Teken, processierupsen en brandende zon: in de natuur schuilt veel gevaar |
|
|
|
Bart Mullink,
maandag 2 september 2019 |
|
| 377 sec |
Oog voor persoonlijke bescherming houdt werkers gezond
Het noordwaarts opschuiven van klimaatzones levert behalve lekker zomerweer ook minder fraaie dingen op. Zoals werken onder de zon bij tropische middagtemperaturen, in een omgeving waar teken en eikenprocessierupsen de zomer volop vieren. Bedrijven zijn genoodzaakt hun personeel hiertegen te beschermen.
|
'Als het te heet wordt, moet je stoppen.' Zo simpel is het volgens Dirk Doornenbal van Nationale Bomenbank. Volgens hem kun je zoiets het best naar bevind van zaken besluiten, want vooraf opgestelde gedetailleerde protocollen op basis van temperaturen zullen de werkelijkheid toch nooit helemaal dekken. De eerste stap bij een naderende hittegolf is het aanpassen van de werktijden. Daarvoor bestaat bij Nationale Bomenbank wel een protocol: 'Het betekent vroeger beginnen en eerder ophouden. Maar wij leggen verder geen beperkingen op wat betreft bescherming. Op het moment dat iemand zegt dat het te veel wordt, is dat gewoon zo. Dan kun je die dag stoppen. Ik wil het niet moeilijker maken dan het is.' En de ene warmte is de andere niet, weet hij. Ook regionaal zijn er grote verschillen, en het maakt ook nog uit waar je werkt: op een plein in de volle zon of in de schaduw van bomen bij een zomers briesje. 'Wij werken in het hele land op allerlei soorten terrein. We hebben deze zomer meegemaakt dat het in Limburg 30 graden was en in het noorden 18 graden. Welke regel moet je dan volgen? Dat moet je per geval bekijken.'
Een zomers tenue aantrekken is in de boomzorgbranche maar beperkt mogelijk, bijvoorbeeld vanwege de veiligheidseisen die gelden bij het werken met kettingzagen. Ook de speciale beschermende kleding die is voorgeschreven bij de bestrijding van eikenprocessierupsen is het tegenovergestelde van luchtig. Hittestress kan door zulke kledingeisen nog worden verergerd. Bij Staatsbosbeheer weten ze daar alles van. Niet alleen de warmte, maar ook teken en processierupsen kunnen het personeel in de bossen opbreken. Een redelijke afweging van risico's maakt deel uit van het veiligheidsbeleid, maakt woordvoerder Marcel van Dun van deze dienst duidelijk. Dat geldt volgens hem voor alle risico's en beheersmaatregelen en is bij arboprofessionals altijd in beeld. Hij noemt nog een ander voorbeeld: het dragen van gehoorbescherming, waardoor je waarschuwingssignalen minder goed kunt waarnemen. Minder beschermende kleding betekent trouwens ook meer blootstelling aan de zon. Gelukkig heeft het personeel van Staatsbosbeheer daartegen altijd de beschikking over zonnebrandcrème.
|
'Controle op teken moet even normaal worden als tanden poetsen.'
| |
|
| Kees Weijtmans |
|
|
Schaduw
Ook bij Boomrooierij Weijtmans is de verstrekking van zonnebrandcrème een onderdeel van het veiligheidsbeleid, legt Kees Weijtmans van dit Udenhoutse bedrijf uit. Schaduw van bomen is in zijn sector geen constant gegeven, weet hij. 'Als je bomen of takken afzaagt, is de schaduw ook gelijk weg.' Smeren, dus. Anders kunnen precies die paar plekken die niet bedekt worden door de beschermende kleding flink verbranden.
Je moet er rekening mee houden; dan valt aan het zomerweer wel een mouw te passen, maakt zowel Weijtmans als Doornenbal duidelijk. De werkzaamheden afstemmen op het seizoen is iets wat de boomzorgbranche sowieso eigen is. Met de eikenprocessierups ligt dat iets ingewikkelder. Weijtmans zou deze zomer bijvoorbeeld voor een gemeente een hoop snoeiwerk uitvoeren, maar dat was onmogelijk, omdat de omgeving vergeven bleek te zijn van de eikenprocessierupsen. 'Je moet altijd bedacht zijn op nesten. Als er eens één in een boom zit, kun je zeggen: eerst bestrijden; dan komen we terug. Maar die nesten die we overal aantreffen zitten niet alleen in de bomen; ze vallen er ook uit. Daardoor kun je niet zomaar gaan maaien. In de betrokken gemeente staan veel eiken. De keuze die we hebben besproken, was: óf nu bestrijden, óf we komen in september terug.' Door wat te schuiven met de werkvolgorde blijft er volgens hem toch wel genoeg te doen. 'We zitten ruim in onze werkvoorraad.'
|
'Eerst de rups bestrijden; anders we komen in het najaar wel terug'
| |
|
| Dirk Doornenbal |
|
|
Toevallig
Als een opdrachtgever erom vraagt, zorgt Weijtmans ook voor bestrijding van processierupsen, maar dat werk besteedt hij dan uit. Bij de bestrijding gelden zulke strikte beschermingseisen dat het werk veilig kan gebeuren. Meer gevaar lopen degenen die toevallig met de rups in aanraking komen. 'Wij stellen onze mensen er niet aan bloot, maar ik weet dat het op andere plaatsen weleens fout gaat. Toch is dat voor boomzorgers niet anders dan voor anderen. Iedereen die bij besmette bomen in de buurt komt, heeft er last van, ook mensen die eronderdoor fietsen op weg naar kantoor.' En dus ook de bouwvakkers in Nijmegen die de krant haalden, omdat ze zich ziek moesten melden na een hete dag lang extra schaars gekleed werken op het lommerrijke Nijmeegse universiteitsterrein. Dat zal zijn mensen niet gauw gebeuren, meent Weijtmans, en ook Doornenbal. Zij weten hoe ze met het verschijnsel moeten omgaan. 'Als wij vóór een werk zien dat er nesten in een boom zitten, vragen we de opdrachtgever om die eerst te verwijderen. Die dienst kunnen wij desgewenst ook aanbieden als extra. En zien onze mensen tijdens het werk toch nog een nest in een boom en is er een besmettingsrisico, dan zullen ze die boom overslaan.'
Doornenbal zegt over de omgang met het diertje: 'Je moet leren denken zoals de rups.' Hij kan zich voorstellen dat de genoemde bouwvakkers op het terrein liepen, zich onbewust van het gevaar, en in aanraking kwamen met de rupsen. Of ze waren aan het werk in een periode dat de rupsen nog aan de wandel waren en de verspreidings- en besmettingsdruk hoog was. 'Net als wanneer er een grasmaaier door rupsen maait en veel haartjes in de lucht verspreidt.' Of, ook een berucht voorbeeld, als iemand ze zelf wil bestrijden en er een brander op richt. 'Dan verspreid je alleen maar brandharen. Het ontbreekt mensen vaak aan kennis', zo stelt hij vast.
|
'Werkzaamheden afstemmen op het seizoen was de branche al eigen'
| |
|
Educatie
Van het tekenprobleem zeggen de twee ondernemers tot nu toe weinig last te hebben gehad. De beschermende zaagkleding met een lange broek en hoge schoenen volstaat, volgens Weijtmans. 'Onze mensen worden er ook op geattendeerd dat ze zich goed moeten controleren. Ik heb trouwens het idee dat het tekenprobleem dit jaar wat minder is dan vorig jaar. Maar wij zitten ook niet zoveel in het lange gras, meer in de bomen.' Doornenbal ziet in zijn bedrijf ook weinig problemen met teken. 'Vooral omdat wij veel in stedelijk gebied werken en daarnaast ook wat hoger in de boom zitten. Een teek zit vooral in het hoge gras en in struikgewas. Dat heb je niet op straat, en ook minder in bermen. In steden zitten ze misschien eerder bij mensen in de achtertuin.' Hij onderstreept niettemin dat hij het probleem serieus neemt. 'Zo bieden we onze mensen elk jaar educatie over teken en de ziekte van Lyme, door middel van een toolboxmeeting.'
De broekspijpen in de sokken is een bekende verdedigingsstrategie die mensen hanteren om zich teken van het lijf te houden. Speciale tekenbroeken zijn voorzien van een soort manchet onder in de pijp die de schoen omklemt. 'Die verkopen we voor mensen die bijvoorbeeld in bossen op de grond lopen en door hoog gras of laag struikgewas moeten. Dan kan een teek in principe niet op je been terechtkomen', verzekert Lars Rodrigues van Poel Bosbouwartikelen. 'Die manchet zit ook in al onze zaagbroeken. Als je die niet wilt gebruiken, kun je hem eruit ritsen.'
Een andere mogelijkheid is een broek die is geïmpregneerd met een teekwerend middel. Als een broek is voorzien van de genoemde manchet, heeft dat impregneren volgens Rodrigues geen extra waarde. 'De teek kan toch al niet op het been komen.' Tegelijk kleven er volgens hem nadelen aan het alternatief van impregneren. 'De werking geldt voor een bepaalde levensduur, die afhangt van het aantal wasbeurten. Dat zul je dus moeten bijhouden en dat zie ik in de praktijk nog niet zo gauw gebeuren.' In de Verenigde Staten is er discussie over de vermeende schadelijkheid voor de gezondheid van de tekenwerende substantie die in de kleding wordt gebruikt. Rodrigues onderstreept niet te kunnen beoordelen wie er gelijk heeft en zich daarom ook niet in de discussie te willen mengen. In elk geval wil hij wachten met aanbieden tot deze discussie is uitgewoed en er duidelijkheid is.
Kaart
Een betrouwbare, praktische registratie van gevaarlijke locaties op gebiedsniveau lijkt niet in beeld. Weijtmans: 'Eiken staan overal. Je krijgt dan een kaart die helemaal vol staat met stippen; daar kun je voor één specifieke locatie niet veel uit opmaken. Onze projectleiders bekijken de situatie bij de werkopname. De soorten bomen staan vermeld; daardoor weten ze wat voor problemen ze kunnen verwachten. Ook de opdrachtgever kent de locatie van het werk en weet redelijk hoe het ervoor staat.' Doornenbal sluit zich hierbij aan. 'Als je naar een tekenkaart kijkt, zul je zien dat alles besmet is. Hetzelfde geldt voor de eikenprocessierups: die is ook over het hele land verspreid. Maar daaruit kun je weinig opmaken voor je werkzaamheden. Stel dat een gemeente als besmet staat aangemerkt. Dan kan het in de ene straat raak zijn en in de andere, ernaast, helemaal niet. Je moet toch gaan kijken.' Staatsbosbeheer heeft overeen zogeheten digitaal geografisch informatiesysteem (GIS) of iets vergelijkbaars niet veel meer te melden dan dat men de ontwikkelingen op dit gebied in de gaten houdt.
|
'Na activiteiten in het groen moet je standaard de tekencheck doen!'
| |
|
| Diana Uitdenbogerd |
|
|
Risico
Net als de eikenprocessierups zitten teken in het hele land. Overal waar kleine dieren zitten, zoals muizen, maar ook vogels en reptielen, en waar de ondergroei vochtig is, is er risico op teken, zo onderstreept Diana Uitdenbogerd van de Stichting Tekenbeetziekten. Deze organisatie houdt zich bezig met het bevorderen van onderzoek op het gebied van tekenbeetziekten, onder meer door fondsenwerving.
'Met vochtig weer', zo stelt Uitdenbogerd, 'is er overal in Nederland wel risico, ook in parken en tuinen.' In de boomzorg dus eveneens, althans wanneer mensen op de grond werken. Haar uitleg sluit in grote lijnen aan bij die van Weijtmans en Doornenbal, maar een luchtige benadering van de praktijk is aan haar minder besteed. Want niet elke teek is besmet met de ziekte van Lyme en ook niet elke beet van een besmette teek leidt tot de ziekte, maar toch: 'De kans op besmetting na een tekenbeet wordt geschat op 2 tot 3 procent. Wij denken dat het nog iets meer is. Besmetting kan ook plaatsvinden zonder dat daarna een rode kring of vlek op de huid ontstaat en pas veel later tot uiting komen. Verder ziet niet iedereen een tekenbeet.'
Met per jaar 1,1 miljoen mensen die een tekenbeet oplopen, is ook die 2 tot 3 procent al een groot aantal, onderstreept zij. Degenen die de ziekte daadwerkelijk ontwikkelen, kunnen het flink voor de kiezen krijgen. 'De ervaring is dat veel mensen eerst sluimerend ziek worden, met klachten hier en daar. Pas later valt het immuunsysteem echt uit, als er iets bij komt, zoals een trauma, een andere ziekte, een vaccinatie of het gebruik van cortisol.' Gezien de enorme ellende die mensen zich erdoor kunnen besparen, wordt het controleren van het lichaam op teken wat haar betreft net zoiets als handen wassen en tanden poetsen, oftewel: 'Na een activiteit in het groen: tekencheck doen!' Er wordt gewerkt aan gecertificeerde, tegen teken beschermende kleding, weet ze. 'En er bestaat een richtlijn voor Lyme als beroepsrisico en verantwoordelijkheid van de werkgever. Maar zelf goed blijven opletten is de beste voorzorg. Want richtlijnen noch kleding geven 100 procent bescherming.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|