Niet-geregistreerde leidingen in de grond vormen grote uitdaging |
|
|
|
Karlijn Raats,
maandag 24 mei 2021 |
|
| 496 sec |
Bas van Oosterhout legt nieuw beregeningssysteem in Hortus botanicus Leiden aan
De oudste botanische tuin van Nederland, de Hortus botanicus Leiden uit 1590, heeft onlangs een nieuw beregeningssysteem gekregen. Dit vakblad bezocht het project in maart, toen Bas van Oosterhout het Toro-beregeningssysteem installeerde, bijgestaan door beregeningsspecialist Gerard Schoot Uiterkamp van Jean Heybroek.
Peter van Beers: 'De besturing is beveiligd. Als er teveel water wegvloeit, wordt dat gedetecteerd. Dat is een indicatie voor lekkage, dus dan slaat het hele besturingssysteem af.' |
De Hortus botanicus Leiden ligt open: er worden sleuven in de buitenruimte gegraven door Bas van Oosterhout voor de aanleg van de nieuwe beregeningsinstallatie, die in totaal 3.500-4.000 m lang is. De Hortus ademt historie, zowel de gebouwen, waaronder de Oranjerie, als de eeuwenoude bijzondere bomen buiten. Zelfs de grond legt de geschiedenis bloot: je kunt zien hoe de planten van oudsher werden beregend.
Geschiedenis
In vroegere tijden kregen de planten water uit een waterkar of met de gieter. De waterkar werd bevoorraad bij tappunten van een drinkwaterleiding, die op zijn beurt was aangesloten op drinkwaterputten. Het water geven was een zware, tijdrovende klus: de waterkar liet zich moeilijk verplaatsen en alles gebeurde handmatig. Ook was het zonde van het drinkwater. Daarom begon men bij de Hortus in 1985 met het gebruik van oppervlaktewater uit de Leidse singels, die rond het terrein lopen. Daarvoor legde het team zelf een ondergronds beregeningssysteem aan, waarvoor handmatig sleuven werden gegraven. Dit was nog kleinschalig; er werd daarnaast nog volop gewerkt met haspels uit tappunten. Elk jaar werd het systeem verder uitgebreid, totdat er in 2000 een praktisch compleet beregeningsnetwerk lag.
| De oude manier van water geven in het Rosarium van de Hortus botanicus Leiden, augustus 2020 |
|
|
Dit vakblad neemt een kijkje in de prachtige Oranjerie. De grote collectie kuipplanten heeft daar overwinterd en wordt op het moment van het bezoek, medio maart, naar buiten gebracht. Het team van de Hortus beschikte hier gedurende enkele jaren ook over een druppelsysteem, bestaande uit een 5 à 6 m lange buis, die tussen de kleinere planten in pot werd gezet. Theo Houthoff, chef tuinen: 'Dit systeem voldeed niet; het werkte té pleksgewijs. Als een pot toevallig net een halve meter verder stond dan de dag ervoor, kreeg die geen water. Tegenwoordig geven we deze planten liever met de broes water. Als we deze kuipplanten met een volwaardig druppelsysteem zouden bewateren, zou de hele tuin vol slangen liggen. Dat is optisch niet netjes en dus onwenselijk, gezien het grote aantal bezoekers. Als de planten binnen staan, is druppelen al helemaal niet wenselijk, want de Oranjerie wordt vaak verhuurd voor events, feesten en partijen. Deze historische ruimte moet er niet alleen netjes uitzien, maar ook veilig zijn. We willen niet dat er een gast over een slang struikelt.' Tuinmedewerker Wouter Koopman: 'De kuipplanten moeten bovendien water krijgen over het gehele grondoppervlak. Als ze alleen water bij de stam krijgen en de grond eromheen uitdroogt, sterven de planten. Door de hele grond te bevochtigen, houden we ook het bodemleven in de pot in stand. Handgestuurd met de broes kunnen we de bewatering secuurder uitvoeren.'
|
|
'Het hele systeem wordt hufterproof, hoewel het Hortus-publiek heel netjes is'
| |
|
Om te beregenen, moesten er slangen op statieven bij de tappunten worden aangesloten. De teamleden moesten inschatten waar ze de sprinklers het beste konden neerzetten op basis van de beschikbare (soms afnemende) druk. Links de Clusiustuin, rechts de Systeemtuin.
Heden ontmoet verleden
Tuinchef Theo Houthoff, zijn collega Wouter Koopman, Ronnie van Oosterhout van Bas van Oosterhout en Jean Heybroek-beregeningsspecialist Gerard Schoot Uiterkamp schuiven aan bij het gesprek. 'Overal waar wij het nieuwe beregeningssysteem aanleggen, komen we jullie oude pvc-leidingen tegen', zegt Van Oosterhout. 'Dat is een goed teken, want dat betekent dat we dezelfde filosofie hebben over de route waarlangs de leidingen het beste kunnen lopen.' Houthoff knikt: 'We hebben al die jaren goed gebruik kunnen maken van het systeem en het heeft ons veel opgeleverd. Op zich is de tuin de afgelopen vier decennia weinig veranderd. De grote bomen met hun lange dikke wortels stonden er al en de plantvakindeling is nagenoeg hetzelfde gebleven. Wij moesten destijds bij de aanleg dus met dezelfde zaken rekening houden als jullie.'
| Van links naar rechts: Theo Houthoff, Ronnie van Oosterhout, Gerard Schoot Uiterkamp, Wouter Koopman |
|
|
Uitbreiding
Het oude beregeningssysteem wordt geheel vervangen en er komt een flinke uitbreiding. De bestaande drinkwaterleiding, die voor een groot deel al jaren buiten gebruik is, vertoont lekkage. De Hortus botanicus Leiden is van plan om de drinkwaterputten te herstellen. 'We gebruiken het drinkwater nog steeds bij de barretjes die we opzetten voor evenementen, maar ook voor bepaalde machines, zoals onze onkruidstoommachine', legt Koopman uit. 'In het oude systeem gebruikten we af en toe ook nog drinkwater. De sproeiers in het beregeningssysteem hadden soms een te lage druk. Dan konden we de drinkwatertappunten gebruiken om toch wat extra sproeiers erbij te zetten. Met het nieuwe beregeningssysteem met singelwater worden alle planten goed beregend en hoeven we geen extra sproeiers meer in te zetten. Het drinkwater wordt vanaf nu alleen nog gebruikt voor evenementen.'
Nauwkeuriger en efficiënter
'Alle gazons en 27 plantvakken in de tuin worden vanaf nu automatisch beregend', legt Van Oosterhout uit. 'Voorheen was de waterdruk hooguit 4 bar. De druk viel ook weleens voor een deel weg op bepaalde punten. In het nieuwe beregeningssysteem is de druk hoger, zo'n 6 tot 7 bar, en bij de klep wordt de druk automatisch op 4 tot 5 bar gehouden. Deze hogere capaciteit garandeert dat er altijd voldoende druk is om overal goed te kunnen beregenen.'
Houthoff en Koopman zien uit naar het nieuwe volautomatische beregeningssysteem. Het bestuur van de Hortus besloot dit aan te schaffen na de lange, droge en warme zomers, maar ook naar aanleiding van een onderzoek door de afdeling Veiligheid, Gezondheid en Milieu van de Universiteit Leiden van een paar jaar geleden. De beregeningsinstallatie in de kas wordt al jaren streng gecontroleerd op de legionellabacterie. Een eerste buitenonderzoek naar legionella vond een paar jaar geleden plaats bij de tappunten. De onderzoekers vonden er geen legionella, maar stelden wel vast dat het risico bestond dat een andere soort bacterie zich zou kunnen verspreiden middels de nevel. Het advies luidde om niet meer te sproeien in aanwezigheid van publiek. Dat betekende dat het team niet meer kon sproeien tot twaalf uur 's middags, maar alleen tot tien uur 's ochtends, wanneer de Hortus opent voor bezoekers.
Het klaarzetten van de beregening werd daardoor zo arbeidsintensief, dat het team het bijna ondoenlijk achtte om nog goed water te geven, vooral in lange warme zomers. Om te kunnen beregenen, moesten er slangen op statieven bij de tappunten worden aangesloten. De medewerkers moesten inschatten waar ze de sprinklers het beste konden neerzetten op basis van de beschikbare (soms afnemende) druk. Koopman legt uit: 'We waren 's ochtends om zes uur al in de weer, zodat we klaar waren voor openingstijd, en dan ruimden we de hele opstelling weer op.' Houthoff voegt daaraan toe: 'We sproeiden ook onder tijdsdruk. We durfden niet 's nachts te sproeien vanwege zwakke plekken in het systeem en kans op lekkage.' Beide medewerkers zijn opgelucht dat het nieuwe systeem ruimte in de planning geeft en handen vrijmaakt. Ze lachen: 'Vanaf nu kunnen we ook 's nachts sproeien en heel vroeg in de ochtend, wanneer er nog niet teveel verdampt.'
| Tuinchef Theo Houthoff: 'We sproeiden voorheen onder tijdsdruk. 's Nachts durfden we niet te sproeien vanwege zwakke plekken in het systeem en dus kans op lekkage.' |
|
|
| Hortus-medewerker Wouter Koopman: 'Voorheen waren we 's ochtends om zes uur al in de weer, zodat we klaar waren voor openingstijd' |
|
|
Puzzelen
Peter van Beers, calculator/werkvoorbereider bij Bas van Oosterhout, voegt zich telefonisch bij het gesprek. Van Beers is degene die na de uitvraag van Jean Heybroek en na een uitgebreide terreinanalyse het ontwerp maakte voor de aanleg van het beregeningssysteem. 'Dit bestaat uit een hoofd-/ringleiding door de tuin. Deze vertakt zich naar de verschillende plant- en gazonvakken. Omdat de hoofdleiding dikker is en lastig te leggen met de machines, heb ik vooraf gekeken welke plaatsen wel en niet toegankelijk zijn voor de machines. Zo is het een no-go om onder de kroonprojectie van de grote bomen te werken. Maar ik let ook op dat er naast de paden (hoge) pop-upsproeiers worden neergezet in plaats van sproeiers op een standpijp. Dit om schade door vandalisme te voorkomen - ook al is het Hortus-publiek zeer beschaafd.'
|
'Onder de kroonprojectie van de grote bomen werken is een no-go'
| |
|
Voor Bas van Oosterhout is het af en toe even puzzelen om het plan uit te voeren. 'In de gazonvlakken trek je de leidingen er redelijk snel doorheen met een inploegmachine. Maar de varentuin, bijvoorbeeld, is heel dicht begroeid en ontoegankelijk voor machines. De aanleg daar is dus tijdrovend handwerk', zegt Van Beers.
Maar misschien wel de grootste uitdaging is dat de oude tekeningen van ondergrondse kabels en leidingen en de informatie van de Klic-melding niet altijd overeenkomen met wat er bij de uitvoering in de grond wordt aangetroffen. Het bedrijf Bas van Oosterhout heeft daar vaker mee te maken. Er moet dus zeer voorzichtig te werk worden gegaan en vaak worden er proefsleuven gegraven. 'Bijvoorbeeld als je met een raketboring een holle stalen mantelbuis onder een asfaltpad door wilt persen, waar later een slang doorheen wordt getrokken', legt Van Beers uit.
Schoot Uiterkamp: 'Waarschijnlijk heeft het Klic geen dossier over de Hortus botanicus Leiden, omdat dit Rijksvastgoed-eigendom betreft dat door de Hortus wordt gehuurd. We zien vaak bij grote tuinen, zowel privé als openbaar, dat er in het verleden ad hoc en zonder registratie onder de grond is gewerkt. Dat kan gevaar opleveren, zeker als gasleidingen lopen die niet op tekening staan. Daarnaast kun je nergens fatsoenlijk meer graven. Alles wat wij nu doen en tegenkomen bij de aanleg, wordt op een digitale gps-kaart vastgelegd.'
|
In het verleden is er vaak ad hoc en zonder registratie onder de grond gewerkt
| |
|
Het beregeningssysteem
Van Beers vertelt dat er bij de Hortus botanicus Leiden allereerst een hightech pompinstallatie wordt neergezet. 'Deze is helemaal frequentie-gestuurd, met een constante drukregeling. De ene sproeiergroep verbruikt bijvoorbeeld 2.000 liter water en de andere groep 5.000 liter water. De pomp moet een wisselende waterhoeveelheid kunnen toedienen bij dezelfde druk. Daartoe houdt de besturing de druk gelijk en gaat de pomp terug in toeren wanneer dat nodig is, zodat er nooit teveel water wordt verbruikt. De besturing is bovendien beveiligd. Als er teveel water wegvloeit, wordt dat gedetecteerd. Dat is een indicatie voor lekkage, dus dan slaat het hele besturingssysteem af.' Schoot Uiterkamp vertelt over het beregeningssysteem van het merk Toro: 'Het systeem dat we hier in de Hortus aanleggen, is redelijk standaard. Als adviseur namens de Hortus zie ik erop toe dat de juiste materialen gebruikt worden en dat alles beregening-technisch "dekkend" is. We brengen zoveel mogelijk onder de grond aan en werken met pop-upsprinklers, zodat de objecten niet storend zijn voor het publiek en de medewerkers. Op sommige plaatsen zullen wel sproeiers zichtbaar zijn, maar dan kan het niet anders. Alles moet namelijk wel water krijgen.'
| Gerard Schoot Uiterkamp: 'We brengen zoveel mogelijk onder de grond aan en werken met pop-upsprinklers, zodat de objecten niet storend zijn voor het publiek en de medewerkers.' |
|
|
Van Beers: 'Bij gazons kiezen we altijd voor pop-upsproeiers, bij bodembedekkers voor hoge pop-upsproeiers, die op circa 30 cm uit de grond omhoog komen. Bij heesters en kleine bomen van ongeveer 1,5 m gebruiken we lage sproeiers, die de onderkant van de planten besproeien, of sproeiers op standpijpen, die over de beplanting heen sproeien. Dan valt er nog te kiezen tussen een nevelsproeier en een rotorsproeier, die een waterstraal geeft. Nevelsproeiers passen we toe bij fijne beplanting en bloemen, zodat er geen grote, zware druppels op de planten en bloemen vallen die schade zouden kunnen aanrichten.'
Dit zijn allemaal standaardoplossingen, die vooraf, maar ook ter plekke tijdens de aanleg bedacht worden. Verder hangen de gekozen sproeioplossingen vooral af van de locatie. Liggen er wortels, kabels of leidingen onder het pad, waar het systeem omheen moet? Hoe groot is het plantvak? Hoeveel planten moeten er gesproeid worden? Moeten de planten van bovenaf besproeid worden of van onderaf, tot en met de stam, en hoe hoog zijn die planten?
Uniforme beregening per plantvak
Van Oosterhout voegt daaraan toe: 'Er wordt gekozen voor een oplossing op maat, maar we houden wel eenheid aan binnen een plantvak. Een plantvak krijgt óf een groep rotators, óf een groep vernevelaars, óf een groep plantvaksproeiers.' Houthoff: 'Dat kan, want in een plantvak staan vaak dezelfde soort planten. Zo hebben we de Japanse en Chinese tuin, met daarin middelhoge heesters en kleine bomen, maar ook een varenplein met laagblijvende planten.'
Van Oosterhout legt uit waarom uniforme beregening per plantvak meer loont: 'Omdat de hoogte van de beplanting per plantvak over het algemeen gelijk is, kun je het beste sturen met een groep. Stel dat een gazon besproeid wordt door een groep rotators en er wordt een sproeier voor een plantvak bij gezet; dan krijgt het gazondeel met de plantvaksproeier standaard teveel water. Daarom moeten we de verschillende sproeigroepen goed met elkaar combineren.'
|
'Met een uniforme beregeningsgroep kun je het beste sturen'
| |
|
Koopman laat de lage sproeiers in de Chinese tuin zien. Botanisch gezien is hij daarin gespecialiseerd en hij was nauw betrokken bij de ontwikkeling en aanleg. Houthoff: 'Veel planten zijn nog niet zo groot als in volwassen staat. De sproeiers zijn dan ook in goede samenspraak met ons geplaatst.' Schoot Uiterkamp: 'Het is niet aan ons om te zeggen: laten we het zo aanleggen, dat is het makkelijkste. De tuinmedewerkers van de Hortus kennen de tuin op hun duimpje. Alleen samen kun je eruit komen.'
| Lage sproeiers in de Chinese tuin |
|
|
Onderhoud
Bas van Oosterhout neemt ook het onderhoud van het systeem op zich en het oplossen van eventuele storingen. Waar het tuinteam het oude systeem jaarlijks liet leeglopen ter voorkoming van vorstschade, wordt het nieuwe beregeningssysteem met een compressor leeggeblazen. Elk najaar worden alle groepen door Bas van Oosterhout winterklaar gemaakt en schoongemaakt. Dit is vooral van belang voor de sproeiers en elektrische afsluiters. Van Oosterhout legt uit: 'Een beregeningsinstallatie draait 100 procent goed als er geen vuil in het water zit. Maar omdat hij pakweg vier maanden per jaar niet wordt gebruikt, zinken de vuildeeltjes in het stilstaande water naar de bodem. Daarom moet alles worden schoongemaakt, ook al is het singelwater hier van goede kwaliteit.'
Schoot Uiterkamp voegt eraan toe: 'Er wordt een tappunt opengezet, waarna de hoofdleiding wordt leeggeblazen. Daarna worden alle secties leeggeblazen. De turbulentie die dan ontstaat, zorgt ervoor dat al het vuil aan de binnenkant van de buizen wordt meegenomen en uitgeblazen via de sproeiers. Deze installatie moet minimaal 25 jaar meekunnen, mits hij goed wordt onderhouden.'
Dicht bij de kust
Houthoff vertelt dat de Hortus botanicus Leiden relatief dicht bij de kust ligt. Toen er in 2015 een tekort aan zoet water dreigde vanwege de droge zomer, adviseerde het waterschap om te controleren of het singelwater waarmee werd beregend niet ziltig was door inkomend zout zeewater. 'Het ging dat jaar gelukkig op tijd weer regenen. Maar de zomers zijn tegenwoordig zo onvoorspelbaar, dat het spannend is of de kwaliteit van het singelwater zo goed blijft.' Dat brengt de gesprekspartners op het onderwerp 'waterbuffering op locatie' als klimaatadaptatiemaatregel voor de toekomst, in plaats van de afvoer van overtollig water via het riool.
| 'Dit zou een uitstekend zoetwaterretentiebekken zijn, mocht de Hortus botanicus Leiden ooit klimaatadaptiemaatregelen willen nemen.' |
|
|
Wanneer het gezelschap buiten langs de grote vijver voor het Universiteitsgebouw loopt, wijzen Schoot Uiterkamp en Van Oosterhout naar het water. 'Dit zou een uitstekend zoetwaterretentiebekken zijn, mocht de Hortus botanicus Leiden ooit klimaatadaptiemaatregelen willen nemen.'
Corona
Medio april is het project waarschijnlijk afgerond. Wellicht gaat de Hortus deze zomer open voor publiek. Van Oosterhout geeft toe dat de sluiting door de coronacrisis de werkomstandigheden tijdens het project vergemakkelijkt. 'We hebben de tijd en letterlijk de ruimte om heldere afwegingen te maken, waardoor de Hortus Leiden nog jarenlang zal kunnen genieten van een perfect beregeningssysteem.'
| Ronnie van Oosterhout: 'Door de sluiting in verband met corona hebben we letterlijk de tijd en de ruimte om heldere afwegingen te maken en het beregeningssysteem perfect aan te leggen.' |
|
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|