Beweegvriendelijkheid omgeving kan beter

NIEUWS

Wijnand Meijboom, maandag 25 oktober 2021

110 sec

Onderzoek Mulier Instituut naar sporten en bewegen in de openbare ruimte

Het Mulier Instituut heeft in september het brancherapport 'Sport en bewegen in de openbare ruimte' uitgebracht. In dit rapport wordt de beweegvriendelijke omgeving in kaart gebracht. De belangrijkste conclusie is dat vooral in niet-stedelijke gebieden de inrichting van de omgeving verbeterd kan worden.

Voldoende speelgelegenheid is belangrijk om het bewegen bij kinderen te stimuleren.

Nederland scoort gemiddeld 60 van de 100 punten op de zogenoemde Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO). Vooral in niet-stedelijke gebieden scoort Nederland laag op de fysieke inrichting van de leefomgeving om sporten en bewegen te stimuleren. 'We zien inderdaad dat Nederland niet maximaal scoort. Eigenlijk is het gemiddeld genomen maar een zesje. Uiteraard gaat dit allemaal om gemiddelden en is alles lokaal maatwerk', vertelt Rick Prins, senior onderzoeker van het Mulier Instituut.

De KBO geeft aan hoe beweegvriendelijk de leefomgeving is ingericht. Daarvoor zijn de aanwezigheid en bereikbaarheid van recreatief groen en water, sportaccommodaties, speelplekken in de openbare ruimte en voorzieningen van algemeen nut in kaart gebracht door het instituut.

Rick Prins Mulier Instituut

Pandemie

Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van de openbare ruimte om te sporten en te bewegen. Mede een gevolg van de pandemie, waardoor het beoefenen van georganiseerde sporten een tijd niet mogelijk was. De druk op de buitenruimte nam daardoor enorm toe en leidde zelfs regelmatig tot afsluiting van bossen en andere plekken. De onderzoekers willen met het rapport inzicht geven en hopen dat hun rapport een hulpmiddel kan zijn bij het beantwoorden van de vraag hoe beweegvriendelijk 'wij' de omgeving willen inrichten.

Plekje

De coronapandemie heeft duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is om in onze leefomgeving te kunnen sporten, spelen en ontspannen. De pandemie is tijdelijk, maar bevolkingsgroei, overgewicht, vergrijzing en verdichting niet. Daarbij komt nog de verwachting dat de openbare ruimte steeds meer gebruikt zal worden om te sporten en bewegen. Spelende kinderen, skatende jongeren, bootcampende volwassenen en wandelende ouderen eisen allemaal hun plekje op.

'We moeten niet afdrijven naar Amerikaanse buitensteden'

Prins: 'We moeten wel nadenken over hoe je een niet-stedelijk gebied wel beweegvriendelijk inricht en dat we niet afdrijven naar Amerikaanse buitensteden, waar je alleen ergens komt met een auto. Onze ervaringen met de inzet van de kernindicator bij gemeenten is dat je wel verder moet kijken dan alleen die fysieke inrichting. Beheer en onderhoud, georganiseerd aanbod, gevoelens van veiligheid zijn net zo belangrijk. Vooral veiligheid. En dat laat het brancherapport ook zien: denk aan verlichting voor de wandelaar en hardloper met de donkere dagen die er nu aan komen essentieel, maar voor de biodiversiteit een pijnpunt. Mijns inziens is er nog veel winst te behalen door met elkaar deze discussie aangaan: wat zijn mogelijkheden van verlichting in groen gebied, hoe ver willen we gaan om beweegvriendelijk te zijn?'

Michiel van Campen

Spelen

Michiel van Campen, voorzitter van de branchevereniging Spelen en Bewegen, is blij met het rapport en onderschrijft het geschetste beeld. Hij benadrukt dat het heel belangrijk is dat er voldoende speelgelegenheid is voor kinderen. Het is niet alleen belangrijk voor creativiteit en de cognitieve en motorische ontwikkeling van kinderen, maar spelen is volgens hem ook de voorloper om te gaan sporten 'Ook spelen is daarom belangrijk in de strijd tegen overgewicht. Kinderen die al vroeg gaan bewegen hebben ook later meer behoefte om te blijven bewegen en dat verlicht uiteindelijk de druk op de gezondheidszorg.' Meer speelgelegenheid is volgens hem altijd goed, ook in economisch opzicht, omdat investeringen in speelplekken gedaan worden bij lokale partijen.

REACTIES

Er zijn nog geen reacties.

Tip de redactie