Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Abelia aanbevolen

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Ronald Houtman, vrijdag 11 december 2020
465 sec


Er zijn van die gewassen die baat hebben bij klimaatverandering. Abelia is er zo een. Het vooroordeel dat Abelia breekbaar en niet erg winterhard is, ebt gelukkig snel weg. Natuurlijk zijn er wat soorten en cultivars die iets meer verzorging nodig hebben, maar dankzij veredelingswerk zijn er de laatste twintig jaar prima cultivars aan het sortiment toegevoegd.

Abelia chinensis
Abelia chinensis

Van oudsher wordt Abelia geplaatst in de Caprifoliaceae, de familie waarin we onder andere ook Diervilla, Kolkwitzia, Lonicera, Symphoricarpos en Weigela vinden. Moderne inzichten hebben echter geleid tot nieuwe splitsingen binnen deze familie. Zo wordt Abelia tegenwoordig steeds vaker in de afgesplitste familie Linnaeaceae geplaatst. Samen met Dipelta, Kolkwitzia en Linnaea (het Linnaeusklokje). Hoe dan ook, deze drie laatstgenoemde geslachten zijn dus het nauwst verwant aan Abelia.
Alle Abelia zijn dichtvertakte, kleine tot middelgrote struiken. Ze zijn allemaal bladverliezend of (half)wintergroen en de bladeren staan steeds tegenover elkaar of in kransen van drie (soms vier). De witte tot (purper)rode, klok- tot trechtervormige bloemen staan alleen of in schermpjes tot acht bloemen bijeen. Opvallend zijn de kelkjes; deze zijn vaak lila tot roodachtig en kleuren na het uitbloeien intenser, iets wat ook te zien is bij Heptacodium, eveneens een lid van de Caprifoliaceae.
Lange tijd werden circa 30 soorten erkend. Hetzelfde onderzoek dat leidde tot de splitsing in de familie, leidde in 2017 ook tot de conclusie dat een aantal soorten dermate van elkaar afwijken, dat ze in aparte geslachten geplaatst zouden moeten worden. Volgens deze inzichten blijven slechts vijf soorten en een hybride over. De circa 25 andere soorten moeten we nu Diabelia, Vesalea of Zabelia noemen.


Sierwaarde

Abelia is natuurlijk het bekendst als bloemheester. Logisch, de bloei is meestal fraai en uitbundig. Maar een groot deel van de moderne cultivars heeft gekleurde of bonte bladeren. En bij sommige cultivars is ook de combinatie van (bont) blad en bloemkleur zeer attractief. Verkijk je overigens niet op het feit dat de meeste cultivars de eerste jaren dwergachtig lijken te groeien. Als ze enkele jaren vast staan, kunnen ze gemakkelijk 1,5 m of hoger worden. Vroeger leerden we dat Abelia onvoldoende winterhard was in ons klimaat. Maar 'dankzij' klimaatverandering kunnen de meeste cultivars tegenwoordig wel op grote(re) schaal worden toegepast.
Als Nederlandse naam voor Abelia wordt 'abelia' aanbevolen (bron: Nederlandse namen van cultuurplanten, Naktuinbouw, 2020). Feitelijk is het dus geen Nederlandse naam, maar de wetenschappelijke naam is (ook voor de particulier) niet al te moeilijk en eigenlijk best welluidend.
Niet zonder reden werd Abelia dus steeds populairder, waardoor ook plantenveredelaars zich op dit gewas stortten. Het aantal cultivars groeide de afgelopen twintig jaar dan ook gestaag. Veruit de meeste cultivars behoren tot A. grandiflora.


Abelia is natuurlijk het bekendst als bloemheester


Toepassing

Abelia is een typische warmteminner. Plant hem dus bij voorkeur in de volle zon of lichte schaduw. De bodem moet goed doorlatend zijn, maar mag niet uitdrogen. Volgens de literatuur heeft Abelia een voorkeur voor kalkrijke grond met een pH van 6 of hoger. Met name lichte kleigronden, leem- en zandgronden blijken erg geschikt. Maar in praktijk is gebleken dat de planten ook op (iets) zuurdere gronden prima groeien.
De planten hebben de naam fragiel te zijn en tot op zekere hoogte is dat ook zo. Het verdient aanbeveling Abelia niet in groenstroken en dergelijke toe te passen, omdat de takken toch wel zo breekbaar zijn dat ze geen kinderfietsen en dergelijke kunnen weerstaan. Wel zijn ze prima geschikt om op A-locaties in plantvakken of als lage haag toe te passen. Voor toepassing in de openbare ruimte is A. grandiflora 'Nanna' het geschiktst, simpelweg omdat het de sterkste, groeikrachtigste cultivar is.
Abelia is bij uitstek een plant voor de particuliere tuin. De uitbundige en langdurige bloei, verlengd door het kleuren van de kelkjes, en de fraai gekleurde bladeren vormen de voornaamste sierwaarden. De planten kunnen het best solitair of in kleine groepen worden toegepast. Dankzij de variatie in blad- en bloemkleuren zijn veel combinaties mogelijk met andere heesters, vaste planten en siergrassen.


Soorten

De vijf soorten die volgens de laatste inzichten tot het geslacht worden gerekend, zijn: Abelia chinensis, A. forrestii, A. macrotera, A. schumannii en A. uniflora. Binnen deze vijf soorten worden trouwens nog elf natuurlijke variëteiten onderscheiden, maar dat is voer voor taxonomen.
Abelia chinensis komt niet alleen in China voor, maar ook in het noorden van Vietnam, op Taiwan en de zuidelijke Japanse eilanden Amami en Ryukyu. Het is een middelgrote struik, tot circa 2 m hoog en met donkergroen blad. Vanaf juli tot in september verschijnen de rozewitte, licht geurende bloemen. De individuele bloemen zijn relatief klein (circa 1,5 cm), maar ze staan in grote, dichte pluimen. Af en toe wordt deze toch wel fraaie soort gekweekt.
Veel minder bekend is A. forrestii, eveneens een struik tot circa 2 m hoog. De twijgen zijn dicht behaard en de bladeren smaller dan bij andere soorten. De bloemkleur varieert van wit tot paarsroze. Dankzij de opvallend lange bloembuis en het ontbreken van een honingmerk (het gele tot oranje vlekje aan de binnenkant van de bloemen) is A. forrestii een herkenbare soort.
Abelia macrotera klinkt niet erg bekend, maar in deze soort zijn (als variëteiten) een aantal voormalige, wat bekendere soorten ondergebracht. Hieronder vallen onder andere A. engleriana, A. graebneriana en A. parvifolia. Inclusief de zeven variëteiten is A. macrotera dus behoorlijk variabel. Het zijn (half)wintergroene struiken, tot maximaal 2 m hoog, met overhangende twijgen. De donkergroene bladeren glanzen niet. De bloemen zijn roze tot purperachtig aan de buitenkant en duidelijk lichter, soms bijna wit, aan de binnenkant.
Abelia uniflora lijkt qua groeiwijze op A. macrotera, maar verschilt hiervan door onder andere het aantal kelkblaadjes, het feit dat de bloemen steeds alleen staan en dat ze veel lichter van kleur zijn.
Abelia schumannii is een bladverliezende struik waarvan de bladeren gewoonlijk bronsrood verkleuren in de herfst. De alleenstaande bloemen zijn relatief groot en paarsroze met een oranje honingmerk aan de binnenzijde.


Hybride

Het is bekend dat Abelia vrij gemakkelijk hybridiseert, maar A. grandiflora, ontstaan uit een kruising tussen A. chinensis en A. uniflora, is de enige hybride met een hybridesoortnaam. Het is ook veruit de bekendste Abelia, die uitgroeit tot een struik van circa 2 m hoogte of zelfs iets hoger. Bij de 'gewone' hybride is het blad glanzend groen, maar bij veel cultivars is het bont. In milde winters is A. grandiflora wintergroen, maar de plant kan het best als halfwintergroen worden beschouwd. De bloemen openen vanaf juni tot in september. Ze zijn wit tot lichtroze. De ruim twintig cultivars worden lang niet allemaal op redelijke schaal gekweekt.
Abelia grandiflora werd in 1886 geïntroduceerd door de gebroeders Rovelli uit Pallanza, aan het Lago Maggiore in Italië. Waarschijnlijk hebben zij de plant niet zelf gevonden en was deze toen al langer in die regio in cultuur. Er zijn in Nederland verschillende groenbladige A. grandiflora in cultuur, die allemaal als zodanig in de handel zijn. De Deense cultivar 'Nanna' werd in 2001 geselecteerd na een vergelijkende test, waarbij klonen van A. grandiflora vanuit de hele wereld waren verzameld. Deze (toen nog onbenaamde) kloon bleek de mooiste, beste en tevens meest winterharde. Deze cultivar is ook op de markt als 'Type Esveld'. Het is een prachtige cultivar, met glanzend donkergroen blad dat een prima achtergrond vormt voor de zeer lichtroze tot witte bloemen en roze kelkjes.



Het is bekend dat Abelia vrij gemakkelijk hybridiseert

Kelkblaadjes

Een opvallende sierwaarde van veel soorten en cultivars vormen de kelkblaadjes, een kransje dat achter iedere individuele bloem zichtbaar is. Tijdens de bloei zijn de kelkblaadjes groen tot licht roodbruin. Als de bloemen uitgebloeid zijn, verkleuren de kelkblaadjes bij veel Abelia's donkerder oranjebruin, roodbruin of bijna (paars)rood. Zo hebben de uitgebloeide planten nog extra sierwaarde.
Daarnaast zijn de kelkblaadjes belangrijk bij de determinatie van de soorten. Abelia chinensis en A. forrestii hebben steeds vijf kelkblaadjes per bloem, A. macrotera en A. schumannii hebben twee kelkblaadjes en A. uniflora heeft twee tot vier kelkblaadjes. Omdat A. grandiflora een hybride is, varieert het aantal kelkblaadjes tussen twee en vijf.


Groenbladig

Naast de al genoemde 'Nanna' zijn nog verschillende groenbladige cultivars aan te bevelen. Abelia 'Edward Goucher' is een breed opgaande struik, tot ongeveer 1,5 m hoog en breed. Het blad is glanzend donkergroen, maar de jonge scheuten zijn purpergroen en donzig behaard. De bloemen openen vanaf begin juli tot in de herfst. Ze zijn violetroze met een oranjegele vlek in de keel, terwijl de kelkjes licht steenrood zijn. Abelia grandiflora 'Prostrate White' is wat onbekender. De plant groeit breed spreidend-opgaand tot circa 1 m hoog en 1,5 m breed. De witte bloemen contrasteren prima met de roodbruine kelkjes en het donkergroene blad. 'Prostrate White' lijkt wat op de bekendere, eveneens groenbladige, 'Sherwoodii', maar groeit iets meer spreidend en bloeit rijker.
Abelia 'Abenov41' (PINK PONG) is een interessante hybride, ontstaan uit een kruising tussen A. schumannii 'Bumble Bee' en A. grandiflora 'Semperflorus'. Deze goed groeiende, wintergroene heester wordt ruim 1,5 m hoog. De bloemen zijn donkerroze in knop en iets lilaroze als ze open zijn. De keel is donkergeel geaderd en de kelkjes zijn roodkoperkleurig.
Abelia 'Lynn' (PINKY BELLS) is groeikrachtiger dan de meeste cultivars van A. grandiflora en groeit uit tot een brede, afgeplat bolvormige struik. De bladeren zijn dof middengroen en de jonge scheuten kleuren oranjebrons in de herfst. De bloemen zijn zachtroze met een oranje honingmerk. De kelkjes bestaan uit twee roodbruine kelkbladen met een duidelijk afgeronde top. Hij is ontstaan uit een kruising tussen A. schumannii 'Bumble Bee' en A. grandiflora 'Little Richard'. De bloemen van 'Lynn' (PINKY BELLS) zijn relatief groot, een invloed van A. schumannii als ouder. Deze kruisingsouder, A. schumannii 'Bumble Bee', is overigens een vrij opgaande struik met sierlijk overhangende twijgen. De bloemen zijn roze met oranje honingmerken. 'Bumble Bee' groeit compacter dan de soort A. schumannii.
Waarschijnlijk de beste groenbladige cultivar is Abelia 'Raspberry Profusion', ontstaan uit een bewuste kruising tussen A. 'Edward Goucher' en A. chinensis. De opvallend compact groeiende plant heeft glanzend donkergroene bladeren en zachtroze bloemen met opvallend frambooskleurige kelkjes. Omstreeks begin juni begint de bloei, wat iets eerder is dan bij andere cultivars. Vanwege het compacte formaat is 'Raspberry Profusion' ook geschikt als potplant.


Wit, geel, oranje en rood

Verschillende cultivars hebben bonte bladeren. Dit geeft de planten extra sierwaarde, maar kan ook ontsierend zijn omdat de bloemen soms niet mooi combineren met het bonte blad. Ook een waarschuwing: alle bontbladige cultivars hebben de neiging groenbladige twijgen te vormen. Bij sommige cultivars is dit sterker dan bij andere, maar de groenbladige twijgen moeten steeds in een zo vroeg mogelijk stadium worden weggenomen.
Met een introductie in 1987 is A. grandiflora 'Conti' (CONFETTI) een van de oudere bontbladige cultivars. Het is een laag en breed groeiende plant. De vrij kleine, glanzend donkergroene bladeren hebben smalle crèmewitte randen. Als de temperatuur in de herfst daalt, kleuren de bladranden roze. De bloemen zijn zeer lichtroze tot wit, de kelkjes roze, wat een geinig effect geeft. A. grandiflora 'Wevo2' (LUCKY LOTS) is eveneens een plant met witgerande bladeren. De bloemen zijn licht lilaroze tot wit en ook de kelkjes zijn lichtroze. Ook A. grandiflora 'Opstal103' (MAGIC DAYDREAM) is een laag en breed groeiende plant. Het jonge blad is donkergroen met zalmkleurige randen, terwijl de bladeren 's zomers naar grijsgroen met crèmekleurige randen verkleuren. Het is een rijkbloeiende plant, waarvan de bloemen lichtroze tot rozewit zijn. Ook de kelkjes zijn bont: bruinroze met zalmkleurige randen. Ook de bladranden van A. grandiflora 'Abghop' (Hopley's) veranderen gedurende het seizoen van kleur. In de jonge bladeren zijn de randen goudgeel tot groenig geel. 's Zomers kleuren de bladranden wit. De bloemen zijn zeer licht roze en verbloeien bijna wit.
Door de intense bladkleuren is A. grandiflora 'Kaleidoscope' een van de opvallendste cultivars. Het blad loopt heldergeel en groen uit, vervolgens kleurt het 's zomers donkerder groen met goudgele tot crèmegele randen. Als in de herfst de temperaturen dalen, verschijnen oranje en rode tinten in het blad. Nog later in de herfst kleurt het blad roder. Om het kleurenfestijn compleet te maken: de bloemen zijn wit, de kelkjes roze. De bijzonder uitbundige kleuren van 'Kaleidoscope' maken de plant smaakafhankelijk; hij wordt niet door iedereen gewaardeerd.
Met glanzend tweekleurige, donkergroen met eerst goudgele, later zilverwitte, randen is A. grandiflora 'Sunrise' veel 'klassieker' bont. De jonge twijgen zijn rood, wat leuk contrasteert met het bonte blad. In de herfst kleuren de bladeren naar oranje en rode tinten. De bloemen zijn wit, vaak met een roze blos en de kelkjes zijn lichtroze.
Abelia grandiflora 'Gold Spot' is een opgaande struik met overhangende takken. De helder goudgele bladeren kleuren 's zomers groener, waarbij de hoofdnerf steeds geel blijft. Soms kleuren oudere bladeren donkergroen, met onregelmatige geelgroene vlekken in het midden. De bloemen zijn zeer lichtroze tot wit. Vooral in het voorjaar contrasteert het goudgele blad mooi met de rode jonge twijgen. De naam 'Gold Spot' komt misschien wat minder voor in lijstjes, maar de plant wordt onder diverse (foutieve) namen gekweekt en verhandeld. Planten die in de handel zijn als 'Aurea', 'Goldsport' en 'Gold Strike' zijn allemaal identiek aan 'Gold Spot'.



Sortimentsonderzoek

Vanaf het najaar van 2016 tot en met de zomer van 2018 werd een sortimentsonderzoek naar Abelia uitgevoerd door de keuringscommissie van de Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen (KVBC). Het sortiment stond in Boskoop opgeplant op de sortimentstuin Harry van de Laar en in Zundert bij Boomkwekerij Bömer. De grillige winter van 2017-2018 was een goede toets voor de opplant. December 2017 en vooral januari 2018 waren duidelijk milder dan gemiddeld, terwijl het van half februari tot begin maart juist ijzig koud was.
Er waren soms duidelijke verschillen tussen de planten die in de Zundertse lemige zandgrond stonden en de planten in de Boskoopse veengrond. Sommige cultivars groeiden in Zundert minder dan in Boskoop, terwijl andere juist beter presteerden in Zundert. Uiteindelijk werden tien cultivars bekroond, vijf groenbladige en vijf bontbladige. Dat een relatief laag aantal cultivars werd bekroond, heeft als voornaamste reden dat verschillende cultivars uiterlijk sterk op elkaar lijken, maar er wel verschillen zijn in bloeirijkheid en winterhardheid. Bij bontbladige cultivars speelt stabiliteit ook een rol.


Het volledige keuringsrapport is te lezen in Dendroflora Nr. 54 (www.dendroflora.nl).

LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
GEVRAAGD: Webdesign Hamburg
maandag 25 november 2024
AGENDA
Groene Sector Vakbeurs 2025
dinsdag 7 januari 2025
t/m donderdag 9 januari 2025
Agribex 2025
woensdag 3 december 2025
t/m zondag 7 december 2025

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER