Veel onderzoek nodig naar effectieve bestrijding eikenprocessierups |
|
|
|
Paul van der Sneppen,
donderdag 16 januari 2020 |
|
| 230 sec |
'Herstel biodiversiteit moet onderdeel zijn van een breed plan van aanpak'
Nieuwe bloemrijke kruidenmengsels zijn de laatste trend in de strijd tegen de eikenprocessierups (EPR). Biodiversiteit is het nieuwe toverwoord. Toch probeert Hans Vervaart, salesmanager bij zadenleverancier Limagrain Advanta, de verwachtingen te temperen. 'Herstel van biodiversiteit is essentieel. Maar met het inzaaien van zadenmengsels alleen komen we er niet. De EPR-bestrijding vraagt een brede, integrale aanpak. Deze plaag dreigt anders onbeheersbaar te worden.'
Vervaart is één van de geestesvaders van het plan van aanpak dat Advanta, onderdeel van Limagrain, dit jaar heeft ontwikkeld. Gras- en kruidenmengsels zijn daarin slechts één van de interventies in de verschillende stadia van de levenscyclus van de eikenprocessierups. Het plan van aanpak van Advanta beslaat zo'n beetje alle bekende bestrijdingsmethoden, van het spuiten van nematoden tot het opzuigen van nesten en het plaatsen van vogelhuisjes in de omgeving van besmettingshaarden.
Biodiversiteit
'Maar het herstellen en bevorderen van biodiversiteit is een essentieel onderdeel van effectieve EPR-bestrijding. De aanleg van meerjarige vegetaties met scherm- en vlinderbloemigen is daar een onderdeel van', zegt Vervaart. De bloemrijke kruiden hebben een aantal positieve effecten op de biotoop en het herstel van de disbalans daarin. Allereerst trekken ze insecten aan die fungeren als natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Dat zijn onder meer de sluipwesp en de gaasvlieg, waarvan de larven de rups binnendringen en vervolgens op de vlinderlarve parasiteren.
De tekst gaat verder onder de foto.
| Hans Vervaart (Advanta): ‘Bestrijd de eikenprocessierups in alle fasen van de levenscyclus.’ |
|
|
Vergrassing
Ook gaan de kruidenmengsels vergrassing tegen. Dat is goed voor de bodem, waarin, mits die gezond is, veel aaltjes en roofkevers voorkomen. Vooral die laatste groep staat bekend om soorten als de poppenrover. Deze kunnen de eikenprocessierups een flinke slag toebrengen. De aaltjes kunnen binnendringen in de laag liggende nesten van de eikenprocessierups. Ze parasiteren ook op de rupsen die tijdens hun rustfase in de bodem zitten.
Insecten trekken op hun beurt weer kool- en pimpelmezen aan. Die doen zich ook tegoed aan de rupsen, vooral wanneer die nog jong zijn en geen brandharen hebben. 'We weten echter dat mezen ook met oudere rupsen wel raad weten. Ze slaan ze tegen de bast van de boom, waardoor ze hun brandharen verliezen.'
| Klik om te vergroten. |
|
|
Randvoorwaarden
Maar om mezen naar een biotoop te lokken, moet die aan de nodige randvoorwaarden voldoen, volgens Vervaart. 'De vogels hebben behoefte aan beschutting, voedsel en nestgelegenheid. Het leefgebied rondom de besmettingshaard moet dus bij voorkeur worden voorzien van halfhoge, meerjarige planten en nestkasten. Dan creëer je een buitengewoon interessante omgeving voor een mees.'
Herstel van biodiversiteit staat dus centraal in het betoog van Vervaart en inzaaien van de juiste kruidenmengsels speelt daarin een sleutelrol. Hij wordt daarin gesteund door Rob Leuven, hoogleraar invasiebiologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Toch zijn er volgens Leuven nog veel vragen te beantwoorden voor er een écht effectieve bestrijdingsmethodiek ontwikkeld kan worden.
Onderzoek
De bioloog pleit vooral voor meer gedegen en langdurig onderzoek naar de ecologie van de roofsoorten die populaties van de eikenprocessierups in bedwang houden. 'We weten daar te weinig over. Ik zal een betoog voor herstel van biodiversiteit niet aanvechten. Ook vind ik het inzaaien van bloem- en kruidenrijke velden een goede ontwikkeling. Ik denk intuïtief dat bloemenweiden kunnen bijdragen aan het mitigeren van de EPR-plaagdruk. Maar als je mij vraagt hoe kansrijk die methodiek is, moet ik je eerlijk antwoorden dat we dat nog niet weten.'
