Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Rubus, meer dan bramen

ARTIKEL
SORTIMENT
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Ronald Houtman, donderdag 5 oktober 2023
518 sec


Het geslacht Rubus behoort tot de rozenfamilie

Rubus staat niet bekend vanwege de uitbundige bloei. In feite denken de meeste mensen bij bramen aan wilde groeiers met scherpe stekels. Maar dit is gelukkig niet altijd het geval. In feite zijn de toepassingen van de vele Rubus-soorten en -cultivars erg breed. Niet in de laatste plaats omdat er bodembedekkers, struiken en klimmers zijn in het geslacht.

<i>Rubus</i> 'Benenden'
Rubus 'Benenden'

Het geslacht Rubus behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). Het telt meer dan 250 soorten, die over de gehele wereld voorkomen. Het zwaartepunt ligt op het noordelijk halfrond, maar ook in Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland en op eilanden in de Grote Oceaan komen soorten voor. Daarnaast zijn er talloze cultivars, die soms op grote schaal worden gekweekt. Binnen de grote en belangrijke rozenfamilie is Rubus het meest nauw verwant aan Fragaria (aardbei), Geum en Potentilla (ganzerik).
Er zijn bladverliezende en wintergroene soorten, met gestekelde en ongestekelde twijgen en soorten met enkelvoudige bladeren, geveerde of gedeelde bladeren. De meeste soorten zijn houtig, maar er zijn enkele soorten die 's winters bovengronds afsterven. De kleinste soorten worden slechts 15 tot 20 centimeter hoog, terwijl andere meer dan 5 meter hoog kunnen worden. Uiteraard wordt bij Rubus direct aan bramen gedacht en er zijn dan ook veel fruitrassen. Maar ook frambozen en enkele afgeleide vruchtrassen (Boysenbes, Japanse wijnbes) behoren tot het geslacht Rubus. Deze soorten (R. Idaeus, R. Phoenicolasius) worden in dit artikel niet verder beschreven.
Er zijn dus zeer veel, soms sterk van elkaar verschillende, Rubus-soorten. Maar slechts een relatief klein aantal is voor ons van belang. Veel soorten en cultivars zijn onvoldoende winterhard. Ook groeien sommige soorten dermate agressief, dat ze niet of nauwelijks te gebruiken zijn. Maar er blijven ruim voldoende soorten en cultivars over die bij ons breed toepasbaar zijn.


Toepassing

Rubus is dus zo'n geslacht dat breed toepasbaar is. Voor het overzicht wordt het sortiment hier verdeeld naar toepassing (bodembedekkers, lage struiken en hoge struiken). Hieruit blijkt al dat er niet alleen bramen zijn die in grote natuurlijke beplantingen toe te passen zijn, maar ook soorten die in (kleine) particuliere tuinen te gebruiken zijn.
Over het algemeen zijn er weinig ziekten en plagen waar Rubus gevoelig voor is. Soms komen aantastingen van meeldauw of roest voor, maar dit neemt zelden zulke grote proporties aan dat bestrijding noodzakelijk is. Spint kan wel een probleem vormen bij de struikvormige soorten en cultivars. Maar dit probleem is meestal groter in de kwekerijen dan in de openbare ruimte of in tuinen.
De meeste soorten groeien goed op vrijwel iedere grond. Ook wat pH betreft zijn ze weinig eisend en zal iedere licht zure tot licht basische grond voldoen. Daarnaast kunnen verschillende soorten en cultivars goed in de schaduw groeien, wat de gebruikswaarde alleen maar vergroot.


Rubus is dus zo'n geslacht dat breed toepasbaar is

Bodembedekkers

Een belangrijke toepassing van Rubus is die van bodembedekker. Er zijn enkele bladverliezende soorten, maar het is aan te bevelen om wintergroene soorten te gebruiken. Omdat de bodem bedekt blijft, zal de onkruiddruk lager zijn, wat tot lagere beheerskosten leidt. Dit wil uiteraard niet zeggen dat we de bladverliezende soorten en cultivars niet meer moeten gebruiken. Er zijn bodembedekkende bramen voor kleine tot grote plantvakken. Ook zijn ze bijzonder geschikt voor beplanting van taluds, langs wegen en op rotondes. Ook onder bomen kunnen verschillende soorten goed toegepast worden. Hou er wel rekening mee dat strooizout slecht wordt verdragen. Dus vermijd toepassing op plaatsen waar veel strooizout wordt gebruikt.


Rubus pentalobus 'Emerald Carpet'

Wintergroene bodembedekkers

Rubus pentalobus, in veel gevallen beter bekend onder de oude naam R. Calycinoides, is een mooie, wintergroene bodembedekkende soort met wortelende twijgen. De plant kan goed worden toegepast op vrij vochtige en licht beschaduwde plaatsen. De donkergroene bladeren zijn witviltig aan de onderzijde. De bloemen zijn wit en verschijnen in het voorjaar, soms gevolgd door rode vruchten. Ze komen niet vaak meer voor, maar R. Pentalobus kan behoorlijk lijden tijdens langdurige vorstperiodes. De cultivar 'Emerald Carpet' heeft oranjegele vruchten en is iets beter winterhard dan de soort. Bij grootschalig gebruik kunnen de planten het best op enigszins beschutte plaatsen worden geplant.
R. Tricolor is een bekende, wintergroene, bodembedekkende soort. De plant heeft lange kruipende takken en glanzend, donkergroen blad. De takken zijn dichtbezet met zachte, borstelachtige stekelharen. Aan de twijgtoppen zijn deze haren steenrood, wat erg mooi is. Het is een prima bodembedekker voor gebruik op (licht) beschaduwde plaatsen. Tijdens langdurige vorst zal het blad afvallen en kan er (lichte) schade optreden. Daarom kan ook deze soort het best op enigszins beschutte plaatsen worden gebruikt. De cultivar 'Dart's Evergreen' ('Intergreen') heeft grotere bladeren die nog meer glanzen.
Uit een kruising tussen R. Pentalobus en R. Tricolor ontstond de bekende 'Betty Ashburner'. Deze wintergroene plant wordt circa 30 centimeter hoog en heeft glimmend donkergroen, drielobbig blad.
Ondanks het feit dat Rubus 'Kenneth Ashburner' qua naam op 'Betty Ashburner' lijkt (Kenneth en Betty waren met elkaar getrouwd), is het een geheel andere plant. Het is een sterk groeiende, wintergroene bodembedekkende struik met drie- tot vijflobbig blad. De bladeren zijn glanzend donkergroen aan de bovenkant en grijswit aan de onderkant. De twijgen zijn bezet met zeer fijne stekels. Vanwege de sterke groei is deze plant in staat om grote vakken snel te bedekken. Uiterlijk heeft deze hybride meer weg van R. Flagelliflorus, een wintergroene struik tot circa 75 centimeter hoogte. Ook dit is een sterk groeiende, sterk vertakte plant met glimmende donkergroene, iets gelobde bladeren. Het jonge blad is bronskleurig, wat een mooi effect geeft. Ook R. Flagelliflorus is geschikt voor gebruik in grote plantvakken en op taluds, op licht beschaduwde locaties.
De onbekendere R. Irenaeus is eveneens een lage, wintergroene bodembedekker. Dankzij de behoorlijke groeikracht kunnen in één jaar tijd takken van meer dan 1 meter groeien. Deze wortelen vast aan de grond, wat een positieve eigenschap is als gebruik op taluds wordt gewenst. Het glanzende blad is ondiep drielobbig. Helaas kan deze mooie, nog wat onbekende soort behoorlijk lijden tijdens langdurige vorstperiodes.
Rubus 'Green Wave', ten slotte, groeit niet veel hoger dan circa 20 centimeter en heeft donkergroen drielobbig blad. Het is een ideale plant om op beschaduwde plaatsen (bijvoorbeeld onder bomen) als bodembedekker toe te passen.


Een aantal van de bodembedekkende bramen kan ook als klimplant worden gebruikt

Bladverliezende bodembedekkers

Deze groep bramen is veel minder interessant voor grootschalige toepassing in de openbare ruimte. Niet zozeer bladverliezend, maar in veel gevallen bovengronds gedeeltelijk of geheel afstervend is de soort R. Illecebrosus. Deze plant wordt circa 50 centimeter hoog en verspreidt zich met, soms lange, ondergrondse worteluitlopers. De frisse uitstraling van de plant wordt veroorzaakt door het opvallend lichtgroene blad. Op den duur zal het een dichte, bossige plant worden die toepasbaar is in middelgrote plantvakken en op taluds. De witte bloemen worden gevolgd door glanzende rode vruchten die wel wat weg hebben van aardbeien.
De kleinste bramensoort is R. Arcticus, de poolbraam. Deze soort komt van nature voor in Scandinavië, Siberië, Alaska en Canada. Het is een zeer lage plant tot circa 15 centimeter hoogte die 's winters tot de grond afsterft. De kleine, licht rozerode bloemen verschijnen in de vroege zomer. Uiteraard is de plant zeer winterhard, maar door het geringe formaat beperkt het gebruik zich tot kleine plantvakken. Ook is toepassing in particuliere tuinen en zelfs rotstuinen goed mogelijk. Er zijn verschillende cultivars in omloop, die voornamelijk verschillen in groeikracht en bloemkleur. 'Sofia' is de bekendste hiervan.


Rubus henryi_

Klimplanten

Een aantal van de bodembedekkende bramen kan ook als klimplant worden gebruikt. Deze planten klimmen niet met ranken en hebben dus altijd enige ondersteuning nodig. Zo kan R. Flagelliflorus een hoogte van circa 3 meter bereiken. De mooie R. Henryi is ook een soort die als bodembedekker en als klimmer toegepast kan worden. Het drielobbige blad is glimmend donkergroen aan de bovenzijde en grijsachtig aan de onderzijde. De jonge scheuten zijn opvallend bruinrood gekleurd. Door de lossere groei is deze soort ongeschikt om een groot plantvak snel en goed te bedekken. De soort is dus vooral als parkbraam of in kleinschalige toepassingen toepasbaar. De variëteit bambusarum heeft smaller gelobd, dieper ingesneden blad. De bladlobben zijn ietwat opgekruld, wat de plant zijn kenmerkende, bamboeachtige uiterlijk geeft. R. henryi var. Bambusarum groeit ieler dan de soort en is dan ook alleen toepasbaar in parken en als klimplant.


Struiken

Qua gebruik en verschijningsvorm wijken de struiken af van de bodembedekkers, maar er zijn ook overeenkomsten. Zo zijn er ook in deze groep soorten en cultivars die (zeer) agressief groeien. Indien niet juist toegepast kan dit een probleem vormen, maar bij juist gebruik is dit een perfecte gebruikswaarde. En, in tegenstelling tot de bodembedekkers zijn er bij de struikvormige bramen ook planten met opvallende bladkleuren en sierlijke bloemen.
Verschillende struikvormige bramen hebben, in tegenstelling tot de meeste bodembedekkers, scherpe stekels. Dit maakt deze planten bij uitstek geschikt voor defensieve beplantingen en voor verwildering. Ook de struikvormige soorten en cultivars zijn in de regel bodemvaag en kunnen dus op vrijwel alle grondsoorten worden toegepast. De planten groeien bij voorkeur op een zonnige plaats, maar ze hebben ook geen moeite met een plek in de (half)schaduw. Dit maakt veel struikvormige bramen geschikt om als onderbeplanting onder bomen of hoge struiken toe te passen. En dan zijn er nog de grootschalige toepassingen op taluds, wegbermen en in middelgrote en grote plantvakken.
Vooral de wat wilder groeiende soorten en cultivars kunnen zware snoei goed verdragen. De planten kunnen gewoon afgemaaid worden tot op een hoogte van 30 centimeter en zullen zich dan prima herstellen.


Rubus fruticosus 'Variegatus'

Lage struiken

Tot de lage struiken worden hier de soorten gerekend die niet hoger worden dan circa 1,5-2 meter. Ondanks deze hoogte bedekken ze de bodem wel, wat ze feitelijk tot bodembedekkers maakt. Voor een optimaal effect kunnen ze het best in groepen worden aangeplant. Uitgezonderd de half wintergroene R. Fruticosus zijn alle hier genoemde planten bladverliezend.
Rubus fruticosus, de gewone braam, is een van de vele inheemse soorten in Nederland. De plant is variabel in verschijningsvorm, met afgeleide soorten en variëteiten tot gevolg, maar wordt hier als één soort behandeld. Het is een sterk groeiende struik die ongeveer 2 meter hoog wordt. De vijfdelige bladeren zijn donkergroen en de gegroefde twijgen zijn met scherpe stekels bezet. De takken groeien boogvormig waardoor de plant zich steeds hoger opbouwt tijdens de groei. De witte tot zachtroze bloemen verschijnen vanaf half mei tot in oktober en worden gevolgd door de overbekende, eetbare, bramen. R. Fruticosus leent zich zeer goed voor verwildering, in bosranden, langs spoorwegen en andere natuurlijke beplantingen. Er zijn enkele cultivars in omloop, waarvan de bontbladige 'Variegatus' de meest opvallende is. De bladeren van deze minder hard groeiende cultivar zijn opvallend zilverwit gerand. Hierdoor valt de bloei ook iets minder op. De vruchten zijn donker purperrood.
De vroeger tot R. Fruticosus gerekende soort R. Sprengelii heeft eveneens een cultivar voortgebracht: R. Sprengelii 'Bentheim'. Deze cultivar groeit minder agressief en lager dan R. Fruticosus en zal circa 1 meter hoog worden. Evenals R. Fruticosus is 'Bentheim' half wintergroen.
Ook R. Caesius, de dauwbraam, is in Nederland inheems. Het is een lage struik tot ongeveer 1,5 meter hoogte die soms een kruipende groeiwijze heeft. De Nederlandse naam van deze bladverliezende soort verwijst naar de opvallend blauwberijpte twijgen. De sierlijk overhangende twijgen zijn vooral 's winters decoratief. De bloemen zijn wit en openen in de vroege zomer. De relatief kleine vruchten zijn, net als de twijgen, berijpt. R. Caesius kan als bodembedekkende struik in middelgrote en grote plantvakken gebruikt worden.
Naast R. Caesius zijn er verschillende andere struikvormige bramen die wit- of grijsberijpte takken hebben. Een zeer opvallende en goed toepasbare plant is R. Thibetanus. Deze opgaand groeiende struik kan bijna 2 meter hoog worden. Door de ontwikkeling van worteluitlopers wordt een dichte, bossige struik gevormd. De donker grijsgroene bladeren zijn geveerd en de paarsroze bloemen steken hier goed tegen af. De cultivar 'Silver Fern' behoort tot de fraaiste sierbramen op de markt. De plant blijft aanmerkelijk lager dan de soort (circa 1,25 meter) en heeft opvallend zilvergrijs blad. De witgrijsberijpte takken zijn bezet met talloze kleine stekels en vallen 's winters erg op. Zowel 's zomers als 's winters is het dus een aantrekkelijke plant. 'Silver Fern' is goed toe te passen in middelgrote en grote plantvakken, op taluds en rotondes.


Rubus thibetanus 'Silver Fern'
Het is een prima heester om als onderbeplanting te gebruiken in brede groenstroken en parken

Bloei

Een soort die mooi bloeit en voor vakbeplanting gebruikt kan worden is R. Odoratus. Deze breed opgaand groeiende struik maakt worteluitlopers en wordt circa 1,75 meter hoog. De heldergroene, gelobde bladeren zijn opvallend groot, soms tot 30 centimeter. De warm rozerode bloemen verschijnen in de zomer in korte, veelbloemige pluimen. Ze kunnen gevolgd worden door rode vruchten. Deze soort houdt van enigszins vochtige grond en een licht beschaduwde standplaats. Het is een prima heester om als onderbeplanting te gebruiken in brede groenstroken en parken.
Ook R. 'Benenden' is een plant waarvan de bloei de voornaamste sierwaarde vormt. Deze struik wordt circa 2 meter hoog en heeft sierlijk overhangende takken. De helderwitte bloemen zijn tot 5 centimeter in doorsnede en verschijnen overdadig in mei. 'Benenden' ontstond uit een kruising tussen R. Deliciosus en R. Trilobus. Omdat het een bloemheester betreft, kan 'Benenden' goed in grote tuinen, groenstroken en parken worden toegepast.
De van origine uit het noordwesten van Amerika afkomstige R. Spectabilis wordt ongeveer 1,5 meter hoog en vormt worteluitlopers. De takken zijn vooral aan de basis bezet met fijne stekels, maar vrijwel ongestekeld aan de toppen. Bij de oudere takken schilfert de bruine, papierachtige bast af. De bloemen van deze mooie soort zijn 3 centimeter groot en diep paarsroze. De vruchten zijn oranje. Wellicht nog mooier dan de soort is de cultivar 'Olympic Double'. Deze cultivar bloeit met gevulde, donker rozerode bloemen. Zowel R. Spectabilis als 'Olympic Double' zijn uitstekend geschikt voor middelgrote en grote plantvakken.


Rubus cockburnianus GOLDEN VALE ('Wyego')

Hoge struiken

De toepassing van de hoger groeiende soorten is duidelijk minder breed dan bij de bodembedekkers en lagere struiken. Deze hoger dan 2 meter groeiende planten zijn zeer geschikt voor gebruik in groenschermen en ruige beplantingen. De hier genoemde planten zijn bladverliezend en hebben allemaal sterk gestekelde twijgen. Ze zijn dus ook prima geschikt voor defensieve beplantingen.
R. Cockburnianus is een krachtig groeiende struik met sterk overhangende, witberijpte takken. De kleine purperroze bloemen zijn niet erg opvallend tussen het lichtgroene loof. Vooral in de winter vormen de takken een aparte sierwaarde; verder is het vooral de gebruikswaarde die deze soort aantrekkelijk maakt. De Engelse cultivar GOLDEN VALE ('Wyego') groeit lager dan de soort en heeft helder goudgeel loof, wat de plant zowel 's zomers als 's winters (berijpte takken) aantrekkelijk maakt. Plant GOLDEN VALE in een ietwat vochtige bodem en op een zonnige standplaats. In de schaduw kleurt het blad groener. Hoewel het een krachtige groeier is, kan deze plant toch goed in parken, middelgrote plantvakken en wegbermen worden gebruikt.
Tot slot nog aandacht voor een van de mooist bloeiende, maar ook een van de wildst groeiende bramen: R. Ulmifolius 'Bellidiflorus'. Deze forse struik heeft aanvankelijk liggende takken, maar zal zich snel opbouwen tot een grote struik die meer dan 3 meter hoog wordt. Als deze plant tegen een gevel of tussen andere struiken en bomen staat, kan hij deze als 'opstapje' gebruiken en nog hoger groeien. De bloemen, die in juni en juli in forse pluimen verschijnen, zijn zachtroze en volledig gevuld. Ze lijken op roze wattenbolletjes. Een 'Bellidiflorus' in volle bloei is zeer spectaculair!


In dit artikel is slechts een kleine greep gedaan uit het enorme sortiment Rubus. Helaas zijn verschillende, zeer fraaie soorten (bijvoorbeeld R. Alceifolius, R. Lineatus, R. Trifidus) onvoldoende winterhard om in ons klimaat toe te passen. Maar er blijven nog genoeg soorten en cultivars over voor een breed scala aan toepassingen.
Er is dus meer dan de wilde spoorwegbraam; veel meer!


LEES OOK
Laurus en familie
21-06-2023 | ARTIKEL
293 sec
De blues van Ceanothus
17-04-2023 | ARTIKEL
423 sec

LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
GEVRAAGD: Webdesign Hamburg
maandag 25 november 2024
AGENDA
Groene Sector Vakbeurs 2025
dinsdag 7 januari 2025
t/m donderdag 9 januari 2025
Agribex 2025
woensdag 3 december 2025
t/m zondag 7 december 2025

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER