'Standaardlijstjes toekomstbestendige bomen werken niet' |
|
|
|
|
| 398 sec |
Boom & Bonheur brengt gangbare en minder gangbare toekomstbestendige soorten voor het voetlicht
Het assortiment van Boom & Bonheur is breed. Deze kwekerij exporteert naar landen in allerlei klimaatzones, zoals Noord-, Oost- en Zuid-Europa. Zoomen we in op Nederland, dan ziet directeur Martien Mantje toekomstbestendige bomen vooral als 'de juiste bomen op de juiste plaats'. Mantje geeft sortimentstips voor verschillende omstandigheden, met gangbare en minder gangbare soorten. Sidekick en boombeheerder Martin Tijdgat, die regelmatig boomkwekerijen bezoekt, waaronder Boom & Bonheur, voorziet die tips van commentaar.
Volgens de directeur van Boom & Bonheur, Martien Mantje, draait het bij de toekomstbestendigheid allemaal om de geschiktheid van een boom voor een bepaalde locatie.
Extreme temperaturen
Er wordt tegenwoordig veel nadruk gelegd op hitte, droogte en stortbuien, maar ook vorst blijft deel uitmaken van het klimaatperspectief. Mantje: 'De vorsttemperaturen in Nederland zijn gematigd in vergelijking met de klimaatzone in Oost-Europa. Dat neemt niet weg dat je rekening moet houden met de mogelijkheid van flinke vrieskou bij de soortkeuze. Anderzijds heeft de thermometer in 2018 en vorig jaar 40 graden Celsius aangetikt. De omstandigheden worden dus extremer.'
|
'Bij de soortkeuze moet je ook rekening houden met flinke vrieskou'
| |
|
Droogte en natheid
In een heel jaar valt er dezelfde hoeveelheid neerslag, maar geconcentreerder. 'De periodes van droogte worden langer, in combinatie met hogere temperaturen, waardoor die droogte nog meer impact heeft', vertelt Mantje. 'Ingrijpen bij droge omstandigheden is cruciaal. Anders kan omgekeerde osmose in bepaalde omstandigheden een negatief effect hebben op de beplanting. De bomen verdrogen dan door een te hoog zoutgehalte in de bodem, bijvoorbeeld door strooizout. In strooigebieden is het dus belangrijk om de vraag te stellen welke bomen en planten extra goed tegen zout op de wortel kunnen.' De regen die wel valt, komt vaker in korte, hevige buien uit de lucht vallen. 'Overtollig hemelwater wordt in stedelijk versteend gebied opgevangen in bijvoorbeeld wadi's. Dit soort locaties vraagt om een specifiek sortiment. Na een hoosbui staat er veel water in een wadi en als de wadi droog ligt, wordt de bodem hard. Dat vraagt de nodige kennis van planten en bomen.'
|
'Door deze extremen is het sortiment beperkter; dat vraagt de nodige kennis'
| |
|
Zonnebrand
Langere periodes van droogte verhogen het risico op zonnebrand bij bomen. Mantje ziet dat zonnebrand vooral optreedt wanneer er iets ingrijpend verandert in de situatie van zonnebrandgevoelige bomen. 'Je ziet dat bij bomen die verplant zijn, wat intensiever zijn gesnoeid, of bij droogtestress, zoals bij verandering van de grondwaterstand.' Mantje ziet dit niet als reden om zonnebrandgevoelige, maar verder prima geschikte soorten minder toe te passen in de openbare ruimte. 'Zonnebrandgevoelige bomen kun je het beste gewoon insmeren. Zonnebrand kan natuurlijk ook voorkomen worden door de boom op de juiste plaats te zetten.'
| Gymnocladus dioica |
|
|
| Gleditsia triacanthos |
|
|
Gymnocladus dioica
Mantje: 'In Canada wordt Gleditsia triacanthos, een onder Nederlandse ontwerpers populaire boomsoort, flink geteisterd door de Aziatische boktor. Vooral in de regio rond Toronto zijn beheerders volledig overgestapt op Gymnocladus dioica als alternatief voor Gleditsia. Hoewel Gymnocladus dioica in Nederland minder beschikbaar is dan Gleditsia triacanthos, is het een absolute eyecatcher die een bijzondere plek verdient. Hij heeft, net als Gleditsia, een prachtige transparante kroon die het licht niet blokt, maar gefilterd doorlaat. De stam is heel karakteristiek; de boom heeft witte bloesems, mooie herfstkleuren en een mooi winterbeeld. Gymnocladus dioica kan langere periodes van droogte aan en verdraagt matige hoge temperaturen. Hierdoor is het voor Nederland een goed toepasbare boom. Overigens zijn Sophora japonica en Koelreuteria paniculata met hun transparante kroon ook goede alternatieven als je eens iets anders wilt aanplanten dan Gleditsia.' Tijdgat: 'Ik zou naast Gymnoclades ook dolgraag meer Carya, Sorbus en Phellodendron toepassen. Deze bomen zijn eveneens transparant en karakteristiek, maar helaas ook slecht verkrijgbaar op dit moment.'
Celtis julianae
Mantje: 'Deze boom is minder populair bij ontwerpers en minder in cultuur bij kwekers dan C. australis en C. occidentalis, maar het is een prachtig en krachtig groeiende boom waarmee prima afgewisseld kan worden. Hij is winterhard en kan goed tegen hitte, droogte én luchtverontreiniging. Deze boomsoort wordt veel aangeplant in Zuid-Frankrijk, waar de extremen nog groter zijn dan bij ons: vroeger in het voorjaar droogte en hogere temperaturen in de zomer. Over kronen gesproken: Celtis julianae heeft ook een transparante kroon, die in de jeugdfase piramidaal is en uiteindelijk schermvormig wordt. De boom kan wel 18 tot 20 m hoog worden.' Tijdgat: 'Celtis julianae staat hoog op mijn verlanglijstje van nog toe te passen bomen. In Wijdemeren heb ik er plekjes voor gereserveerd. Andere Celtis-soorten hebben we wel getest, maar het was moeilijk om een doorgaande kroon te maken.'
| Celtis julianae |
|
|
| Celtis occidentalis |
|
|
| Celtis australis |
|
|
Acer campestre
Mantje: 'Acer campestre is de laatste jaren in al zijn variëteiten erg gewild. Deze boom komt voor in klimaatzone 5a en kan temperaturen tot -25, -30 graden aan. Ook verdraagt hij droogte goed, wat de laatste tijd goed te zien is op de kwekerij. Ondanks recente droge jaren is de mooi gesloten kroon goed ontwikkeld. Deze boomsoort verdraagt zout op de wortels ook goed.' Tijdgat: 'Acer campestre en het meer zuidelijke zusje A. monspessulanum zijn prima te gebruiken op locaties waar bomen 12-15 m hoogte mogen bereiken. Vervolgens gaat het bij de keuze om de breedtemaat en de betere cultivars wat meeldauwbestendigheid betreft. En die zijn er genoeg.'
| Acer campestre |
|
|
| Martien Mantje |
|
|
Ostrya carpinifolia
Mantje: 'Omdat Fagus het moeilijk had in de lange droge periodes van de afgelopen jaren, wordt er veel Carpinus betulus geplant als alternatief. Deze boom is namelijk goed bestand tegen extremen. Wie een keer wil afwisselen binnen dezelfde verschijningsvorm met een sterke soort, kan kiezen voor Ostrya carpinifolia. Deze boom onderscheidt zich door zijn vruchten, die op hopbellen lijken (vandaar de Nederlandse naam hopbeuk). Deze soort komt van nature voor in Zuid-Europa en kan dus tegen droogte en warmte. Hij komt voor in klimaatzone 5b en is bestand tegen temperaturen tot -20 graden Celsius. Ostrya carpinifolia wordt groot, 18 tot 20 m hoog, en heeft een kegelronde kroon in de jeugdfase, die uitgroeit tot een open, brede ronde kroon in de volwassen fase. Ostrya carpinifolia kan in verharding worden aangeplant en heeft geen last van ziekten of plagen. Hij moet in de aangroeiperiode wel goed in de gaten worden gehouden.' Tijdgat: 'Ostrya is een boomsoort die we te weinig krijgen aangeboden. Ik heb er plekjes voor gereserveerd waar ze de volle omvang kunnen bereiken. De paar die we al hebben, groeien toe naar de maat van de nabij staande platanen.'
| Ostrya carpinifolia |
|
|
| Carpinus betulus |
|
|
|
'Hou de bomen vooral in de aangroeiperiode goed in de gaten'
| |
|
Alnus cordata, Alnus spaethii, Alnus glutinosa
Mantje: 'Voor het buitengebied is Alnus cordata erg geschikt; voor de aansluiting van stedelijk gebied op buitengebied is A. spaethii goed toepasbaar. A. spaethii is een krachtige groeier en blijft goed in het blad, maar je moet wel genoeg ruimte hebben én sterk in je schoenen staan tegenover bewoners vanwege de pollen. Alnus glutinosa is geschikt voor wat nattere grond en kan dus bij wadi's worden toegepast.' Tijdgat: 'Bij de Alnus-soorten kijken we ook breder; zelfs in onze natte, arme rotgronden gedijt Alnus goed. Naast de A. cordata die er sinds de jaren zeventig staan, gebruiken we in de dorpen ook wel Alnus firma, A. subcordata en diverse aparte bladvormen van #A. glutinosa. Alnus speathii is een reus van een snelgroeiende boom. Die is eigenlijk alleen geschikt voor ruime, brede groenstroken en parken. Ik ben hier bezig ze uit straten te verwijderen, omdat het niet de juiste boom voor die locatie is.'
| Alnus glutinosa |
|
|
| Alnus spaethii |
|
|
| Alnus cordata |
|
|
Malus
Mantje: 'Malus doet het nog steeds prima: hij bloeit mooi, draagt vrucht, past goed in het klimaat. Malus 'Evereste' is beter verkrijgbaar dan de eveneens prachtige Malus tschonoskii. Van appeltjes met kleine vruchten kunnen meerdere cv's aangeplant worden, voor een aantrekkelijke diversiteit in bloem- en bladkleur. Er zijn inmiddels ook voldoende schurfttolerante soorten verkrijgbaar, zoals 'Mokum' en 'Brouwers Beauty'.'
Tijdgat: 'Bij Malus en andere soorten uit de rozenfamilie is het zoeken naar de soorten die het langer volhouden dan 40-60 jaar, liefst met geur! Mantje noemt er maar een paar, omdat de redactie hem beperkte ruimte geeft. Maar er zijn er natuurlijk meer; zo denk ik aan de ondergewaardeerde Sorbus-soorten als S. torminalis, S. folgneri en dergelijke. Sorbus 'Dodong' is zo'n opkomende soort die ook een langlevende grote boom kan worden. Al wil ik ze graag op eigen wortel hebben en minder op onderstammen. Kijk nog even verder naar Styrax, Ptelea, Styphnolobium, Pterostyrax en dergelijk fijn sortiment; vaak hebben die als extra aantrekkelijke eigenschap de geur. En geur is voor mij echt een eigenschap om op te selecteren!'
| Malus 'Evereste' |
|
|
| Malus tschonoskii |
|
|
| Malus toringo 'Brouwers Beauty' |
|
|
| Martin Tijdgat |
|
|
|
'Mantje noemt er maar een paar, maar er zijn natuurlijk meer geschikte soorten'
| |
|
Tilia
Mantje: 'Bij Tilia denk je aan luis. Daardoor grijp je wellicht snel naar T. mongolica, die door zijn herkomst uit Mongolië goed gedijt in extreme klimatologische omstandigheden. Maar vergeet niet dat andere linden zich ook goed thuis voelen in ons klimaat. Je moet dan alleen even stilstaan bij de plaats waar je ze neerzet. Interessant zijn de T. cordata-soorten 'Greenspire', 'Rancho' en natuurlijk onze eigen 'Dila'. Vanwege de gevoeligheid voor luis kun je ze het beste in perken aanplanten. Ook zijn T. cordata-soorten niet zouttolerant, maar ze zijn wel o, zo belangrijk voor de biodiversiteit.'
Tijdgat: 'Toen ik in 2002 in Wijdemeren kwam werken, hadden we veel last van slecht presterende Hollandse linden. Maar er zijn goede ervaringen met tal van andere linden. We passen veel Tilia cordata toe, ook met smallere kronen. Mantje noemt al drie toppers, maar ook T. platyphyllos en T. americana presteren uitstekend op geschikte locaties. Ook testen we steeds meer andere linden. Wegvallende Hollandse linden vervangen we vaak door iepen of andere boomsoorten. Als boom voor markante locaties kiezen we regelmatig Tilia tomentosa, al is de cultivar 'Brabant' te massief en volumineus voor hier. Voor de Lindenlaan in deze gemeente zochten we een geschiktere linde. Die zijn we nu aan het testen in een straat waaruit een aantal exemplaren Gleditsia en Acacia wegvallen.'
| Tilia cordata 'Dila' |
|
|
| Tilia mongolica |
|
|
Quercus cerris
Mantje vindt dat we eiken vooral niet moeten uitsluiten, ook al kwam Quercus robur met zijn minder diepe wortelgestel door de extreme droogte een paar zomers geleden minder goed in het nieuws. 'Ga voor een gecombineerde, robuuste aanplant! Laat je niet afschrikken door eikenspintkever. Vooral in stresssituaties zoals de eerste jaren na aanplant is eikenspintkever een risico. Maar als het watergeefregime tijdens de nazorg goed op orde is en je indien nodig eikenspintkeverpasta gebruikt, is de kans op een blijvende plaag nihil.
Zeer geschikt is Quercus cerris; die wordt naar mijn idee veel te weinig toegepast. Quercus cerris is prima hitte- en droogtetolerant en kan in zijn klimaatzone temperaturen aan van -20 graden Celsius. Hij is sterk en ontwikkelt zich goed. Hij is ook goed toepasbaar in kustgebieden en het blad heeft een goede zeezouttolerantie (mits niet in de volle wind, maar in de luwte). Hij kan redelijk tegen natte voeten en is goed bestand tegen luchtverontreiniging. Kortom: een breed toepasbare boom.'
Tijdgat: 'Van Quercus planten we nauwelijks nog Q. robur-sortiment. Maar net als Q. cerris en Q. frainetto op eigen wortel zijn er tientallen andere eiken om te testen. Vorig jaar hebben we Q. rysophylla 'Maya' neergezet en dit jaar ook Q. ilex en Q. hispanica (cerris x suber). Ook hier vervangen we wegvallende zomereiken altijd door iepen en andere boomsoorten.'
| Quercus cerris |
|
|
| Quercus robur |
|
|
|
'Quercus cerris wordt naar mijn idee veel te weinig toegepast'
| |
|
Pinus
Mantje: 'Ook vind ik dat het Pinus-sortiment weinig wordt toegepast in de openbare ruimte, terwijl dat in andere landen wel gebeurt. In de Noord-Engelse stad Manchester staat een Pinus pontificaal op een plein in de bestrating, uiteraard in een goede groeiplaats met bomenrooster. Pinus is een goede en indrukwekkende boomsoort, die tot 30 m hoog kan worden. Wij hebben op de kwekerij verschillende grote soorten Pinus staan. Hij is droogte- en warmtetolerant; het is een echte pioniersboom, die op bijna elke locatie kan staan mits hij voldoende ruimte krijgt.' Tijdgat: 'Coniferen zijn wat lastig in Wijdemeren en in meer gebieden in laag Nederland. Wat oudere exemplaren hier vallen nog weleens weg door aantasting van de Thuja-bastkever. Als solitaire (park)bomen passen we hier wel Calocedrus, Taxus, Sequoia, Thuja, Cupressus, Sequoiadendron, Cedrus en Taxodium toe, omdat onze gronden daaro op sommige locaties geschikter voor zijn.'
| Pinus silvestris |
|
|
|
'In andere landen wordt Pinus wel veel in de openbare ruimte toegepast, in Nederland helaas nog weinig'
| |
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|
| |
Sima 2024
|
zondag 24 november 2024 t/m woensdag 27 november 2024 |
|
|
|
|
|
|
|