|
‘Er is nog niet echt goed zicht op de effectiviteit van ecologische bestrijdingsmethoden’
| |
|
Zo heeft Leuven onder meer bedenkingen bij de kruidenmengsels die worden ingezet in de strijd tegen de eikenprocessierups. Advanta brengt kruidenmengsels op de markt waarvan Vervaart zegt dat ze honderd procent inheems zijn. Leuven zet daar vraagtekens bij. 'Vanuit ons instituut pleiten we nadrukkelijk voor het gebruik van gebiedseigen zaden. Bovendien zou het goed zijn om veel meer onderzoek te doen naar de sleutelfactoren voor populatieherstel van natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Het valt niet uit te sluiten dat daar lokaal verschillen in te ontdekken zijn. Komt een sluipwesp bijvoorbeeld in het oosten van het land evenveel voor als in het westen? En gedraagt die zich daar hetzelfde? Met meer kennis van zaken kunnen we zadenmengsels ontwikkelen die beter aansluiten op lokale omstandigheden.' Daarnaast waarschuwt Leuven ervoor om oneindig met zaden te gaan slepen. 'Dat kan een averechts effect hebben en de regionale variëteiten van soorten juist wegdrukken.'
| Prof. dr. Rob Leuven (Radboud Universiteit): ‘Er wordt in de juiste richting geëxperimenteerd, maar er is veel gedegen, meerjarig onderzoek nodig naar de sleutelfactoren voor deze plaag.’ |
|
|
Inheems
Volgens Vervaart loopt het daarmee niet zo'n vaart. De soorten die Advanta in het kruidenmengsel Staygreen 2 verwerkt, zijn volgens hem overal in Nederland te vinden. 'We onderkennen het belang van het gebruik van inheemse soorten. We weten dat insecten hun eipakketten niet afzetten op exoten. Staygreen 2 beoogt op de langere termijn effect te sorteren. Daarbij is het van belang dat de insectenpopulaties jaar op jaar groeien. Dat lukt niet als je exoten introduceert en inheemse planten verdringt.'
Leuven vindt dat het betoog van Vervaart voor de inzet van aangepaste kruidenmengsels voor de bestrijding van de eikenprocessierups ten minste het voordeel van de twijfel verdient. Het gebrek aan degelijk wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van de methode kan namelijk niet verhinderen dat minder doorwrochte onderzoeken wel hoopvolle resultaten oogsten. 'Een meerjarig onderzoek van de Vlinderstichting laat bijvoorbeeld zien dat vanaf het tweede jaar al sluipwespen zijn aangetroffen in 23 procent van de nesten van de eikenprocessierups', weet Leuven. 'In het derde jaar is dat al 69 procent. Ik wil waarschuwen voor al te hooggespannen verwachtingen. De strijd tegen de eikenprocessierups is een kwestie van lange adem en een integrale aanpak. Maar deze resultaten geven wel hoop dat met de juiste zadenmengsels effect gesorteerd kan worden.'
| Klik om te vergroten. |
|
|
Voorspellen
Beide materiedeskundigen zijn het er in ieder geval over eens dat de eikenprocessierups geen rust gegund mag worden. In alle stadia van de levenscyclus moet het plaagdiertje bestreden worden. Dat kan natuurlijk een arbeids- en kapitaalintensieve aangelegenheid worden. Vervaart adviseert daarom goed na te denken over de vraag waar het zwaartepunt gelegd moet worden. 'Zorg dat je de plaagdruk goed in kaart brengt. Je kunt daarover voorspellende uitspraken doen door de inzet van feromoonvallen in de zomermaanden. Door de mannetjes te tellen die je daarmee vangt, krijg je goed zicht op de te verwachten plaagdruk volgend jaar.'
|
‘Kijk vooral goed vooruit; probeer de plaagdruk te voorspellen’
| |
|
Ook adviseert Vervaart om het zwaartepunt van de bestrijding te leggen op locaties waar de plaagdruk het zwaarst ervaren wordt: 'Dus daar waar de meeste eiken staan, maar ook op en rondom sportparken. Als de eikenprocessierups daar de kop opsteekt, is dat immers een groot probleem. De brandharen van de rups kunnen verwaaien en tot in lengte van jaren irritatie veroorzaken bij mensen. Daarom is het op dat soort locaties erg belangrijk om te monitoren en de plaagdruk te voorspellen. Maak de juiste keuzes wanneer je merkt dat je niet overal even intensief kunt bestrijden.'
Effectief
Ook Leuven benadrukt dat vooruitkijken belangrijk is bij de bestrijding van de eikenprocessierups. Maar hij geeft daar een ander motief voor. 'Voor effectieve bestrijding van de eikenprocessierups is een langetermijnvisie nodig. Ik denk dat herstel van biodiversiteit de juiste weg is, maar verwacht beslist geen snelle resultaten.'
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
Nynke Groendijk
Friday 17 January 2020 |
|
Wordt in dit geheel door Advanta samengewerkt met het Kenniscentrum Eikenprocessierups, Vlinderstichting en Sylvia Hellingman? Die namen kom ik vanuit Advanta nergens tegen en het zou goed zijn als alle kennis gezamenlijk wordt ingezet en niet ieder op zich probeert "het wiel uit te vinden" (ook niet vanuit concurrentieoverwegingen). Daar is het probleem te veelomvattend en te ernstig voor. |
|
|
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|