoorbeeld aan de rand van dorpen en wijken.
| Bomen planten op landbouwgrond is een optie. |
|
|
Een landerijgoed is over het algemeen een productielandschap van 25 tot 30 ha groot, waarin - conform een landelijk certificeringssysteem - natuur en landbouw, economie en ecologie, lokale en regionale voedselproductie en het leveren van ecosysteemdiensten op enigerlei wijze worden gecombineerd met uiteenlopende functies als zorg, recreatie, energie, educatie, natuurontwikkeling, nieuwe woonomgevingen e.d. (multifunctionaliteit). Bij het landerijgoed ligt de nadruk dus niet op het individuele product, maar op de complete productiewijze. Niet langer krijgt ieder product afzonderlijk een keurmerk; alle producten die afkomstig zijn van een landerijgoed krijgen samen hetzelfde eigen keurmerk. Dit gebeurt op basis van de agro-ecologische wijze waarop al deze producten worden geproduceerd, met onze natuur en ons landschap als uitgangspunt. Natuur- én landschapsinclusief dus, gecertificeerd volgens een landelijk geldend sterrensysteem, zoals ook de horeca kent, en dus vooral gericht op het creëren van een zorgvuldige, voor iedereen aantrekkelijke overgang tussen stad en platteland en tussen natuur en landbouw.
|
We doen dit bijvoorbeeld door landschapsarchitecten al vanaf het prille begin te betrekken bij de verdere ontwikkeling van landerijgoederen
| |
|
Vooral in het kader van dat laatste gaan we aan de slag met de door Berno Strootman, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving, gepromote 'landschapsinclusiviteit '. We doen dit bijvoorbeeld door landschapsarchitecten al vanaf het prille begin te betrekken bij de verdere ontwikkeling van landerijgoederen, van de uitwerking van verschillende types landerijgoed tot aan het maatwerk per locatie die voor realisatie van een landerijgoed in aanmerking komt.
Phil Hogan, nu nog Eurocommissaris van landbouw, gaf onlangs een voorzet in de gewenste richting: het realiseren van (in dit geval Europese) natuur- en klimaatdoelen via landbouwbeleid. Tijdens een conferentie die eind april in Brussel werd gehouden, presenteerde hij zijn 'éénhectare-initiatief': boeren die minimaal één hectare van hun land met bomen beplanten, krijgen daarvoor een (wat hem betreft vaste jaarlijkse) vergoeding in het kader van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). In ons land zouden we zijn voorzet kunnen inkoppen door op korte termijn de nieuwe categorie 'agronatuur' in de wet- en regelgeving op te nemen en hier inhoud aan te geven, en door landerijgoederen te realiseren waar die tussencategorie een vaste plaats kan krijgen.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|
| |
Sima 2024
|
zondag 24 november 2024 t/m woensdag 27 november 2024 |
|
|
|
|
|
|
|