Stedelijk gebied klimaatadaptief ontwerpen en inrichten - gewoon aan de slag! |
|
|
|
Broer de Boer,
vrijdag 6 december 2019 |
|
| 336 sec |
Niet méér groen, maar vooral effectief groen
Stadbewoners ervaren vooral overlast tijdens hittegolven vanwege de duur dat stenige oppervlakken stralingswarmte afgeven, in combinatie met weinig functioneel groen. Dat viel te beluisteren tijdens een kennissessie van Tree-O-Logic op landgoed Zonheuvel in Doorn. Maar ... hoe kunnen we hier het best op inspelen met groenaanplant?
|
Tree-O-Logic en de gemeente 's-Hertogenbosch werken aan een strategie die de beleidsmatige doelstellingen in het kader van de klimaatopgave vertaalt naar een praktisch toepasbare aanpak voor vergroening. De inzet is duurzame vergroening door middel van gerichte aanplant van bomen. Het streven is de komende vier jaar de aanplant van bomen te verdubbelen. Tijdens de kennissessie werden volop praktisch toepasbare ervaringen gepresenteerd door landschapsarchitect Wiebke Klemm, eigenaar van UrbanGreenScape, op basis van haar inzichten op het gebied van ontwerp. Ook het beheren van en vergroenen met bomen en ander groen in de gemeente 's-Hertogenbosch kwam aan de orde. Want: 'Een klimaatbestendig en waterrobuust Nederland in 2050 vormt de kern van de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie', en daar speelt deze Brabantse gemeente adequaat op in. Het klimaat verandert en de groenbeheerder ontkomt niet aan meebewegen. Nu al vragen boomkwekers hun klanten welke bomen zij over tien jaar willen planten. De Universiteit Wageningen heeft een bomenlijst ontwikkeld met soorten die beter bestand zijn tegen het veranderende klimaat, bijvoorbeeld tegen droogte en warmte (zie hier: http://edepot.wur.nl/460540).
|
Het klimaat verandert en de groenbeheerder ontkomt niet aan meebewegen
| |
|
| 'De kennis uit mijn promotieonderzoek kan direct benut worden door ontwerpers en landschapsarchitecten.' |
|
|
Verkoelend effect
Landschapsarchitect Wiebke Klemm onderzocht de effecten van stedelijk groen op het stadsklimaat, onder andere het verkoelende effect van bomen. Zij legde tijdens deze kennissessie uit hoe stedelijk groen het stadsklimaat beïnvloedt, dus de objectieve lucht- en stralingstemperatuur, maar ook de subjectieve temperatuurbeleving en het gedrag van stadsbewoners. 'De kennis uit mijn promotieonderzoek kan direct benut worden door ontwerpers en landschapsarchitecten die in de openbare ruimte werkzaam zijn', was één van haar conclusies.
Ontwerprichtlijnen
Op basis van de meet- en interviewresultaten ontwikkelde deze landschapsarchitect in totaal negen ontwerprichtlijnen voor klimaatbestendig groen in de stad. De richtlijnen omvatten de schaalniveaus stad, park en straat. Voor parken betekent dat bijvoorbeeld het creëren van verschillende microklimaten, zodat parkbezoekers zelf kunnen kiezen waar ze willen verblijven. Een vuistregel is een onderverdeling in 40 procent zonnig, 20 procent halfschaduw en 40 procent schaduw. Dit kan gerealiseerd worden door grasvelden, solitaire bomen, boomgroepen of bosschages slim en afwisselend te positioneren. Ook bij het plaatsten van zitelementen, zoals parkbanken, is het belangrijk parkbezoekers keuzes aan te bieden met zonnige en schaduwrijke plekken. Daarnaast bleek uit het onderzoek dat de grens tussen zon en schaduw vaak een favoriete plek is om te zitten of te liggen. Ook deze plekken kunnen gecreëerd worden door slim te ontwerpen.
Eén van de ontwerprichtlijnen voor straten is het positioneren van bomen met grote boomkronen in straten met hoge instraling. Dat zijn brede woonstraten, waar de zon gedurende de dag lange tijd op de verharding en de gevels straalt. 'Tien procent méér boomkronen verlaagt de stralingstemperatuur (Tmrt) in de straat met 1 graad Celsius.' Bijzonder is de situatie van straten met een hoge verkeersdrukte. Als bomen daar te dicht op elkaar staan, vormen de boomkronen een tunnel waarin fijnstof blijft hangen en de luchtkwaliteit verslechtert. Een andere manier om de temperatuurbeleving van voetgangers in straten te verbeteren, is door gras, struiken en klimplanten aan te leggen. 'Leg dus vegetatie aan in privé- en openbare ruimten met een verschillende groeihoogte, want het waarnemen van groen op verschillende hoogte kan de temperatuurbeleving verbeteren', aldus Klemm. 'Er hoeven niet overal bomen geplant te worden om schaduw te creëren; ook gebouwen bieden schaduw in de loop van de dag en voetgangers zoeken deze op!'
|
De grens tussen zon en schaduw is vaak een favoriete plek om te zitten of te liggen
| |
|
Effectief groen
Klemm pleit dus niet alleen voor méér groen, maar vooral voor effectief groen: 'Kijk goed naar lokale omstandigheden, zoals de aanwezigheid van zon en schaduw in de loop van een dag. Maar kijk ook naar het gebruik van de openbare ruimte door voetgangers, om te bepalen waar bomen nodig zijn. En voorzie de bomen die je plant van goede groeiomstandigheden en irrigatie tijdens de hete zomermaanden.' Daarbij is het volgens haar ook belangrijk om in ontwerpen van stedelijke buitenruimte meerdere doelen te koppelen. Groene, aantrekkelijke buitenruimtes zorgen niet alleen voor minder overlast door water en hitte, maar verbeteren ook de leefbaarheid, biodiversiteit en gezondheid in de wijk. Voor het ontwerpen van goede, integrale buitenruimte is naast kennis over klimaatbestendigheid ook kennis nodig van andere disciplines (flora en fauna, luchtkwaliteit en geluid). Natuurlijk spelen ook alle bovengrondse functies, zoals verblijven, recreëren, verkeer en parkeren, evenals ondergrondse functies (kabels, leidingen en afval) een rol bij het ontwerpen, aanleggen en beheren van 'slimme' groene buitenruimtes. 'Juist het gedeelte onder de grond wordt bij klimaatbestendige aanplant van steeds groter belang', hield Klemm haar gehoor voor. 'We moeten ook denken aan voldoende water in de bodem voor onze bomen; dat kan eenvoudig door voet- en fietspaden (zonder borden) af te wateren naar bermen waarin bomen staan. Maar ook technische oplossingen zijn mogelijk, zoals ondergrondse wateropslag voor groen.' Belangrijk in de bredere zin des woords is in ieder geval dat er meer en beter gecommuniceerd moeten worden over de verschillende functies van bomen in de stad. Vaak ontbreekt het begrip bij bewoners. Zij ervaren overlast door bladverlies, vogelpoep en dergelijke, maar zijn zich niet echt bewust van de waarde voor het klimaat en de leefbaarheid in hun straat. Ook hier geldt: geen one size fits all-oplossingen voor een hele wijk, maar met bewoners samen het juiste groenontwerp voor de juiste plek maken.
|
Er moet meer en beter gecommuniceerd worden over de verschillende functies van bomen in de stad
| |
|
Verdubbeling aanplant
Tree-O-Logic en de gemeente 's-Hertogenbosch ontwikkelden een praktisch toepasbare strategie. Deze moet de doelstellingen in het kader van de klimaatopgave vertalen naar beleid en praktijk. De gemeente Den Bosch speelt namelijk voortvarend in op het klimaatvraagstuk. Deze gemeente trekt de komende vier jaar 1 miljoen euro extra uit voor de aanplant en het onderhoud van jaarlijks 600 bomen. Het bestaande quotum was al 600 stuks. Voor Tjeerd van Tol, projectleider van het vergroeningsproject, Jan Winter, kapitaalbeheerder bomen en Kees Flier van Tree-O-Logic was dit een ambitieuze en complexe uitdaging: 'Als dienst wilden we eind 2019 al zichtbare en tastbare resultaten kunnen laten zien, zodat de Bossche bevolking kennis kan nemen van de besteding van - uiteindelijk - hun geld.' Uiteindelijk zetten ze in op een driesporenbeleid, zoals Kees Flier aangaf: aanplant op braakliggende, maar economisch onaantrekkelijke terreinen die nu in beheer zijn bij de afdeling Grondzaken. 'Gelijktijdig wordt op wijkniveau een inventarisatie uitgevoerd van plaatsen waar bomen aangeplant kunnen worden, onder meer rondom speelplaatsen en op schoolpleinen. Het derde spoor is het betrekken van burgers bij dit project en het stimuleren van burgerinitiatieven', aldus Kees Flier.
Kansenkaart boomaanplant
Marc van Scherpenzeel, adviseur bij Tree-O-Logic, liet vervolgens zien hoe een 'kansenkaart boomaanplant' werd ontwikkeld voor de gemeente 's-Hertogenbosch. Bij de start van dit project werd vanuit de GIS-applicatie een 'potentiële-locatiekaart' aangemaakt, waarmee straks gekeken kan worden op welke locaties de 600 bomen aangeplant kunnen worden. Op die kaart waren de verschillende voor aanplant relevante (GIS-)onderlagen ingeladen. Zo is er bijvoorbeeld sprake van een bovengronds hoogspanningstracé door de stad, waaronder aanplant van bomen verboden is. Met behulp van een slim 'paspoort' zijn nu voor de eerste twee wijken de potentiële locaties in kaart gebracht en buiten getoetst. Hierbij wordt beoordeeld of de plekken duurzaam geschikt zijn, hoeveel bomen er aangeplant kunnen worden, welk sortiment toegepast kan worden en of er groeiplaatsverbetering nodig is en ten slotte wordt gekeken naar de mogelijke omlooptijd van de aanplant. Dit resulteerde in een kaart met groene en rode stippen, locaties waar wel of geen aanplant mogelijk is.
Dashboard 'Treedash'
In de tool Treedash zijn de baten van de bomen gevisualiseerd. Een interessant aandachtspunt in Den Bosch was de vraag of de effecten van de maatregelen op het klimaat beter inzichtelijk waren te maken, zoals met de recentelijk in Nederland gelanceerde tool i-Tree. Mede daartoe bouwde Tree-O-Logic een dashboard binnen het eigen platform Treedash. Dit is een platform dat op dynamische wijze laagdrempelig informatie zichtbaar maakt. Dit dashboard brengt data, vastgelegd via boombeheersystemen, eenvoudig en zeer inzichtelijk en handelbaar in beeld. Van Scherpenzeel liet zien wat de effecten zijn van de nieuwe aanplant op fijnstofopname en CO2-vastlegging, zowel voor de korte als de middellange termijn. Van Scherpenzeel: 'Zo kunnen we ook iets laten zien over de kwaliteiten van bomen en groen. Maar Treedash kan ook informatie van verschillende datasets visualiseren. Ten slotte kunnen we ook de stedelijke hittekaart in de lagen van onze applicaties verwerken. Overigens is het vaak lastig om op hitteplekken extra bomen aan te planten.'
Ook blijkt dat de geplante bomen op de circa 25 locaties in Den Bosch pas na veertig jaar een substantiële extra bijdrage leveren aan de fijnstofreductie en het vastleggen van CO2. Van Scherpenzeel: 'Dat betekent dat er sprake moet zijn van een goede sortimentskeuze en duurzaam ingerichte groeiplaatsen. Een belangrijk uitgangspunt is dat de extra aanplant een rol gaat spelen in het welzijn van de bevolking en het tegengaan van het stedelijk hitte-eilandeffect.'
| Aan de slag met een praktijk casus ontwerpen |
|
|
Communicatie verbeteren
Tijdens de kennissessie werd in de wandelgangen onder meer doorgesproken over de noodzakelijke communicatie met bewoners over bomen. Zowel rooien als planten in de directe leefomgeving, bijvoorbeeld in hun straat, zorgt voor onbegrip bij bewoners. Naast schaduw levert een boom ook ongemak. Dat was in augustus 2019 aan de orde bij een uitspraak in een tv-uitzending van de Rijdende Rechter. Een nieuw facet in de bebouwde omgeving is dat bomen die (te)hoog worden de productie van zonne-energie belemmeren. 'Communicatie met bewoners wordt nog veel belangrijker', was te beluisteren in het gezelschap. Veel bewoners weten maar weinig van bomen en de bijbehorende problematiek. Wat zonnecellen betreft, is men gauw gerustgesteld door de mededeling dat de boom als hij eenmaal volwassen is niet boven de dakrand uit zal komen. Daarop verzuchtte iemand: 'Het functieprofiel van een chlorofylbeheerder bestaat dus uit het beheer van stedelijk groen van circa vier meter tot zeven meter hoog, tot de dakrand.' Maar ook de ondergrond die de boom qua ruimte inneemt, is onderbelicht. Daar moet uit boomtechnisch oogpunt veel meer aandacht voor komen!
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|