Nazorg: een cruciale succesfactor bij boomaanplant |
|
|
|
|
| Dirk Doornenbal,
vrijdag 19 september 2025 |
 |
| 259 sec |
Voorkom onnodige uitval van bomen
Een van de succesfactoren bij het aanplanten of verplanten van bomen is de zorg en begeleiding tijdens de zogenaamde aanslagfase, beter bekend als de nazorg. Hoewel het logisch lijkt om nazorg toe te passen, krijgt dit onderdeel van het plantproces vaak te weinig aandacht. Het gevolg? Onnodige uitval van bomen.
Vraag je een gemiddelde boombeheerder in Nederland naar het uitvalpercentage van nieuw aangeplante bomen, dan krijg je vaak schokkende cijfers te horen. Tijdens de studiedagen van 2024, georganiseerd door de Nationale Bomenbank en Terra Nostra, stelde ik het publiek de volgende vraag: 'Als je kijkt naar alle nieuwe aanplant in Nederland, welk uitvalpercentage verwacht je dan?' De overgrote meerderheid koos voor een uitval van tussen de 15 en 30 procent.
|
|
Het lijkt erop dat aandacht en kennis in deze cruciale fase vaak ontbreken
| |
|
Hoewel deze cijfers niet wetenschappelijk onderbouwd zijn, geven ze wel een duidelijk beeld. In de zaal zaten circa 130 boomprofessionals, afkomstig van 60 verschillende gemeenten. Hun inschatting weerspiegelt een breed gedeeld gevoel: de uitval na aanplant is hoog. Er circuleren zelfs verhalen over bomen die tot wel zeven keer op dezelfde plek zijn vervangen. Hoe kan dit gebeuren? Het lijkt erop dat aandacht en kennis in deze cruciale fase vaak ontbreken.
|
|
Hoge uitvalpercentages: een signaal dat we niet mogen negeren
| |
|
Kwaliteit
Het is opvallend: aan de voorkant van het aanplantproces wordt veel aandacht besteed aan de kwaliteit van de boom. Maar zodra de boom eenmaal geplant is, lijkt men ervan uit te gaan dat hij het verder zelf wel redt, zonder hulp. Dat is een misvatting. Bij het aanplanten verliest een boom vaak 50 tot 75 procent van zijn oorspronkelijke wortelpakket. Niet voor niets is de kroon in de eerste jaren vaak ijl: de boom richt zich volledig op het herstel van zijn wortelstelsel. In deze kwetsbare fase is hij nog niet in staat om zelfstandig voldoende water op te nemen. Daarom is ondersteuning in de vorm van water geven cruciaal. Afhankelijk van factoren als boomsoort, groeiplaats en grootte, duurt het gemiddeld drie jaar voordat een boom goed is aangeslagen en zelfstandig kan overleven. Deze kennis is gebaseerd op jarenlange praktijkervaring. Toch zien we in veel bestekken nog steeds slechts één jaar nazorg opgenomen, terwijl wat betreft Nationale Bomenbank minimaal drie jaar de norm zou moeten zijn. Het Handboek Bomen 2022 onderschrijft dit: het adviseert een nazorgperiode van twee tot drie jaar voor kwekerijbomen en zelfs drie tot vijf jaar nazorg voor verplante bomen.
 | | Meten van zuurstof in de kluit als onderdeel van de nazorg |
|
|
Veertien rondjes
Een veelvoorkomende gedachte in bestekken is dat water geven op basis van een vaste frequentie moet plaatsvinden. Zo staat er bijvoorbeeld geregeld dat er in het eerste jaar veertien keer water gegeven moet worden, waarbij deze post ook nog verrekenbaar is. Vanuit organisatorisch oogpunt is dat begrijpelijk: het maakt het mogelijk om wekelijks vaste rondes te rijden met de waterwagen. Maar boomtechnisch gezien is dit een verkeerde aanpak. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een boom slechts één jaar nazorg krijgt, waarbij water geven op vaste momenten plaatsvindt? De boom ontvangt wekelijks een shot water, maar wordt daardoor niet gestimuleerd om wortels buiten de kluit te ontwikkelen. Terwijl juist die wortelontwikkeling essentieel is om zo snel mogelijk zelfvoorzienend te worden. Wanneer de boom vervolgens het tweede groeiseizoen in gaat, 'verwacht' hij opnieuw water. Maar dat komt niet meer, terwijl hij nog onvoldoende wortels heeft ontwikkeld om zichzelf in droge periodes van water te voorzien. Het gevolg laat zich raden: de boom droogt uit en sterft alsnog af.
|
|
Water geven op frequentie is een hardnekkig misverstand
| |
|
 | | Beoordelen hergroei |
|
|
Nat
Een ander veelvoorkomend probleem dat onze nazorgadviseurs tegenkomen, is een te natte groeiplaats. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals bijvoorbeeld: • een van nature natte locatie; • verslemping of structuurbederf van de bodem tijdens de aanleg; • schade aan de bodemstructuur door latere werkzaamheden rond de boom; • een plantgat dat fungeert als afvoerput voor omliggend water; • een groeimedium dat te veel water vasthoudt. Al deze situaties leiden tot zuurstofgebrek in de bodem, wat de wortelontwikkeling ernstig belemmert. In zulke gevallen is water geven niet alleen overbodig, maar zelfs schadelijk. Het versterkt het negatieve effect alleen maar. Daarom is het essentieel om bij natte groeiplaatsen eerst de oorzaak te achterhalen en gerichte maatregelen te nemen, voordat er überhaupt aan water geven wordt gedacht. Kortom, het geven van water aan bomen in de nazorgfase is een vak apart. Het draait om de juiste balans tussen de boom stimuleren om zelf op zoek te gaan naar water, en weten wanneer ingrijpen noodzakelijk is. Daarom geldt: geef water op basis van behoefte, niet op basis van frequentie. Om dit goed in te schatten, is maatwerk nodig. Denk aan: per boom bepalen wat de waterbehoefte is; in het veld de bodemvochtigheid meten, bijvoorbeeld met een grondboor, en lokale neerslaggegevens van het KNMI analyseren. Vochtsensoren kunnen hierbij een waardevol hulpmiddel zijn, maar ze moeten altijd als indicatie worden gebruikt, niet als enige bron van informatie. Een sensor kan bijvoorbeeld aangeven dat het buiten de kluit nat is, terwijl de kluit zelf gortdroog is, of andersom. Alleen door meerdere bronnen te combineren, kun je verantwoord en effectief water geven. Naast uitdroging van de kluit of juist vernatting en zuurstofgebrek, zijn er tal van andere factoren die een pas aangeplante of verplante boom kunnen bedreigen. Bomen die worden geplant op locaties waar nog bouw- of reconstructiewerkzaamheden plaatsvinden, lopen bijvoorbeeld continu risico op schade of verstoring. Het is daarom essentieel om knelpunten tijdig te signaleren en snel passende maatregelen te nemen. Dit begint bij regelmatige controle van de boom. De meeste problemen zijn terug te voeren op de ondergrondse groeiomstandigheden en de mate waarin de boom de kans krijgt om zijn wortelgestel goed te ontwikkelen. Goede nazorg moet je dus bewust organiseren. Denk hierbij aan: structurele inspecties, herstel van het watergeefsysteem of de verankering, eventuele voeding of snoei en het signaleren van aantastingen of vandalisme. Door deze aspecten regelmatig te controleren en te registreren, bouw je waardevolle data op over de boom en zijn hergroei. Zo ontstaat inzicht in waarom een boom het moeilijk heeft of zich juist goed ontwikkelt. En uiteraard hoort daar ook een duidelijke rapportage aan de opdrachtgever bij.
Nazorg is vakwerk
Nazorg is veel meer dan simpelweg rondrijden met een waterwagen. Het is een gespecialiseerd vak, uitgevoerd door ervaren professionals die zich met recht nazorgadviseur mogen noemen. Nazorg vormt, naast een goede groeiplaats en een zorgvuldige aanplant, een essentiële bouwsteen voor het succes van boomaanplant. Wanneer nazorg goed wordt uitgevoerd, kan het uitvalpercentage worden teruggebracht tot slechts twee procent per jaar. Daarmee voorkom je herhaaldelijk inboeten, met alle bijbehorende milieuschade en kapitaalvernietiging tot gevolg.
 | | Mark Schenkeveld, adviseur bomen bij gemeente Stichtse Vecht |
|
|
Driejarig nazorgmodel in de praktijk
Bij de gemeente Stichtse Vecht is het driejarig nazorgmodel opgenomen in de raamovereenkomst voor boomonderhoud. 'Dit is een eerste stap, maar nog geen garantie tot succes,' zegt Mark Schenkeveld, adviseur bomen bij de gemeente. 'Contractueel is het geborgd, maar dat betekent nog niet automatisch lage uitvalspercentages. Uiteindelijk gaat het om de expertise en vakmanschap van de aannemer die het werk uitvoert.' De gemeente werkt in dit model samen met de Nationale Bomenbank, waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor circa 950 bomen in nazorg, verspreid over drie aanplantjaren. 'Zij voeren de nazorg uit zoals in het model omschreven, aangevuld met hun expertise, en wij ervaren dat als goed. Het uitvalpercentage ligt onder de twee procent. In het derde groeijaar vertoont het overgrote deel van de bomen een representatieve scheutgroei.' In civiele projecten ziet Schenkeveld vaker dat de nazorg verslapt. 'Zodra de civiele garantietermijn voorbij is, verwatert de verantwoordelijkheid. Dan weet niemand meer wie eigenaar is van de dode jonge aanplant.' Volgens hem is nazorg geen verplichting uit het bestek, maar een activiteit die zorg en expertise vraagt. Een goed werkend dashboard waarin alle nazorg digitaal wordt bijgehouden, helpt daarbij. 'Je wilt dat bomen goed aanslaan, maar goede nazorg betekent ook: de opdrachtgever ontzorgen in een politieke organisatie.'
|
De auteur Dirk Doornenbal is algemeen directeur NBB-Groep/Nationale Bomenbank
|
| LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
|
|
 | |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|