|
Norm/richtlijn |
Bron |
Doel |
Schaalniveau |
Kernpunten |
Toepasbaarheid |
|
3-30-300-regel |
Konijnendijk |
Bevorderen van leefbaarheid en mentale gezondheid |
Straat/wijk/buurt |
Minstens 3 bomen zichtbaar vanuit woning 30% groen in de wijk Groen binnen 300 meter bereikbaar |
Inspirerend kader; geschikt voor beleid en basiskwaliteitseisen. Vereist integratie in stadsplanning. |
|
4 richtljinen van Meliefste |
Meliefste |
We willen groenere steden en dorpen om ons aan te passen aan het klimaat, het verlies van biodiversiteit om te buigen en gezondheid en welzijn te bevorderen. |
Straat/wijk/buurt |
- De 1-20-300 regel - 50 m2 openbaar groen per inwoner in buurten - 55% van buurten bestaat uit groen (particulier + openbaar) in de verhouding: 20% hoge vegetatie (kroonbedekking met bomen), 15% middelhoge vegetatie (struiken, heesters, vaste planten etc.) en 20% lage vegetatie (gras) -kwaliteit/ waarde van groen meenemen (link met basiskwaliteit natuur of ecologische compatibiliteit) |
Deze richtlijnen beogen met normen te komen die passen bij Nederland past en die recht doen aan de grote vergroeningsopgave waar Nederland voor staat. Gebaseerd op de 3-30-300 regel van Cecil Konijnendijk. |
|
50 m² groen (minimaal 9 m² per persoon) |
WHO |
Verbeteren van de gezondheid d.m.v. groen |
onduidelijk |
50 m² groen (minimaal 9 m² per persoon) |
Basisrichtlijn, flexibel toepasbaar. Geschikt voor snelle inschattingen en benchmarkstudies. |
|
75 m² groen binnen 300 meter |
WHO |
Toegankelijkheid en gebruik van groen stimuleren |
Wijk/buurt |
Minimaal 75 m² openbaar groen beschikbaar binnen 300 meter van elke woning |
Helpt bij het plannen van voldoende groenvoorzieningen; bevordert gelijkmatige verdeling van groen. |
|
Nationale Klimaatmaatlat |
Arcadis & Tauw |
Stimuleren van klimaatadaptieve maatregelen |
Stedelijk/regio |
Focus op waterberging, hittestress en verkoeling Onderdeel van adaptatiebeleid |
Gedetailleerd instrument. Vereist technische kennis en samenwerking tussen disciplines. |
|
Coolkit |
Hogeschool van Amsterdam |
Praktische tool voor klimaateffecten van groen |
Straat/wijk |
Berekenen van effecten van vergroening op verkoeling en waterhuishouding |
Zeer geschikt voor ontwerp- en evaluatiefase in projecten. Vereist data-invoer voor nauwkeurige analyses. |
|
Bomennorm |
Norminstituut Bomen |
Standaardiseren van bomenbeheer in stedelijke gebieden |
Projectspecifiek |
Normen voor soortkeuze, groeiplaatsen en onderhoud Bijdrage aan biodiversiteit |
Zeer praktisch, met technische specificaties. Ideaal voor projecten zoals nieuwbouw en herinrichting van openbare ruimte. |
|
Groene Stadslandschappen |
Natuur & Milieu, Vogelbescherming en Staatsbosbeheer |
Integreren van biodiversiteit in stedelijke planning |
Stedelijk/landelijk |
"Bevorderen van natuurinclusief ontwerpen Groene corridors en biodiversiteit |
Inspirerend, maar minder concreet. Vereist vertaling naar praktische maatregelen. |
|
NL Greenlabel Dashboard |
NL Greenlabel |
Duurzaamheid en meetbaarheid in stedelijke ontwikkeling |
Stedelijk/projectniveau |
Score voor duurzaamheid van projecten en materialen |
Handig voor monitoring en communicatie met stakeholders. Vereist training in gebruik van het systeem. |
|
Puntensysteem Natuurinclusief Bouwen |
Mulder |
Integratie van natuur in bouwprojecten |
Gebouw/projectniveau |
Toekennen van punten voor natuurinclusieve maatregelen Stimuleren van biodiversiteit in stedelijke omgeving |
Geschikt voor projectontwikkelaars en architecten; biedt flexibiliteit in ontwerpkeuzes. |
|
1,6 meter groene route per inwoner |
Goossen en Ploeger |
Bevorderen van actieve mobiliteit en recreatie |
Stedelijk/gemeentelijk |
Minimaal 1,6 meter aan groene wandel- en fietsroutes per inwoner |
Stimuleert de aanleg van groene infrastructuur; bevordert gezondheid en welzijn. |
|
Minimaal 3000 meter groene route |
Goossen en Ploeger |
Verbeteren van stedelijke connectiviteit en ecologische netwerken |
Stedelijk/gemeentelijk |
Steden moeten minimaal 3000 meter aan aaneengesloten groene routes hebben |
Ondersteunt biodiversiteit en biedt recreatieve mogelijkheden; vereist integrale planning. |