Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Op naar een groene norm: 30 procent kroonbedekking niet realistisch

ARTIKEL
MARKT & ACTUEEL
BELEID & JURIDISCH
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Hein van Iersel, vrijdag 29 november 2024
303 sec


Meer groen is belangrijk, maar kijk naar systeemfouten die dit verhinderen

Welke groen- of bomennormen ook gaan winnen, de kans is groot dat ze zijn afgeleid van de inmiddels wereldberoemde 3-30-300-norm van Cecil Konijnendijk. Joeri Meliefste van Sweco is blij met die ontwikkeling, maar mist daarin een flinke dosis realisme: 'In veel Nederlandse wijken en steden zitten we op een kroonbedekking van ongeveer 5 procent; landelijk is dat misschien 15 procent. Het idee dat we hier 30 procent van maken, is niet reëel. We moeten meer kijken naar de systeemfouten die verhinderen dat dit percentage snel stijgt.'

Joeri Meliefste (Sweco)
Joeri Meliefste (Sweco)

Meliefste is zoals gezegd werkzaam bij Sweco, een gerenommeerd ingenieursbureau dat opdrachtgevers onder meer helpt bij het realiseren van hun vergroeningsopgave. Meliefste was eerder dit jaar verantwoordelijk voor het rapport 'Een praktische verkenning naar een Nederlandse groennorm', dat werd opgesteld in opdracht van ANWB, Natuur & Milieu, Staatsbosbeheer en Vogelbescherming Nederland. Enkele van de conclusies van dit onderzoek zouden zijn dat het bij alle bestaande groene normen ontbreekt aan heldere kwaliteitseisen voor groen, en dat in geen enkele norm de drie belangrijkste beleidsthema's rond stedelijk groen integraal zijn opgenomen: biodiversiteit, klimaat en gezondheid.

Politieke haalbaarheid

Het is waarschijnlijk een illusie dat er de komende tijd een landelijke groennorm wordt afgekondigd. Het vorige kabinet heeft hier onderzoek naar gedaan, maar het huidige rechtse kabinet heeft die plannen on hold gezet. Dat wil niet zeggen dat de ontwikkelingen op dit gebed stilliggen. Op dit moment zijn er twee groene normen volop in ontwikkeling. De VHG ontwikkelt in samenwerking met NL Greenlabel een soort dashboard om de voortgang en impact van vergroeningsinspanningen te monitoren. Het Norminstituut Bomen heeft de beroemde 3-30-300-stelregel van Cecil Konijnendijk als uitgangspunt genomen voor zijn Landelijke Bomennorm. De 30 procent kroonbedekking is hierbij omgerekend naar het boomkroonvolume (BKV). Daarnaast is er ook nog het initiatief GIOS (Groen in en om de Stad). Dit is een samenwerkingsverband van diverse ministeries en ingenieursbureau Arcadis, met bijzondere aandacht voor de groene leefomgeving in de context van de woningbouwopgave van ongeveer 1 miljoen huizen.


'Het is alsof je zegt tegen iemand die nooit één meter heeft hardgelopen: Morgen ga jij de marathon lopen'

Realiteitszin

Hoewel Meliefste zich voor de volle honderd procent achter de ambities van de 3-30-330-richtlijn en de daarvan afgeleide groennormen schaart, bepleit hij meer realiteitszin: 'Het is alsof je zegt tegen iemand die nooit één meter heeft hardgelopen: Morgen ga jij de marathon lopen. Heel stoer, maar we weten allemaal dat dit niet gaat gebeuren. De winst is dat we er inmiddels beter van doordrongen zijn dat groen veel meer is dan decoratie van de stad.' Tegelijkertijd concludeert Meliefste dat dit soort standpunten hardnekkig zijn. Bij stedenbouwkundigen, maar helaas ook bij landschapsarchitecten die op hun tekentafel de stad van de toekomst vormgeven, zit die decoratiedrang nog steeds in het DNA. Daarnaast zorgt onze soms doorgeslagen regelgeving ervoor dat bomen en groen vaak aan het kortste eind trekken. Ruimte voor auto's, riolen en verdere stedelijke infrastructuur krijgt hierdoor voorrang boven een substantiële toename van groen in de stad.


Biodiversiteit wordt bepaald in de gelaagdheid
Biodiversiteit wordt bepaald in de gelaagdheid
Meliefste: 'Ik zie dat de 3-30-300-norm bijna wordt verabsoluteerd. Als je hierover praat met de uitvinder, Konijnendijk, lijkt het helemaal niet de bedoeling dit als een absoluut gegeven te hanteren, maar meer als een aansprekende richtlijn, die moet leiden tot een andere manier van denken over groen en bomen. Ik heb het idee dat vooral de commercie met deze richtlijn aan de haal is gegaan, omdat hier natuurlijk ook een verdienmodel in zit. Bijvoorbeeld in de vorm van onderzoeken waarmee bepaald wordt in hoever een gemeente voldoet aan de 3-30-300-norm.'

'Zelfs bij de aanleg van een compleet nieuwe wijk gaat het soms nog steeds gruwelijk mis'

Wij zijn zelf het grootste probleem

Meliefste beschrijft een sector waarin de partijen die verantwoordelijk zijn voor de openbare ruimte misschien wel hun eigen grootste vijand zijn als het gaat om stedelijk vergroening. Meliefste: 'Zelfs bij de aanleg van een compleet nieuwe wijk gaat het soms nog steeds gruwelijk mis. Wij waren als Sweco betrokken bij een wijk waarvan ik de naam liever niet noem. Met een vlekkenplan van de architect in de hand hadden we daarvoor een groenontwerp gemaakt, met een heel natuurlijk ogend bomenplan: grote en kleine bomen min of meer kriskras door elkaar. We werden toen eigenlijk gewoon uitgelachten door de rioolbeheerder. Hij had minimaal een dubbele streng rioolbuizen nodig en wij moesten het maar doen met de ruimte die overbleef. Het resultaat was dat wij wat boompjes van de derde grootte konden plaatsen in een heel smalle strook.'
Als oplossing ziet Meliefste dat partijen niet meer in een watervalmodel met elkaar samenwerken, waarbij het praktisch gezien bijna onmogelijk is om tegen de stroom in te ontwikkelen. Hij pleit voor een samenwerkingsverband waarbij in een soort bouwteam veel meer integraal wordt samengewerkt. Er worden telkens kleine ontwikkelingsstappen gezet en er is ruimte voor aanpassingen op basis van ervaringen en ecologische of sociale inzichten. In dit model is veel meer ruimte voor stakeholderoverleg en worden partijen gedwongen om rekening te houden met elkaar. Op dit gebied ziet Meliefste overigens wel interessante ontwikkelingen. In sommige steden en dorpen wordt inmiddels geaccepteerd dat bomen en groen vóór kabels en leidingen gaan.


Maximaal uitgeefbare bouwgrond

Bij de ontwikkeling van nieuwe wijken, waar het inpassen van extra groen makkelijker zou moeten zijn dan in bestaande wijken, geldt ook nog eens dat projectontwikkelaars uiteindelijk sturen op maximaal uitgeefbare bouwgrond. Meliefste: 'Als je kijkt welke wijken slecht scoren op het gebied van kroonbedekking, zie je dat het helaas vaak die nieuwe wijken zijn. Het lukt bijna nooit om in dit soort wijken bomen van de eerste grootte aan te planten.'


Boekhouding

De denktrant van veel beheerders en ontwerpers helpt hier ook niet bij. Van tevoren wordt er al van uitgegaan dat bomen maar twintig of dertig jaar blijven staan. Die mindset heerst ook in de gemeentelijke boekhouding van groene plannen. Vaak is duurzaam groen met kwalitatieve groeiplaatsen dan ook niet rond te rekenen. Meliefste: 'Als de gemeentelijke politiek het lef zou tonen om bomen af te schrijven over een periode van bijvoorbeeld veertig jaar in plaats van twintig jaar, was het financiële plaatje al meteen heel anders.'


Beheerders

Niet alleen landschapsarchitecten zijn verantwoordelijk voor de systeemfouten in de wijze waarop wij (samen)werken. Dat geldt ook voor de politiek; die zou nog te veel gespitst zijn op het planten van grote aantallen bomen. Meliefste: 'We kennen allemaal de plannen van gemeentes en andere overheden die duizend of meer bomen willen planten in een bepaalde regeerperiode.' Dat is kansloos, volgens Meliefste. Het gaat om kwaliteit, niet om kwantiteit, om het scheppen van de condities waarin die bomen de kans krijgen om groot te worden. Politiek gezien scoort dit soort duizendbomenplannen geweldig, maar het uiteindelijke resultaat is vaak gering. De afgelopen jaren zijn dergelijke plannen aangekondigd door onder meer de gemeentes Nijmegen, Eindhoven en Heerlen.


Wijkers en blijvers

Volgens Meliefste kan het zinnig zijn om het aloude begrip 'wijkers en blijvers' eens af te stoffen. Denk bij de aanleg van een wijk eens aan een combinatie van snelle groeiers, bijvoorbeeld populieren, en tragere groeiers. Na een aantal jaren worden de wijkers gekapt en zijn de inmiddels groot geworden blijvers verantwoordelijk voor het leveren van ecosysteemdiensten.

Groen is goed, maar blauw ook

Nederland is een waterland. Dat vergeten we volgens Meliefste weleens in de discussie over een groene norm. Bomen zijn zeer geschikt om een stad te koelen, maar water kan die rol ook uitstekend vervullen in de vorm van sloten en waterpartijen. Daarnaast zijn waterpartijen uitermate belangrijk voor de biodiversiteit.

Biodiversiteit wordt bevorderd door gelaagdheid

In veel steden is het lastig om op kwalitatieve wijze veel bomen te planten. Volgens Meliefste moeten we er dan wat sneller toe overgaan om bijvoorbeeld ook struiken toe te passen. Toegegeven: struiken en bosplantsoen creëren weinig of geen schaduw, maar zijn voor de biodiversiteit van een stad misschien wel belangrijker. Die biodiversiteit wordt bevorderd door gelaagdheid, niet door de tweedeling bomen - gazon. En dat is nu juist hoe Nederlandse steden nu hoofdzakelijk zijn ingericht: heel veel gazon en relatief veel bomen. De combinatie van bomen met daaronder een struiklaag zou je in de visie van Meliefste dubbel mogen tellen, als het ooit tot een landelijke groennorm komt.

Staar je niet blind op bomen alleen

Natuurlijk, bomen zijn belangrijk, maar dat geldt zeker niet alleen voor bomen. Een grote hazelaarstruik voegt misschien wel meer toe dan een gemiddelde boom. Neem daarbij ook in ogenschouw dat Nederland goed beschouwd een delta is, met her en der wat hoge zandruggen. De lager geleden gebieden zijn veel minder geschikt voor bomen. Het Friese weidelandschap wil je niet vol planten met bomen. En kijk ook eens naar andere vormen van groen om ecosysteemdiensten te verrichten, zoals vasteplantenborders, struiken of waterpartijen.

Bomen zijn belangrijk, maar welke?

Er is veel discussie over de vraag welke bomen er geplant moeten worden. De ecosysteemdiensten van een plataan zijn fundamenteel anders dan die van een linde of eik. Toch is Meliefste een verklaard tegenstander van alleen inheems planten. Die regel is volgens hem verzonnen door mensen die compleet losgezongen zijn van de dagelijkse praktijk. Het gaat om de functies van een boom; of die toevallig in- of uitheems is doet er niet toe.

Sweco Nederland B.V.
Koninklijke VHG
NL Greenlabel
Norminstituut Bomen
Arcadis Nederland
LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
GEVRAAGD: Webdesign Hamburg
maandag 25 november 2024
AGENDA
Ahlmann Nederland viert 50 jaar met open dagen op 13, 14 en 15 december
vrijdag 13 december 2024
t/m zondag 15 december 2024
Groene Sector Vakbeurs 2025
dinsdag 7 januari 2025
t/m donderdag 9 januari 2025
Agribex 2025
woensdag 3 december 2025
t/m zondag 7 december 2025

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER