Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Industrieel maatwerk bij Rumex

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Bart Mullink, maandag 2 november 2020
292 sec


Maaikorf krijgt tweede leven, snoeicombinatie blijft smal

Een smalle driedelige maaiarm waarmee loonwerker Marco Romijn uit Lisse sinds het voorjaar hagen snoeit, werd speciaal voor hem ontwikkeld bij Rumex. Na een seizoen hagen snoeien komt seriematige productie in zicht. Deze aanpak tekent de manier van werken van deze relatief kleine producent. In samenspraak met klanten, verklaart Wouter Broens van het Mookse bedrijf, komen op specifiek gebruik toegesneden oplossingen in beeld. Als voorwaarde geldt dat ze praktisch én economisch zijn.


Klanten voorzien van oplossingen op maat, dat is een specialiteit van Rumex. De ontwikkeling - vaak gaat het om doorontwikkelingen - gebeurt in samenspraak met klanten. Als de wensen duidelijk zijn, gaat Broens als een soort Willy Wortel aan de slag. Dat doet hij met een scherp oog voor zowel het beoogde gebruik als voor de kosten en toekomstige marktkansen. Het bekendste product waarmee Rumex zich in het verleden heeft gemanifesteerd, zijn de maaikorven. In 2012 werden de eerste daarvan gebouwd. 'Snel zagen we nieuwe kansen in de markt', schetst Broens. 'Zo kwamen we in 2013 in contact met het Waterschap Rijn en IJssel, waarmee we de maaikorf hebben doorontwikkeld. Zij vroegen om enkele aanpassingen. Zo kwam de bodemplaat van de maaikorf onder een scherpere hoek te staan, waardoor hij agressiever ging knippen en een natuurlijke schepbeweging kreeg. Hiermee presteert de maaikorf ook goed in ondiepe sloten. Vanaf 2013 zijn we alle maaikorven zo gaan maken.' Tegelijk werd besloten om ook de maatvoering uit te breiden. Het basisdeel is voor elke maaikorf hetzelfde, wat betekent dat er heel snel valt te schakelen in breedtematen en dat elk formaat tussen 2 en 7 meter leverbaar is. Handig, zo weet Broens. Want soms bestaat behoefte aan precies een maat die een concurrent niet levert.

Agrarisch loonbedrijf Arjan de Hond werkt al acht jaar met dezelfde Rumex-maaikorf. Toen de Tholense ondernemer vijf jaar intensief gebruik achter de rug had ('zo'n 1100 werkuren per jaar'), meldde hij zich bij Broens. 'Ik heb hem gevraagd wat volgens hem de beste optie was. Hij adviseerde om de maaikorf te laten reviseren. Want, zo zei hij, dan was ik een stuk goedkoper uit dan met een nieuwe en daarna had ik toch weer een goede maaikorf.' Broens: 'We hebben hem helemaal uit elkaar gehaald, kaal gestraald en gecontroleerd op scheuren om die eventueel te herstellen. Maar scheuren, bijvoorbeeld in het laswerk, troffen we helemaal niet aan. Dat illustreert hoe degelijk ze in elkaar zitten.' Het frame bleek nog helemaal goed. De gereviseerde maaikorf is alweer drie jaar opnieuw in bedrijf.

Duitsland

Mede dankzij een dealernetwerk in Duitsland en Denemarken werden deze twee landen belangrijke afzetgebieden voor het bedrijf, verklaart Broens. De Duitsers waren volgens hem enthousiast over het robuust gebouwde frame van de maaikorf. Er is nog een troef die het bedrijf een paar jaar geleden, in 2018, een voorsprong gaf op de concurrentie: de flexibiliteit ten aanzien van breedtematen. 'Qua maatvoering viel hierdoor probleemloos te voldoen aan de in Duitsland ingevoerde eis om op de openbare weg binnen een wettelijke breedtegrens van 3 meter te blijven. Anders dan belangrijke concurrenten kon ik direct die breedte leveren. Daardoor werd Duitsland voor ons een heel goede markt.'


'Deze driedelige arm houdt de werkbreedte binnen die van de tractor'

Arjan de Hond
Arjan de Hond

Uitzwaaien

Snoeien met een snoeibak die is bevestigd aan een maaiarm met een minimale werkbreedte - dat is makkelijker gezegd dan gedaan, zag loonwerker Marco Romijn. Alle standaard tweedelige maaiarmen die passen op een kleine tractor, zoals zijn Antonio Carraro, zwaaien uit. Dit betekent dat er altijd een flinke breedte nodig is. Reden voor Romijn om Broens een aangepaste maaiarm te laten maken, één die bestaat uit drie delen en die met de snoeibak erbij binnen de breedte blijft van zijn 1,22 meter smalle Antonio Carraro-tractor. 'Met een tweedelige giek kom je altijd op een punt waar de giek horizontaal komt te staan en dan flink uitsteekt. Dat beviel me niet', verklaart Romijn.


Met de speciaal gemaakte driedelige giek heeft hij als werkbreedte in principe niet meer nodig dan de breedte van de tractor. Hij kan met de snoeibak rechts tot elke mogelijke hoogte komen, zonder dat de arm aan de linkerkant uitzwenkt. Als een haag niet te hoog is, reikt de driedelige arm er zo nodig ook eroverheen, naar de achterkant. Dan kan daar ook meteen worden gesnoeid.

De Antonio Carraro TTR 4400-tractor waarmee Romijn werkt, heeft een omkeerbare stuurpositie. Daarmee maakt hij tijdens het werk van de achterkant de voorkant; dan zit de snoeibak voor de trekker. Zo heeft hij goed zicht op het werk. De snoeibak beweegt voor hem uit. Zo kan hij eventueel zelfs zijn eigen pad uitsnoeien. 'Een handige mogelijkheid', zo stelt hij, 'in situaties waarbij een al smal pad, of bijvoorbeeld een poort, nog smaller is nog geworden als gevolg van uitbundige groei en de doorgang hierdoor smaller is dan de tractorbreedte.'

'De bedoeling is altijd om er ook een handelsmachine van te maken'

Marco Romijn bij zijn Antonio Carraro-tractor, voorzien van driedelige maaiarm met snoeibak
Marco Romijn bij zijn Antonio Carraro-tractor, voorzien van driedelige maaiarm met snoeibak

Nagedacht

Het concept paste hij eerder al toe. Hij verbouwde een standaard tweedelige maaiarm tot een driedelige. Hiermee heeft hij jaren gewerkt. Met Rumex werd het concept doorontwikkeld tot een beter functionerend geheel. 'Ik kwam daar eigenlijk voor wat anders. Op internet zocht ik naar een nieuwe snoeibak en ik zag dat zij bezig waren met de ontwikkeling van zo'n snoeibak. Omdat ik die eerst ook in het echt wil zien, ben ik ernaartoe gereden; dat is vanuit Lisse wel zo'n twee uur. We raakten in gesprek. Zo kwam de driedelige maaiarm die ik al had ter sprake, en ook dat deze zo langzamerhand wel aan vervanging toe was. Samen hebben we toen nagedacht over een nieuw ontwerp. Het principe kende ik al, net als de maten en het gewenste bereik.' De belangrijkste kaders lagen al vast, dus het zou geen wild experiment worden.


Broens ging ermee aan de slag. Behalve dat Romijn binnen een bepaalde breedte wilde werken, waren er nog een paar wensen, zoals een stabiele arm met een lange verwachte levensduur, goed zicht op het werk en een aanrijbeveiliging. De opgave was om deze doelen te bereiken in combinatie met een zo laag mogelijk gewicht, om er met een lichte tractor goed mee te kunnen werken. Romijn zegt blij te zijn met het resultaat, dat volgens hem een hele vooruitgang is ten opzichte van zijn oude maaiarm. Het totale gewicht is beperkt gebleven tot circa 200 kilogram en het zwaartepunt ligt ook nog een stuk lager dan dat van de voorganger. De lage positie van de vaste componenten zorgt voor dat lage zwaartepunt en tegelijk voor een verbeterd zicht vooruit. De snoeibak zit standaard aan de rechterkant en weegt ook nog eens 100 kilogram. Daarom zijn vaste componenten die voor gewicht zorgen, zoals de olietank, aan de linkerzijde geplaatst in plaats van rond het midden. Zo zorgen ze voor extra contragewicht.

Omdat Romijn er een seizoen lang mee heeft gewerkt en de ervaringen positief zijn, komt een marktintroductie dichterbij. Bij de ontwikkeling van nieuwe machines voor klanten is dat volgens Broens ook altijd de bedoeling: om er uiteindelijk een 'handelsmachine' van te maken. 'Deze maaiarm is speciaal gebouwd voor Romijn. Daarmee is het voor ons nog een prototype. Het is voor mij altijd een overweging of ik er verder markt in zie. Op die manier krijgt de klant waar voor zijn geld en heb ik er ook wat aan. Niemand zit te wachten op een dure, helemaal nieuw ontwikkelde machine die maar één keer wordt gebouwd.'

'We kunnen er niet omheen om ook op prijs te concurreren'

Kosten

Niches opzoeken is volgens Broens één manier voor Rumex om als kleine producent bestaansrecht te hebben. 'Maar we kunnen er niet omheen om ook op prijs te concurreren met andere aanbieders. Met dat voor ogen, hebben we bijvoorbeeld voor onze maaikorven een eigen gepatenteerd alternatief gemaakt voor de slijtplaatjes. In plaats van deze zoals gebruikelijk op de ondervingers te schroeven, laten we ze erop vastgieten. Dat zorgt voor een lagere weerstand en een snellere montage van het geheel, met de helft van het aantal bouten. Zo worden de onderhoudskosten lager voor de klant. Maar ook met de verkoopprijzen moeten we scherp zijn. We proberen onder de prijzen van grote concurrenten te blijven, zonder concessies aan de kwaliteit.' Dat stelt onder meer hoge eisen aan de inkoop van onderdelen, weet hij. 'We hebben een goede samenwerking met leveranciers. Als aanvulling op de inkoop maken we ook onderdelen in onze eigen verspaanafdeling. Zodra een machine stil komt te staan voor regulier werk, zetten we die in voor de productie van onderdelen voor de voorraad. Dat is ook aantrekkelijk omdat we sommige onderdelen moeilijk voor een geschikte prijs kunnen inkopen, bijvoorbeeld door de prijspolitiek van een leverancier. Zelf maken is vaak goedkoper en we weten dan ook zeker dat ze goed zijn. En op deze wijze realiseren we tegelijk een hoge bezettingsgraad. Dat helpt ook om rendabel te werken.'


LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
GEVRAAGD: Webdesign Hamburg
maandag 25 november 2024
AGENDA
Groene Sector Vakbeurs 2025
dinsdag 7 januari 2025
t/m donderdag 9 januari 2025
Agribex 2025
woensdag 3 december 2025
t/m zondag 7 december 2025

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER