Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Het kleine landschapselement in zicht

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Joost Verhagen, maandag 4 mei 2020
297 sec


Knuffelgroen en plas-dras, belangrijk voor biodiversiteit

Bij kleine landschapselementen denk ik al snel aan mijn jeugd: rondrennen op de boerderij van opa en oma, op zoek naar de vermeende ‘verborgen schatten’ in de houtwallen rondom de boerderij. Wie had gedacht dat ik daar vandaag de dag als professional vanuit een heel ander perspectief naar zou kijken …


Kleine landschapselementen zijn 'hot'

Het kleine landschapselement (KLE) is niet alleen prachtig, maar ook goed voor het milieu. Er wordt meer CO2 in vastgelegd dan in grote bossen. Een KLE is goed voor de biodiversiteit en, zeker in Nederland, van grote cultuurhistorische betekenis. Denk maar aan alle knotwilgen in ons weide- en poldercope-landschap. Van oudsher heeft de KLE vaak een agrarische betekenis.


Kleine landschapselementen zijn mijn grote favoriet, vooral het hakhoutbosje. Er zijn echter allerlei soorten KLE’s. Een grove hoofdindeling voor het buitengebied kan zijn: solitaire bomen, bomenrijen, heggen, groepen bomen en houtwallen. Natuurlijke poelen zijn ook KLE’s. Ook de in weilanden ‘aangelegde’ natuurlijke (water)plas-dras zou een KLE kunnen zijn. Vooral boomgroepen hebben vaak een bijzondere achtergrond. Ik noem er nog een paar: hoogstamboomgaarden, geriefbosjes, pestbosjes, grienden, clumps, eendenkooien en struweelbosjes. Wat betreft heggen en houtwallen kennen wij de Maasheggen, windsingels, uitgegroeide meidoornhagen, ‘Zeeuwse houtwallen’ etc. En bomenrijen: denk eens aan de prachtige populierenweggetjes in de Meierij, of aan de beuken in de Middachteralle in De Steeg. Nederland staat er vol mee. De vraag is dan alleen: waar precies?

Kleine landschapselementen zijn mijn grote favoriet, vooral het hakhoutbosje

Nederland heeft een hightech agrarisch landschap

Dat Nederland een hightech agrarisch landschap heeft, is duidelijk. Kijk maar eens op een digitale kaart naar Zeeuws-Vlaanderen, en vervolgens net over de grens, naar Belgisch Vlaanderen. Van het Nederlandse grootvlakkige agrarische landschap gaat het daar direct over in een meer gedetailleerd landschap. Een KLE kan in Nederland voor het gevoel dan ook al snel in de weg staan. Nederland staat in het buitengebied namelijk beslist niet vol met correcte solitairen. Met vaste regelmaat onderzoeken onze taxateurs en juridische afdeling – spijtig genoeg – ‘boomschades’ langs akkerranden, oftewel illegale vellingen.


Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid wil vergroenen

De Nederlandse overheid, maar ook de EU, wil deze KLE’s daarom beschermen, bijvoorbeeld in het kader van de gewenste vergroening van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Dat kan door wet- en regelgeving, maar ook door bewustwording en zeker door subsidie. Want KLE’s willen hebben is mooi, maar voor boeren én particulieren qua beheer wel arbeidsintensief. En KLE’s leveren juist hen vaak geen directe baten op. Voor beleid en subsidieverstrekking is dan een gedegen en gemakkelijk toegankelijke registratie van KLE’s nodig. Want waar bevindt zich een KLE en waaruit bestaat deze?


Cobra's Big Green Data en in het bijzonder de BomenMonitor biedt uitkomst! Op basis van onder andere luchtfoto's, satellietdata, citizen science en linked data worden de KLE in de BomenMonitor geregistreerd. Daarin zijn de kroonprojectie, al dan niet berekende stampositie en de gemodelleerde kluit opgenomen, net als de boomhoogte. Alle bomen zijn als het ware 'gelabeld', zodat bekend is of het een boom in een bos betreft, een boom in een laan of groep of een solitaire boom. Naast bomen, bossen en bosschages worden gestaag ook hagen en poelen geïdentificeerd en geregistreerd. Omdat hiervoor een andere werkgang is vereist, komen deze elementen gefaseerd in de BomenMonitor. Alle opgenomen KLE's hebben een uniek ID-nummer en nog veel meer. Eerst maar eens kijken hoe de wet probeert deze KLE's in stand te houden.

Bescherming door de wet

KLE’s staan meestal buiten de bebouwde kom volgens de Wet natuurbescherming (Wnb). Ze worden dan enigszins beschermd door afdeling 4.1 van de Wnb. Is een KLE, of staat een KLE in een zelfstandige eenheid groter dan 10 are of van meer dan 20 bomen in een rij? Dan is de eigenaar verplicht, behoudens vrijstelling, een velling vooraf aan de provincie te melden en deze gevelde of ‘verdwenen’ houtopstanden binnen drie jaar te herplanten. Bovendien zullen gemeenteraden KLE’s onder een gemeentelijk velverbod brengen. Soms zit hierdoor een dubbele of driedubbele bescherming op een KLE: de meld- en herplantplicht in de Wnb, het gemeentelijk velverbod in de APV of bomenverordening en velverboden in het bestemmingsplan. En dat is soms broodnodig,
want die KLE’s zijn ook bakens in ons – historische – landschap. Een paar mooie voorbeelden.


Hakhoutbosjes hebben een rijke cultuurhistorie

Het hakhoutbosje als KLE noemde ik al. Dit zijn echt bijzondere landschapselementen uit een rijke cultuurhistorie. Het hout diende als brandhout, afrastering, gereedschap en loof voor vee. Ze zijn vooral te zien in het voorjaar als pluimige vlakjes langs de snelweg, zoals in het Groene Hart. Langzaam verdwijnen ze echter uit het Nederlandse landschap. De bosjes raken in verval, worden omgevormd en er worden maar zelden nieuwe hakhoutbosjes aangelegd. Het telkens tot op de stobbe terugsnoeien zou te arbeidsintensief zijn. Die stobbe wordt trouwens wel degelijk door de Wnb en andere wetgeving beschermd. Dat het hakhoutbosje een kenmerk is van een oorspronkelijke agrarische bewerking, is een goede reden om ze opnieuw aan te leggen.


Grienden in twee smaken

Grienden zijn goed te herkennen, omdat ze altijd uit wilgen bestaan. Er zijn twee soorten grienden: snijgrienden die bestaan uit wilgenbomen tot twee jaar oud, en hakgrienden die bestaan uit wilgen tot drie jaar oud. Met de oogst van wilgentenen worden manden gevlochten, maar ook bezinkstukken gemaakt voor oevers. Grienden hebben bijzonder hoge natuurwaarden; ze zijn een soort Vinex-wijk voor vogels. De wilgenbosjes zijn heel dicht vertakt, en dat al vanaf 5 cm boven de grond. Vogels voelen zich er veilig, omdat roofvogels er niet in kunnen. Vossen en marterachtige kunnen niet goed bij de hogere nesten. Het griend is zo een dichtbevolkte gemeenschap van blauwborst, nachtegaal, tjiftjaf, fitis etc. Dat vraagt wel aandacht bij het snoeien.



Pestbosjes voor dode dieren

In pestbosjes of koebosjes werden kadavers van zieke dieren begraven. In het Groene Hart zijn er nog heel wat; ze zijn ook goed te zien op kaarten van ontginningslandschappen. De bosjes lagen zo ver mogelijk van de bebouwing af. Ondanks zijn macabere verleden heeft het pestbosje een groot aantal vrienden. Zo is er het initiatief ‘Laat het pestbosje zijn hart luchten’, waarbij pestbosjes worden beheerd door vrijwilligers. Burgers worden gestimuleerd pestbosjes aan te melden. Het project wordt gefinancierd door de Europese Unie, de provincie Zuid-Holland, Holland- Rijnland en het Streekfonds Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden. Nog een bijzonder bosje is de ‘koebocht’, een smal bosje aan de rand van de weide met een hoek eruit. Daar kon de boer windvrij melken.


Geriefhoutbosjes als allemansvriend

Geriefhoutbosjes of ‘huftbosjes’ waren bestemd voor dagelijks gebruik. De aanleg was puur vanuit een agrarische behoefte. Elke boerderij had zo’n bosje. Er werd uit gekapt voor van alles en nog wat. Kenmerkend voor deze bosjes is de vierkante perceelsvorm, begrensd door een sloot, zodat koeien er niet bij konden. Het sortiment bestond overwegend uit els, es en haagbeuk. Eik werd minder vaak aangeplant bij natte groeiplaatsomstandigheden.


Clumps zorgen voor focus

Ook landgoederen werden en worden nog steeds aangekleed met KLE’s. Zo werden clumps aangelegd om markante plekken aan te duiden als landmarks of om het uitzicht te maskeren en het zicht in een andere richting te leiden. Een veelvoorkomend principe is de toepassing van twee clumps waartussen het zicht naar de kerktoren wordt geleid. Voor nieuwe clumps worden soorten gebruikt als haagbeuk, linde en zomereik, maar ook tulpenboom en plataan en soms ook exoten.


Weet Nederland eigenlijk wel wat het 'in huis' heeft?

Is een register van kleine landschapselementen nodig?

Dit is heel mooi, allemaal, maar weet Nederland eigenlijk wel wat het ‘in huis’ heeft? Het is hoognodig dat KLE’s worden opgenomen in een goed en up-to-date register. Dat kan perfect met de BomenMonitor: daarmee kan men KLE’s identificeren, registeren en monitoren. Andersom kan ook: de BomenMonitor gebruiken om het eigen register up-to-date te maken en te houden. De BomenMonitor heeft en bijna live overzicht van welke KLE’s er zijn en waar ze staan.


De BomenMonitor kan aangevuld worden zoals men dat zelf wil, bijvoorbeeld met i-Tree ECO NL. Hiermee rekent Cobra de baten van bomen uit. Op basis van locatiespecifieke kengetallen kan ook van KLE’s de bijdrage aan onze leefomgeving inzichtelijk worden gemaakt, dus bijvoorbeeld wat ze doen voor het klimaat en de biodiversiteit.

Cobra's Big Green Data

Bovendien kun je in Cobra’s Big Green Data, waarvan de BomenMonitor een onderdeel is, allerlei extra’s vinden, zoals temperatuurkaarten, hittestressmodellen, groenheids- en versteningskaarten, mutatiesignalerings- en tijdreiskaarten, potentiële groeiplaatsen van bomen en (bio) diversiteitskaarten.


En Cobra geeft 100 miljoen weg!

Op 1 april 2020 bestonden we twintig jaar. Reden voor een jubileumfeest, ware het niet dat het corona-virus roet in de feestvreugde gooide. Daarom hebben we er een heel feestjaar van gemaakt! Een jaar waarin we allerhande cadeaus weggeven. We beginnen met het weggeven van 100 miljoen boomkronen ... uit de BomenMonitor, welteverstaan. Deze stellen we als WMTS (kaartlaag) en in Cobra's 360+ KaartViewer kosteloos ter beschikking aan gemeenten, provincies, waterschappen, onderwijsinstellingen en non-profitorganisaties. Maar ook andere partijen kunnen gebruikmaken van deze data. Nieuwsgierig naar de voorwaarden? Neem dan contact op met Dirk Voets via Dirk.Voets@BomenMonitor.nl.


Wilt u meer weten over Cobra of over de registratie van kleine landschapselementen? Neem dan contact op met mij: Joost.Verhagen@Cobra-groeninzicht.nl.

Joost Verhagen
Joost Verhagen
Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
AGENDA
Foire de Libramont
zondag 28 juli 2024
t/m woensdag 31 juli 2024
PlantariumGroen-Direkt Najaarseditie 2024
woensdag 21 augustus 2024
t/m donderdag 22 augustus 2024
Groentechniek Holland 2024
woensdag 11 september 2024
t/m zaterdag 14 september 2024
Future Green City 2024 in Utrecht
maandag 23 september 2024
t/m donderdag 26 september 2024
Vakbeurs Openbare Ruimte 2024
woensdag 25 september 2024
t/m donderdag 26 september 2024

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER