| |||||||||||||
Dit is zo'n plant die ook bij leken bekend is. Veel Nederlandse tuinbezitters kennen Acer palmatum bij zijn Nederlandse naam Japanse esdoorn. Maar als we over Japanse Esdoorn spreken, hebben we het eigenlijk over de cultivars van drie esdoornsoorten: Acer japonicum, A. palmatum en A. shirasawanum. Veruit de meeste cultivars behoren tot Acer palmatum, de soort die men eigenlijk bedoelt met Japanse esdoorn.
Acer is een middelgroot geslacht dat uit circa 110 natuurlijke soorten bestaat. Daarnaast is er een veelvoud van dit aantal aan cultivars bekend. Het zijn altijd struiken of bomen en van nature komen ze voor in Europa, Noord-Amerika en Azië, waarbij het zwaartepunt in Azië ligt. Van oudsher wordt Acer samen met de zeldzame Dipteronia in de familie van de Aceraceae (esdoornfamilie) geplaatst. Recent onderzoek heeft echter uitgewezen dat Acer tegenwoordig in de Sapindaceae wordt geplaatst. Tot deze familie behoort onder andere Koelreuteria. Hetzelfde lot was Aesculus beschoren: voorheen in een aparte familie, de Hippocastanaceae, tegenwoordig dus in de Sapindaceae. Dit kan onzinnig lijken, maar hiermee wordt wel aangetoond dat deze geslachten aan elkaar verwant zijn. Belangrijke kenmerken van iedere Acer zijn het tegenoverstaande blad en de gevleugelde vruchten die steeds in paren aan elkaar bevestigd zitten (de bekende 'helikoptertjes').
Acer palmatumAcer palmatum is een variabele soort die van nature op heuvels en in bergachtige gebieden in Japan, China, de beide Korea's en Taiwan groeit. Het zijn kleine tot middelgrote meerstammige bomen, die een hoogte van 10 m kunnen bereiken. Maar veel cultivars van A. palmatum blijven beduidend kleiner. Het blad is gelobd, waarbij de lobben in diepte variëren van ongeveer tot de helft van het blad tot dieper. In sommige cultivars is het blad vrijwel tot aan de bladbasis gelobd. Er zijn honderden cultivars op de markt, vele slechts op (zeer) beperkte schaal. Maar ook als soort, vermeerderd door zaaien, wordt A. palmatum regelmatig toegepast. De stam, of stammen, groeien gewoonlijk niet kaarsrecht omhoog, maar juist iets bochtig of zelfs vrij grillig. Hierdoor ontstaat een sierlijke habitus, die in hoge mate bijdraagt aan de sierwaarde. Maar ook de ietwat pagode-achtige habitus van A. palmatum is zeer geliefd. Als soort kan A. palmatum worden toegepast als parkboom of in grotere tot parkachtige tuinen. Dan is het aan te bevelen om A. palmatum in kleine groepen (van drie of vijf) of als solitair toe te passen. Er kan dan het beste worden gestart met bomen van enig formaat (vanaf circa 2,5 m of groter); anders duurt het te lang voordat er een redelijke boom staat.Cultivars en cultivargroepenVeel bekender dan de soort zijn natuurlijk de cultivars, waarvan er honderden, wellicht meer dan 1000 benaamd zijn. In het Verre Oosten werden eeuwen geleden al de eerste cultivars geselecteerd. In Europa en de Verenigde Staten is dit vooral sinds WO II aan de gang.In de loop der jaren zijn er verschillende indelingen in cultivargroepen voorgesteld. Dit moet het gemakkelijker maken om aan de hand van de naam (waar de desbetreffende cultivargroep achter staat) globale informatie te hebben over de eigenschappen en kenmerken van de plant. Van oudsher werd A. palmatum in zeven hoofdgroepen ingedeeld, grotendeels gebaseerd op de drie ondersoorten van A. palmatum en het aantal en de diepte van de bladlobben. De eerste drie groepen zijn dus de Amoenum Group (bladlobben ondiep), de Palmatum Group (bladlobben gemiddeld diep) en de Matsumurae Group (bladlobben diep). Daarnaast zijn er de Linearilobum Group, met zeer smalle bladlobben, en de Dissectum Group, waarbij de lobben op hun beurt weer (diep) ingesneden zijn. Ten slotte is er de Dwarf Group, voor cultivars die niet hoger worden dan 2 m, en de Other Group, de vergaarbak voor alle cultivars die niet in één van de andere zes groepen geplaatst kunnen worden. Een modernere groepsindeling gaat uit van 17 groepen. Dat zijn weliswaar meer groepen, maar hierdoor kan er wel meer detail in de groepscriteria worden gelegd. Deze diepere laag wordt dan vooral gevormd door de mogelijkheden om bladkleuren in de groepen te verwerken. Behalve de Other Group zijn de andere zes groepen uit de klassieke indeling min of meer gehandhaafd. Het zou te ver voeren om de groepsindeling hier tot in detail te noemen; deze is gepubliceerd in Dendroflora nr. 51 en is overgenomen door The Maple Society. Feit is dat we hierdoor met de groepsnaam inderdaad een (globale) voorstelling kunnen maken van de belangrijkste kenmerken van de desbetreffende cultivar. SierwaardeDe meeste Acer palmatum zijn drie seizoenen fraai. Hoewel de bladkleur in de zomer het langst zichtbaar is, zijn de kleuren in het voor- en najaar gewoonlijk veel spectaculairder. Zo loopt een aantal cultivars uit met roze tot rozerode bladeren, terwijl andere (groen)geel tot oranje ontluiken. Veel bontbladige cultivars lopen roze-achtig uit, om vervolgens zilverbont te kleuren. Slechts enkele cultivars hebben goudbont blad; deze zijn over het algemeen vrij zwak en niet op grote schaal in cultuur.Omstreeks half oktober beginnen de bladeren hun herfstkleuren te tonen. Ook hier is weer een grote verscheidenheid aan tinten te zien. Sommige cultivars kleuren geel, maar de meeste zullen oranje tot dieprood worden. Andere cultivars kleuren in diverse schakeringen geel, oranje, rood en purper. Hoewel de meeste cultivars gegarandeerd een herfstkleur geven, zijn de intensiteit en duur hiervan natuurlijk per jaar verschillend en sterk afhankelijk van grondsoort, temperatuur, vocht en standplaats. GebruikswaardeIn beginsel is A. palmatum geen moeilijk gewas. Er zijn echter wel een aantal zaken waarmee rekening gehouden moet worden. De planten herstellen soms wat moeilijk als er dikkere takken uitbreken. Dit hoeft geen probleem te zijn, maar de wonden kunnen een invalspoort vormen voor verschillende schimmels, waarvan het meniezwammetje de beruchtste is.De planten zijn niet extreem windgevoelig, maar met name het jonge blad kan gemakkelijk beschadigen door een sterke, drogende wind. Ook zoute wind wordt, vooral in het voorjaar, niet goed verdragen. De bodem moet goed doorlatend zijn en steeds voldoende lucht bevatten. Verstikking van de wortels, doordat de grond te dicht is of constant te nat, is funest. Acer palmatum verlangt het liefst een iets basische of neutrale bodem, maar ook (licht) zure gronden voldoen prima. Vanwege het dichtslaan zijn zware kleigronden minder geschikt. Als de bodem niet goed van structuur is of niet doorlatend genoeg, kan Verticillium toeslaan. Vooral planten die stress hebben, zijn vatbaar voor deze bodemschimmel. Dat geldt ook voor aantastingen door Phytophtora cinnamomi. Ook deze schimmel slaat veelal toe als de bodem te lang vochtig is. Als A. palmatum gesnoeid moet worden, kan dit het beste in de nazomer gebeuren, zeker niet in het vroege voorjaar. Esdoorns bloeden, net als berken en druiven, uit te grote snoeiwonden. Ondanks de hierboven genoemde mogelijke aantastingen en tekortkomingen zijn Japanse esdoorns vrij probleemloze heesters, die gemakkelijk vele jaren oud kunnen worden. Plant A. palmatum bij voorkeur in de volle zon of halfschaduw. Sommige cultivars, met name de planten die in het voorjaar met roze bladeren uitlopen (Corallinum Group), zijn tijdens het uitlopen gevoelig voor zonnebrand. Deze cultivars (bijvoorbeeld 'Chishio Improved' en 'Corallinum') moeten in de halfschaduw worden geplant. Omdat er zoveel benaamde cultivars van A. palmatum zijn, worden hier slechts de belangrijkste genoemd. Voor meer informatie over de vele (beschikbare) cultivars is er veel literatuur beschikbaar en ook op internet is veel informatie over cultivars van A. palmatum te vinden. Opgaand groeiende cultivars'Atropurpureum' is wellicht één van de bekendste Japanse esdoorns en tevens de naamgever van de gelijknamige groep. Het is een opgaand groeiende grote struik tot kleine boom met purperrood tot wijnrood blad dat in de herfst dieprood kleurt. Een opvallend kenmerk is dat de onderzijde van het blad donker olijfgroen is.Van de algemeen gekweekte cultivars heeft 'Bloodgood' de donkerst purperrode bladeren. Op jonge leeftijd groeit deze grote struik tot kleine boom vrij smal omhoog. Ook kan het enkele jaren duren voordat de plant goed gaat groeien, maar eenmaal gesetteld is het een prachtige cultivar. De herfstkleur is helderrood. Beide behoren tot de Atropurpureum Group. Ook donkerbladig, maar vanwege de typisch bolvormige bladeren ingedeeld bij de Convexum Group, is 'Trompenburg'. Deze van origine Rotterdamse cultivar vormt een vrij losse, breed opgaande grote struik tot kleine boom. Het blad is donker purperrood. Deze drie donkerbladige cultivars vertegenwoordigen in dit artikel een veel grotere groep, allemaal met lichter of donkerder roodpurper loof.
Eveneens schitterende (oranje tot diep purperrode) herfstkleuren en groen zomerblad heeft 'Seiryū'. Maar omdat de bladlobben op hun beurt ook weer diep ingesneden zijn, behoort deze cultivar tot de Dissectum Group. In het voorjaar en de zomer is het een sierlijke bladplant met een fraaie textuur, in de herfst een blikvanger met herfstkleuren.
De twijgen van de hierboven genoemde cultivars zijn steeds groen tot donker purpergroen, maar in ieder geval niet opvallend van kleur in de winter. Hoe anders is dat bij 'Sangokaku' (Red Wood Group), vroeger bekend als 'Senkaki'. De twijgen van deze struik zijn 's winters intens koraalrood. De bladeren van 'Sangokaku' zijn geelgroen tot lichtgroen. Er zijn verschillende andere cultivars die ook gekleurde wintertwijgen hebben. De nieuwere 'Bi-hoo' heeft 's winters donker oranjegele twijgen. Niet donkergeel van twijgkleur, maar van blad, is 'Orange Dream' (Aureum Group). Bij uitlopen is het blad van deze forse grote struik tot kleine boom lichtoranje, om vervolgens via goudgeel later in de zomer donkergeel tot geelgroen te kleuren. In de herfst kleurt het vervolgens weer meer oranje. Van een geheel ander kaliber is 'Shishigashira', wat Japans is voor leeuwenmanen. Dat deze cultivar in de Crispum Group wordt geplaatst, is duidelijk als we de relatief kleine, gekroesde bladeren zien. Het is een vrij smal opgaand groeiende middelgrote tot grote struik. De donkergroene zomerbladeren kleuren schitterend donkergeel tot geel tot bruinpurper in de herfst. Breed opgaand groeiende cultivarsVerschillende cultivars groeien wat lager en vooral breder. Een schitterende plant is de wat ondergewaardeerde 'Nicholsonii' (Palmatum Group). De relatief grote bladeren met diepe lobben zijn olijfkleurig bruin bij uitlopen, later in de zomer. De herfstkleuren zijn dieporanje tot helderrood.De tegenhanger van 'Orange Dream' in deze groep is 'Katsura' (Aureum Group). Groeit 'Orange Dream', zeker op latere leeftijd, meer omhoog, 'Katsura' krijgt juist een vrijwel ronde kroon. De bladeren zijn relatief klein, oranje bij uitlopen en later in het voorjaar en de zomer goudgeel tot geelgroen. De herfstkleur is oranje. Eveneens breder opgaand is 'Burgundy Lace' (Matsumurae Group). Het diep wijnrode blad van deze forse, brede struik is sierlijk diep ingesneden. De herfstkleur is intens rood. 'Burgundy Lace' houdt feitelijk het midden tussen een roodbladige cultivar uit de Dissectum Group en een opgaand groeiende Japanse esdoorn. Ook van 'Atrolineare' is er een variant die breder groeit: 'Red Pygmy' (Linearilobum Group). Deze cultivar heeft een mooie compacte, breed opgaande groei en wordt uiteindelijk een kleine tot middelgrote struik. De bladeren hebben zeer smalle, vrijwel lijnvormige lobben en zijn dieppurper bij uitlopen. Later in de zomer kleurt het blad groenig bruin, om in de herfst roodachtig te kleuren.
Dissectum GroupDe waarschijnlijk bekendste en gemakkelijkst te onthouden groep is de Dissectum Group. De cultivars in deze groep groeien vrijwel allemaal paddenstoelvormig, met uitzondering van de eerder genoemde 'Seiryū'. De bladeren van de cultivars in deze groep hebben niet alleen diepe lobben, maar de randen van de lobben zijn ook nog eens diep ingesneden. Hierdoor krijgen de bladeren en dus ook de hele plant een fijne, bijna kantachtige structuur. De waarschijnlijk bekendste cultivar in deze groep is 'Garnet'. Deze brede struik heeft donker purperrood zomerblad dat in de herfst helderrood kleurt. Andere donkerbladige cultivars in deze groep zijn 'Dissectum Nigrum', waarbij het uitlopende blad een zilverachtige weerschijn heeft, 'Inaba-shidare', met wijnrood blad en 'Crimson Queen', met donker purperrood blad, dat iets levendiger oogt dan bij 'Garnet'. 'Orangeola' is eveneens een donker purperroodbladige cultivar, maar deze groeit beduidend sterker dan de andere planten in deze groep.Een aparte vermelding verdient 'Ornatum'. Bij uitlopen is het blad donkerbruin, 's zomers kleurt het bruinig groen. In de herfst toont 'Ornatum' echter zijn ware gezicht; de plant krijgt fantastische gele, oranje tot dieprode herfstkleuren. Natuurlijk zijn er ook 'gewone' groenbladige varianten. Uiteraard de stamhouder 'Dissectum', met fris groen, 's zomers wat meer dofgroen blad, dat in de herfst oranje kleurt. In 'Filigree' zijn de bladlobben wat smaller en dieper ingesneden, waardoor het blad nog fijner is. Net als bij 'Dissectum' is het blad vrij licht groen en kleurt het oranje in de herfst. KoraalVooral in het voorjaar zijn de cultivars uit de Corallinum Group aantrekkelijk. De uitlopende scheuten zijn oplichtend roze tot rozerood gekleurd. Hoe toepasselijk dat ze in Engeland liefkozend spring-flowering maples worden genoemd. De naamgever van deze groep, 'Corallinum', is een opgaand groeiende struik met relatief dunnen twijgen. Het uitlopende blad is diep rozerood. 's Zomers kleurt het bij uitlopen donkergroen met roze tinten.Andere goede cultivars in deze groep zijn 'Chishio Improved', met diep donkerroze jonge scheuten en later blauwig groen blad, en 'Deshōjō', met roze tot donker rozerode jonge scheuten en donkergroen zomerblad. De uitlopende bladeren zijn met hun lichte kleuren gevoelig voor verbranding. Plant deze cultivars dus bij voorkeur in de halfschaduw. BontbladigEr is een aantal bontbladige cultivars, onderverdeeld in drie cultivargroepen: de Marginatum Group, waarbij de bladranden bont zijn, de Reticulatum Group, waarbij de nerven en het gebied eromheen bont zijn en de Variegatum Group, waarbij de bladeren gevlekt of gespikkeld bont zijn.'Butterfly' is een typisch voorbeeld van de Marginatum Group. Het is een relatief smal opgaand groeiende grote struik, waarvan de bladeren groen met witte rand zijn. Het jonge blad is dofroze. Helaas verschijnen er met regelmaat scheuten met geheel groene bladeren. Ook bij 'Kagiri-nishiki' zijn de bladeren groen met witte randen en is het jonge blad iets roze getint. Hij is minder sprekend gekleurd dan 'Butterfly', maar wel stabieler. Hij is ook bekend onder de oude naam 'Roseomarginatum'. 'Oridono-nishiki' (Variegatum Group) is een prachtige, breed opgaande grote struik. Het uitlopende blad is donkerroze met groene vlekken. Het zomerblad is donkergroen met onregelmatige crèmewitte en roze vlekken. Het is wellicht de mooiste bontbladige cultivar. Met ongeveer dezelfde kleuren, maar duidelijk sterker groeiend is 'Azahi-zuru' (Variegatum Group). In dezelfde groep vinden we ook 'Ukigumo', met zeer fijn gestippeld blad. Het is een heel mooie cultivar, maar ook erg fragiel. Deze cultivar is bijzonder gevoelig voor zonnebrand en moet in de (half)schaduw worden geplant.
Opvallend genoeg zijn veruit de meeste cultivars zilver- of witbont. Goud- en geelbont komt maar weinig voor, en dan zijn het ook nog eens vrij zwakke planten. ToepassingNaast de toepassing van de soort Acer palmatum in parken en grote tuinen kunnen de verschillende cultivars op allerlei manieren worden gebruikt. Gezien de grote keus in cultivars is er een geschikte Acer palmatum voor vrijwel iedere tuin, dus ook kleinere tuinen.Door de fraaie loofstructuur en de manier waarop het zonlicht wordt gefilterd, zijn de planten bijzonder geschikt om sfeer in een tuin te creëren. Voeg daarbij de soms spectaculaire bladkleuren in voorjaar, zomer en herfst en het is al snel duidelijk waarom Acer palmatum zo'n complete heester is. De cultivars die in het voorjaar met roze of oranjegele bladeren uitlopen, kunnen fraaier zijn dan sommige bloemheesters. Gebruik deze struiken dan ook op plaatsen waar ze in het voorjaar en eventueel in het najaar opvallen. Als ze 's zomers groen blad hebben, kan de aandacht op andere planten in de tuin liggen. Concluderend is Acer palmatum nog steeds een enorm populaire plant met een mooie uitstraling en een groot aantal cultivars, zodat er voor iedereen wel een geschikte bij zit.
Tip de redactie |
|