Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Waardecreatie is zo veel speelser

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Johan Oost, OBB Speelruimtespecialisten, maandag 6 juli 2020
218 sec


In deze tijd van streven naar een circulaire economie moeten we niet wachten tot een ander het ei van Columbus uitvindt

'Circulair' lijkt een begrip te worden dat door iedereen als een soort marketingtool wordt gebruikt. Zo zie ik soms een foto van een speeltoestel in kunstgras of iets dergelijks. Mijn eerste vraag is dan: waar zit de waardecreatie? Wat heb je gerealiseerd in de cyclus R0 tot en met R8 (refuse, rethink, reduce, re-use, repair, remanufacture, repurpose, recycle), voordat je er nieuwe producten in zet? Hoe circulair ze ook zijn, het zijn nieuwe grondstoffen. Wat heb je gedaan aan het inventariseren van bestaande grondstoffen in de omgeving? Heb je bewoners verteld wat er mogelijk is, hen geïnspireerd en voorgelicht over circulaire mogelijkheden? Want juist dan ontstaan er creatieve, speelse en uitdagende speellandschappen.

Circulaire klimboom. Beeld: OBB Speelruimtespecialisten
Circulaire klimboom. Beeld: OBB Speelruimtespecialisten

We moeten echt omdenken. In deze tijd van streven naar een circulaire economie moeten we niet wachten tot een ander het ei van Columbus uitvindt, maar gewoon beginnen. Iedere waardecreatie is winst, een leermoment of koopt tijd en mogelijkheden.

Als ontwerpers en adviseurs maken we het onszelf niet gemakkelijk. Iedere keer is er wel iemand die zegt: Kan het niet zonder, of kan het niet dichterbij worden gevonden? Net als jij denkt dat je een goed verhaal hebt. Eenmaal in gesprek komen we erachter dat er altijd grenzen te verleggen zijn. Speelruimte blijkt bovendien een ideale leerschool voor de werkvloer van ambtelijke organisaties om na te denken over circulair bezig zijn.

Als ontwerpers en adviseurs maken we het onszelf niet gemakkelijk

Pilot met drie gemeenten als afstudeerstage

Onlangs is OBB gestart met een pilot 'circulair'. De afgelopen jaren hebben we de situatie voor Almere in de circulaire steigers gezet met betrekking tot beleid, aanbestedingen en bemensing. Nu wilden we met wat kleinere gemeenten gaan sparren. Ook wilden we meer praktisch aan de slag, want dat blijkt toch vaak de bottleneck te zijn. Er is altijd wel een reden om net niet die stap extra te zetten: tijd, geld, lastig, bewoners, veiligheid et cetera. Er zijn nu drie gemeenten aan boord: Heerenveen, Katwijk en Rucphen. We werken in dit project samen met Rick van Beek, die bij ons zijn afstudeerstage als landschapsontwerper doet. Iedere gemeente heeft minimaal twee plekken in een duidelijk af te bakenen buurt ingebracht. Voor deze buurten doorlopen we met de gemeente globaal de volgende stappen:


1.We doen een buurtinventarisatie, waarin we de rol van de plek in de buurt beoordelen en kijken naar de ruimtelijke opbouw en bestaande inrichtingselementen in de buurt. We doen een speelwaarde- en gebruikswaardescan. Zo brengen we de kansen voor waardecreatie in beeld. In Katwijk worden ook de bewoners erbij betrokken.
2.We zetten een grondstoffenbank op met materialen van de speelplekken, maar ook met materialen elders uit de buurt of van lokale projecten. Hiermee mogen we ontwerpen. Aanvullend maken we een inspiratieboek: wat kunnen we met al dat 'afval'?
3.We maken een buurtplan of plekontwerp. Voor één gemeente wordt de circulaire speelvisie getekend als buurtkaart; voor twee gemeenten worden de plekken ontworpen in relatie tot de buurt eromheen.
4.We maken een toelichting op waardecreatie met R0 tot en met R9 in de hand.



Een voorbeeld

Wij doen veel gebruiksonderzoek. Afgelopen jaar hadden we duizenden respondenten. Daaruit bleek dat bewoners best bereid zijn om zeven minuten te lopen naar een speelplek. De gemiddelde spreiding in Nederland is drie tot vijf minuten lopen. Dit betekent dat er bijna twee keer zo veel speelplekken zijn als nodig. En we blijven maar vervangen, want er is altijd wel één bewoner die niet wil (mee)bewegen en altijd wel een leverancier die de juiste producten heeft!

Hier is een enorme winst te behalen in R0, R1 en R2. De ontmoetingskans wordt alleen maar groter, en daarmee de kans op lekker samenspelen, nog steeds een van de grootste succesfactoren. Bovendien worden ouders, grootouders en kinderen gestimuleerd om in beweging te komen: op pad naar de speelplek!

Op die speelplek zou een fatsoenlijk, lekker groot, uitdagend en inclusief toestel geplaatst moeten worden, dat rustig 28 jaar mag meegaan. Hiervoor zou geld beschikbaar moeten zijn, in plaats van het kaasschaven van het budget ten behoeve van de wipveer en het huisje op de hoek van de straat. Die kunnen ook prima op die grote plek staan.

Al die speelplekken die niet meer nodig zijn voor toestellen, worden mooie ontmoetingsplekken, veel groener en multifunctioneler ingericht, met iets te doen voor iedereen. Experimenteer eens met grondstoffen uit de bouw, verharding en gewoon groen. Vergeet niet dat kinderen 85 procent van hun tijd juist niet op het speeltoestel, maar elders in de buurt spelen. Denk maar aan je eigen speelherinneringen van toen je tien jaar was!

Geleerde lessen

We willen alvast drie leerpunten meegeven. De rest volgt in het najaar 2020, in de vorm van een presentatie van de pilot. We hopen dat dit live en centraal in Nederland lukt. De eerste les is dat je moet kijken naar de buurt en de specifieke kansen. Je kunt niet een eenheidsverhaal uitrollen. De ruimtelijke opbouw en de inrichting van de buurt zijn zoals ze zijn, en de oogst daarmee ook. Je kunt ze niet uitgummen en opnieuw beginnen. Het mooie daarvan is dat de buurt dus zijn karakter houdt en krijgt wat daarbij past.


De tweede les is dat het maken van een grondstoffenbank ontzettend veel werk is. Maar het levert ook veel creativiteit op in het bedenken wat je met die grondstoffen kunt. Van alles wat nu de grond in gaat, moeten de onderdelen dus goed worden geregistreerd. Dat scheelt later een hoop werk. Voor speeltoestellen die onder het WAS vallen, is dit bekende informatie, dus leg dit bij de inspecterende partij neer!

Schatkist aan de ketting in de zandbak
Schatkist aan de ketting in de zandbak
Een aanrader: kijk eens met andere ogen naar je 'schatten'

De derde les is: je gaat met andere ogen kijken. Wij hebben onszelf de restrictie opgelegd dat slechts 50 procent van de inrichting nieuw mag zijn (circulaire producten). Al het overige moet waardecreatie zijn of afkomstig uit de biologische kringloop. Ook mag slechts 50 procent van de inrichting voor langere tijd vastliggen. Zo blijft er ruimte om over zeven jaar weer met bewoners om de tafel te gaan zitten. Al het 'afval' heeft dus waarde; je gaat van tien kanten bekijken of je er binnen de kaders van beheer en veiligheid toch iets van kunt maken.

Ook interesse?

We zitten nu volop in stap 2 en 3. In dit artikel ziet u een paar ideeën uit ons inspiratieboek. Het is heel leuk om te bedenken wat je met al die onderdelen kunt, een aanrader om eens met andere ogen naar je 'schatten' te kijken. Dit najaar willen we een nieuwe ronde starten met drie gemeenten die aan de slag willen met circulaire speelruimte. Wie daar belangstelling voor heeft, kan zich aanmelden via elske@obb-ingenieurs.nl.


Wipveer 2.0 – wat schroef jij erop? Een waterschaal, boomschijf...
Wipveer 2.0 – wat schroef jij erop? Een waterschaal, boomschijf...
LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
GEVRAAGD: Webdesign Hamburg
maandag 25 november 2024
AGENDA
Groene Sector Vakbeurs 2025
dinsdag 7 januari 2025
t/m donderdag 9 januari 2025
Agribex 2025
woensdag 3 december 2025
t/m zondag 7 december 2025

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER