Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

'Kan niet' ligt op het aanbestedingskerkhof, 'wil niet' ligt ernaast

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Hein van Iersel, vrijdag 24 september 2021
376 sec


Langjarige contracten zijn lastig, maar niet onmogelijk. Waar een wil is, lijkt ook hier een weg te zijn!

Mijn vader heeft het in mijn herinnering minimaal duizend keer gezegd: 'Kan niet ligt op het kerkhof en wil niet ernaast.' Met langdurige contracten lijkt iets dergelijks aan de hand. Iedereen ziet de voordelen, maar het blijft ingewikkeld om ze in de praktijk toe te passen. Vakblad Stad+Groen verkent deze uitdaging in het eerste Aanbestedingcafé bij de VHG. De gasten: vijftien aannemers, ambtenaren en adviseurs.


Het is nog vroeg in de ochtend en bovendien vrijdag. Maar het aantal afmeldingen voor dit eerste Aanbestedingscafé dat Stad+Groen organiseert, ligt op een historisch laagtepunt. Dat kan aan het onderwerp liggen: langjarige contracten, maar ook aan het feit dat de sector coronamoe is. Eindelijk weer lekker discussiëren, brainstormen en elkaar inspireren. De aanleiding is de ruime ervaring die met name Greenfluencer Wim van Ginkel heeft met langjarige contracten. Het gaat dan ook opvallend vaak over projecten van de buitencategorie: projecten als Wonderwoods in Utrecht, bijvoorbeeld, en even opvallend vaak over gebouwen waarbij groenaanleg en langjarig onderhoud in één contract zijn gegoten. Door bouw en onderhoud in één hand te brengen, zo is het idee, wordt de aannemer gestimuleerd om een zo hoog mogelijke kwaliteit te leveren, die zo makkelijk mogelijk op dat niveau te houden is. Voor normale groenprojecten geldt dat in principe natuurlijk ook, maar in de praktijk ligt die combinatie iets minder voor de hand.

Jaap Verhagen van de gemeente Zutphen geeft de aftrap voor het forum. Hij schetst een aantal van de beren die hij ziet op de weg richting langjarig onderhoud: 'Als ik zie hoe we nu beheren en een aantal jaren geleden, dan is dat een wereld van verschil. Kijk alleen maar naar de thema's die de laatste jaren leidend zijn: biodiversiteit, klimaat en circulariteit. Een paar jaar geleden was dat nog niet zo.' Verhagen zegt het niet met zoveel woorden, maar lijkt te bedoelen dat het lastig is om een contract op te stellen als je niet weet welke thema's over een paar jaar in de mode zijn.

Beren op de weg

Ook Ellen Prosée van de gemeente Someren ziet een aantal uitdagingen. Haar grootste struikelblok is dat langjarig aanbesteden in veel gemeentes maar amper is toegestaan. Prosée mag aanbesteden tot maximaal vier jaar; alleen met heel sterke argumenten kan ze een langjarig contract op de markt brengen.


Herman Wevers van Alles over Groenbeheer begrijpt het probleem van Prosée, maar geeft aan dat er geen wettelijke obstakels zijn. De Aanbestedingswet laat hier gewoon ruimte voor (zie kader). Wevers erkent als aanbestedingsspecialist dat door opdrachtgevers vak gekozen wordt voor een maximale looptijd van vier jaar aan te houden. 'Wij hebben bijvoorbeeld voor de gemeente Zwijndrecht een bestek op de markt gebracht voor boomonderhoud met een looptijd van 9 jaar.'

Een derde ambtenaar, Joop Klimp van de gemeente Midden-Groningen, ziet nog een bezwaar waarmee hij rekening moet houden: als ambtenaar is hij direct of indirect verantwoording schuldig aan de gemeenteraad en die heeft nu eenmaal budgetrecht. Klimp: 'We hebben als ambtenaren rekening te houden met de grilligheid van de lokale politiek.'

Voordelen van groen

Dick Oosthoek, directeur van Groenkeur, probeert de argumenten van Klimp en Prosée te ontzenuwen: 'Je kunt toch wijzen op de voordelen van groen. Groen zorgt voor een betere gezondheid, hogere WOZ-waarden en lagere criminaliteitscijfers.' Prosée: 'Klopt allemaal, daar is iedereen in deze ruimte het over eens. Maar in een gemeenteraad werken dingen anders. Daar wordt de vraag gesteld: moet ik bezuinigen op groen of op de jeugdzorg?'


Hugo Later van Donker Groep kan zijn irritatie met moeite onderdrukken: 'Zo kun je toch niet discussiëren? Dan verliest groen altijd.' Prosée heft haar handen ten hemel, alsof ze wil zeggen: zo wil ik het eigenlijk ook niet. Besef wel dat een gemeenteraad niet bestaat uit groenprofessionals, maar uit allerlei verschillende mensen. En die kijken anders naar openbaar groen dan wij.'

Klimp van de gemeente Midden-Groningen legt uit hoe het volgens hem in elkaar zit: 'Het is heel eenvoudig. De raad heeft budgetrecht en dus het laatste woord. En de horizon van de raad is vier jaar, tot de volgende verkiezingen. Daarna kun je een totaal andere raad krijgen. Dat betekent dus per definitie dat je als ambtenaar rekening moet houden met de grilligheid van de politiek.' Klimp vervolgt: 'Begrijp me goed, wij willen niet vervelend zijn richting de markt en richting aannemers. Wij zijn vakgenoten en moeten er samen uit komen.'


Rijkswaterstaat

Tot zover drie ambtenaren, die vooral de obstakels voor langjarig aanbesteden naar voren brengen. Dat zou je kunnen beschouwen als negativiteit, maar om samen verder te komen, zul je daar als sector wel iets mee moeten doen. En gelukkig zijn er bij de overheid ook genoeg voorbeelden waarbij wel succesvol langjarig is aanbesteed. Erik Punt van aannemer Eijkelboom noemt als voorbeeld Rijkswaterstaat, dat talloze aanbestedingen op de markt heeft gebracht van soms wel dertig jaar.
Hugo Later benadrukt dat de openbare ruimte eigenaarschap nodig heeft. 'Wij praten in deze sector altijd over innovatie, en dan gaat het over beheren met accumachines in plaats van traditioneel. Ik vind dat geen echte innovatie. Innovatie is voor mij dat je de openbare ruimte onderhoudt op een fundamenteel andere manier, op een inclusieve manier, waarbij je de biodiversiteit op orde brengt. De overheid moet hierbij een beroep doen op de kennis van de sector. Bij die samenwerking zoek je de juiste contractvorm.'


Arie van Rijssen werkt bij aannemer Eijkelboom. Volgens hem gaat het erom dat je als aannemer laat zien dat je in control bent. Daarmee schep je ook het vertrouwen dat je als aannemerij nodig hebt om langjarig aan te besteden. Bart Dijkman van Ginkel Groep zegt hetzelfde met andere woorden: 'Langjarig onderhoud vereist missiewerk. En heel veel samenwerking.'

Samenwerken

Aan dat samenwerken lijkt het nogal eens te mankeren - overigens gelukkig niet altijd. Marco Dofferhoff is werkzaam als senior adviseur bij de afdeling beheer openbare ruimte van de gemeente Delft. Hij is dik tevreden over de samenwerking met zijn buurman bij het forum, Maurice Huisman van Krinkels. De insteek is daarbij steeds gemeenschappelijk eigenaarschap van het bestek. De modegevoeligheid van het beheer van de openbare ruimte lijkt Dofferhoff niet als een bezwaar te zien: 'Beleid is altijd vloeibaar.' Hij merkt daarbij op dat de gemeente altijd de mogelijkheid heeft om in te grijpen of te bezuinigen, ook al wordt er een langjarig bestek afgesloten.
De aanwezige aannemers protesteren tegen deze mogelijkheid, maar helaas lijkt dit wel de feitelijke situatie.


Wevers hoort het aan en schudt zijn hoofd: 'Dit is een discussie die nergens over gaat. Als je bijvoorbeeld bezuinigt op het snoeien van bomen, gaat het om dubbeltjes. Een boom kost tien euro per jaar. Waar praat je dan over? Groen kost niks of bijna niks, maar is wel veel waard.'

'Groen kost niks, maar is wel veel waard'

Beeldbestekken

De discussie verplaatst zich naar beeldbestekken. Veel aannemers voelen zich op dit gebied weleens onheus bejegend. Daarbij lijken gemeentes er vooral op uit te zijn om zo vaak en zo snel mogelijk een boete uit te schrijven. Dat helpt natuurlijk niet als je gezamenlijk een mooie prestatie moet neerzetten. Je kunt daar op verschillende manieren naar kijken. Enerzijds heb je bij het beheer van de openbare ruimte te maken met natuur. Dit voorjaar, maar ook deze zomer nog schiet het onkruid uit de grond. Dan is het onmogelijk om de aannemer op ieder moment aan het afgesproken beeldkwaliteit te houden.


Als het onkruid uit de grond schiet, kun je niet verwachten dat het beeld gehaald wordt

Verhagen begrijpt dat, maar geeft aan dat deze medaille ook een andere kant heeft. 'Hoe eerlijk is dat ten opzichte van andere inschrijvers? Het bestek is gegund op basis van bepaalde voorwaarden. Als je dan niet handhaaft, is dat oneerlijk tegenover andere inschrijvers.' Dofferhoff lijkt sowieso niet erg enthousiast over het fenomeen beeldbestek. 'Wat interesseert het de gebruiker nu of een gazon wordt gemaaid op 20 of 30 millimeter? Het gaat om de beleving en het gebruik van de openbare ruimte. Er is weleens het beeld vergeleken in een Vinex-wijk met een jarenzestig-bloemkoolwijk. In de bloemkoolwijk was de verwachting dat het onderhoudsniveau lager was dan in de VINEX wijk. Het tegenovergestelde was waar, de totale inrichting van de openbare ruimte en bebouwde omgeving doet wat met de beleving.

Meanderende middelen

Bij de aannemers op hun beurt leeft sterk het gevoel dat ambtenaren vooral beheren vanachter hun bureau en op basis van hun Excel-sheet. De euro die gereserveerd is voor onkruid op verhardingen moet ook per se naar onkruid op verhardingen. Ook in jaren dat het onkruid door droogte totaal niet groeit, zoals in de afgelopen drie jaren. Later van Donker Groep: 'Ik zou willen gaan voor het idee van meanderende budgetten. Soms besteed je wat meer aan onkruid, een andere keer wat meer aan bomen. Met aannemers zijn daar prima afspraken over te maken.'


'Ik zou willen gaan voor meanderende budgetten: soms besteed je wat meer aan onkruid, een andere keer wat meer aan bomen'

Wevers komt met een andere suggestie. 'Op zich zien gemeentes wel de voordelen van langjarig onderhoud, maar ze zien vooral voordelen voor de aannemer. Deze heeft een langjarige omzetgarantie en de mogelijkheid om via efficiencyslagen extra rendement te halen. Waarom zoek je niet een model waarbij de gemeente kan meeprofiteren van die extra efficiency? Bijvoorbeeld in de vorm van een negatieve indexering. Stel, het lukt een aannemer om ieder jaar vijf procent efficiënter te werken. De helft daarvan gaat dan naar de opdrachtgever.' Dat idee van negatief indexeren wordt enthousiast opgepakt. Verhagen van de gemeente Zutphen: 'Dat is een interessant idee.'

Samenwerking

Dijkman schetst een andere manier om zaken te regelen: geen langjarige contracten, maar een apart bedrijf waarin gemeente en aannemerij samenwerken om de openbare ruimte te onderhouden. Dat zou met name interessant zijn voor gemeentes die hun eigen groendienst hebben. De gemeente kan hierin langjarig mensen uit de kaartenbak onderbrengen, en de aannemer specialistische kennis, machines en het management.


Dijkman krijgt de nodige tegenspraak. Gezamenlijk een bedrijf oprichten zou niet mogen. Dijkman: 'Dat klopt, dat mag niet zomaar. Maar als je het goed voorbereidt en de juiste constructie vindt, is daar geen bezwaar tegen. En je hoeft het ook niet voor de eeuwigheid te doen. Na een aantal jaren kunnen de aandeelhouders besluiten het bedrijf op te heffen en de tegoeden te verdelen.'

Wettelijk kader langjarige contracten

Richtlijn 2004/18 en de Aanbestedingswet verplichten aanbestedende diensten niet om een bepaalde minimum- of maximumlooptijd voor een contract aan te houden. De opdrachtgever heeft de vrijheid om de looptijd van het voorgenomen contract zelf te bepalen. Wel dient voor ogen gehouden te worden dat het vrije verkeer van goederen en diensten niet mag worden geblokkeerd. Dit hangt af van de aard van de overeenkomst en heeft onder andere te maken met de terugverdientijd van de investering. Hoe langer een opdrachtnemer bereid is een dienst te exploiteren, hoe eerder het gerechtvaardigd is de looptijd van het contract te laten oplopen en de investering terug te verdienen. (Bron: Europa Decentraal)

Bart Dijkman, Ginkel GroepEen meerjarenverplichting (>6 jaar) in onderhoudsovereenkomsten geeft een grote meerwaarde. Naast continuïteit is het grote voordeel dat we een grotere waarde creëren voor ons groene product in maatschappelijke en zowel economische zin. Het grote doel is om het kapitaalgoed te laten renderen en concrete resultaten te boeken. Dat aantoonbaar maken voor de gebruikers zal zorgen voor een compleet andere bewustwording in onze woon- en werkomgeving. Een randvoorwaarde hiervoor is de samenwerking tussen opdrachtnemer en opdrachtgever waarbij delen het sleutelwoord is.
Ellen Prosée, gemeente Someren: 'Het was heel bijzonder voor ons als opdrachtgevers om met opdrachtnemers om in een ongedwongen sfeer te kunnen praten over langdurige contractvormen, om tot de conclusie te komen dat we contractvorming op een andere manier kunnen gaan gebruiken om van de openbare ruimte een betere ruimte te maken, gebruikmakend van elkaars expertise.'
Dick Oosthoek, Groenkeur: 'Het was een interessante discussie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Beide zijn op zoek naar mogelijkheden om contracten flexibel te maken, maar weten nog niet hoe dit goed vormgegeven kan worden voor groenvoorzieningsdiensten. Als een contract flexibel kan zijn, neemt de kans op het afsluiten van langere contracten toe. Beide partijen willen hetzelfde, maar zoeken nog naar de manier waarop. Bij iedereen staat de kwaliteit voorop, om tegemoet te kunnen komen aan de wensen van bestuurders, raad en de burgerij. Een andere vraag is welke rol certificering hierbij kan vervullen.'
Arie van Rijssen, Eijkelboom: 'Het was een mooie discussie met verschillende partijen, waarin langdurig onderhoud zeker als meerwaarde werd gezien. Dit biedt kansrijke voordelen, zoals gezamenlijk eigenaarschap (samen ervoor gaan), gebiedskennis en continuïteit voor zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer.'
Hugo Later, Donker Groep: 'Het was een prima bijeenkomst met een goede sfeer en openheid, waardoor er een goede dialoog ontstond. Dit is echt winst, gezien het verschil in visie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Aanbesteders kijken vanuit controle, wij als aannemers vanuit de praktijk, de mogelijkheden van de omgeving. Wij handelen op basis van de behoeften die er zijn in de openbare ruimte. We willen maatwerk leveren en meedenken vanuit onze expertise. Daarnaast is de maatschappelijke druk hoog als het gaat om toekomstgericht handelen. Bij alles wat we doen, moeten we zorgen voor later; we moeten de groene ruimte herstellen en niet verder degraderen. Het herstel houdt de openbare ruimte leefbaar en vervult daarmee die maatschappelijke behoefte.'
Joop Klimp, gemeente Midden-Groningen: 'Het was een interessante VHG-ontmoeting, waarbij we als (groene) vakgenoten samen reflecteerden. Gezamenlijk is nadrukkelijk de wens uitgesproken dat we blijven volharden in "anders denken, anders doen", vooral in langetermijndenken. Door middel van langlopende (integrale) contracten kunnen we waardevol groen, zoals bomen en bermen, generatie-overstijgend verankeren binnen het beleid en de begroting.'
Marco Dofferhoff, gemeente Delft: 'Ik vond het interessant om te zien dat er nog grote interpretatieverschillen zijn tussen de partijen ten aanzien van de regelgeving. Hoe ga je bijvoorbeeld om met een RAW-systematiek? Je kunt vrij streng in de leer zijn, of het gesprek aangaan en daarmee de samenwerking. Wat voor mij belangrijk is: samen optrekken, om uiteindelijk verder te komen in het werkveld en alle verschillende belangen en doelen te realiseren die we als organisaties nastreven.'
Jaap Verhagen, gemeente Zutphen: 'Aannemers willen graag langdurige contracten; wij vinden een duurzame relatie belangrijk. Daarbij gaat het om eigenaarschap en uitstralen dat de aannemer de groendienst is van mijn team, het gevoel hebben dat zij werken in de leefomgeving van onze inwoners. We moeten samenwerken met de inwoners en participatie bevorderen.'
Erik Punt, Eijkelboom: 'Ik ben optimistisch over de gezamenlijke wens van opdrachtgevers en opdrachtnemers om tot meerjarige samenwerking te komen, maar tegelijk pessimistisch over het kortetermijndenken van bestuurders en de politiek, over de voortdurende druk om publicitair te scoren en het ene gat met het andere te vullen. Zo is de keus voor zorg óf groen absurd, zeker met de klimaatdoelstellingen in het verschiet.'

Deelnemers

Het eerste Stad+Groen Aanbestedingscafé werd bijgewoond door: Arie van Rijssen (Eijkelboom), Erik Punt (Eijkelboom, de Eijk Groep), Dick Oosthoek (Stichting Groenkeur), Hugo Later (Donker Groen), Bart Dijkman (Ginkel Groep), Maurice Huisman (Krinkels), Joop Klimp (gemeente Midden-Groningen), Ellen Prosée (gemeente Someren), Jaap Verhagen (gemeente Zutphen), Herman Wevers (Alles over Groenbeheer), Hein van Iersel (NWST), Marco Dofferhoff (gemeente Delft).

Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
AGENDA
Foire de Libramont
zondag 28 juli 2024
t/m woensdag 31 juli 2024
PlantariumGroen-Direkt Najaarseditie 2024
woensdag 21 augustus 2024
t/m donderdag 22 augustus 2024
Groentechniek Holland 2024
woensdag 11 september 2024
t/m zaterdag 14 september 2024
Future Green City 2024 in Utrecht
maandag 23 september 2024
t/m donderdag 26 september 2024
Vakbeurs Openbare Ruimte 2024
woensdag 25 september 2024
t/m donderdag 26 september 2024

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER