Wat maakt of kraakt een speelplek? |
|
|
|
Kelly Kuenen,
vrijdag 11 januari 2019 |
|
| 215 sec |
Verkenning in afstudeeronderzoek met Almere als proeftuin Wat maakt een speelplek aantrekkelijk? Met die vraag ging Mathijs Mulder in opdracht van de gemeente Almere en OBB speelruimtespecialisten op onderzoek uit, met Almere als proeftuin. Het resultaat: een aantal ruimtelijke factoren die een speeltuin kunnen 'maken of kraken'.
Wat een speeltuin aantrekkelijk maakt, kan niet alleen interessant zijn voor nieuw aan te leggen plekken, maar ook bij het aanpassen of verwijderen van speelplekken. De aanleiding voor de gemeente Almere om deel te nemen aan dit onderzoek was de vraag naar een betaalbare variant van speelruimte, zonder in te boeten aan aantrekkingskracht. Kortom: de vraag welke keuzes er moesten worden gemaakt in het beleid.
Een van de mogelijkheden om een aantrekkelijke speelruimte te realiseren, is het centraliseren van speelplekken en kleine, minder gebruikte speelplekken te sluiten. Maar dan moet je wel weten wanneer een speelplek aantrekkelijk is, stelt Mulder. En hoewel dit geen aanleiding was voor zijn onderzoek, is het wel relevant om nog een andere reden: een aantrekkelijke speeltuin kan voor bewoners een plek zijn om elkaar te ontmoeten in de buitenruimte.
Drie niveaus
Mulder voerde het onderzoek uit voor zijn studie stedenbouwkunde aan de hogeschool Saxion. Hij keek niet alleen naar het ontwerp van de speelplek zelf, maar ook naar de inbedding in de stedelijke omgeving. Tien speelplekken in Almere fungeerden als testlocaties, alle met verschillende groottes en met andere ruimtelijke elementen. Mulder verdeelde de aantrekkingskracht van de speelplekken in drie categorieën: op stedelijk schaalniveau, buurtschaalniveau en locatieschaalniveau. Bij het stedelijk schaalniveau keek hij naar de invloed van het 'stedelijk weefsel' op de aantrekkingskracht die een speelplek uitoefent: de ligging van de speelplek in de stad en ten opzichte van het hoofdfietsnetwerk. Bij het buurtschaalniveau keek hij naar elementen uit de directe omgeving. Bij de laatste categorie, het locatieschaalniveau, zoomde hij in op de speelplek zelf, voor de vraag of bepaalde voorzieningen aantrekkingskracht uitoefenen. Om te bepalen hoe populair een speelplek was, hield Mulder interviews, observeerder hij activiteiten en vergeleek hij deze met de foto- en ruimtelijke analyse die hij maakte.
|
'Voor ouders kan een heldere afbakening van een speelruimte van belang zijn'
| |
|
Door deze elementen te combineren, trachtte Mulder te formuleren welke elementen een speelplek ruimtelijk aantrekkelijk maakten. Die vele factoren maakten het nog best lastig om harde conclusies te trekken, geeft Mulder toe. 'Een observatie deel je in een categorie in. Dat zijn cijfers. Je kunt zeggen welke plekken veel bezocht worden en welke activiteiten er plaatsvinden. Maar als een speeltuin weinig bezocht wordt, is dat niet per definitie toe te schrijven aan de ligging, indeling of andere ruimtelijke factoren. Er kunnen immers ook externe factoren van invloed zijn. Misschien is er op dat moment wel een voetbalwedstrijd, waardoor veel jeugd binnen is.' Toch kan Mulder, weliswaar met een kanttekening hier en daar, enkele factoren noemen die een speelplek interessant maken, in de hoop dat dit als inspiratie dient voor de mensen die ermee aan de slag willen.
Inbedding in omgeving
Of de ligging in het stedelijk netwerk invloed uitoefent, weet Mulder niet te zeggen. De resultaten daarover waren tegenstrijdig. Wel vermoedt hij dat de route ten opzichte van een wandelnetwerk invloed uitoefent. Hij adviseert gemeenten dan ook vooral te kijken naar de ligging van speelruimtes ten opzichte van het voetgangersnetwerk. Bij de ideale speeltuin zoals Mulder die ziet (waarover later meer) zorgt de ligging aan een wandelroute voor extra levendigheid. Met een wandelroute bedoelt hij de route die mensen afleggen van hun woning naar een bestemming - en waarbij ze dus een speeltuin passeren. 'Daar loopt een voetgangerspad dwars door de speeltuin. Die mensen gebruiken de speelplek misschien niet, maar zorgen wel voor een levendig beeld. In een van de interviews vertelde een dame me bijvoorbeeld dat ze de plek wel ervaarde als een eigen plek, maar niet als territoriumplek - een plek van een bepaalde groep.'
De directe omgeving
Volgens Mulder heeft de directe omgeving ook invloed op de populariteit van de speelplek. Zo biedt bestrating de mogelijkheid tot fietsen of skeeleren en in het water nabij een van de onderzochte speelplekken kan in de zomer gezwommen worden. Een speelvriendelijke infrastructuur op of naast de speelplek kan daarom van meerwaarde zijn voor de speelactiviteiten. Voor ouders kan het van belang zijn dat een speelruimte een heldere afbakening heeft, zodat zij weten dat hun kinderen zich in een specifiek gebied bevinden.
De speelplek zelf
Wat maakt een speelplek zelf nu aantrekkelijk? Mulder weet wel een aantal elementen te noemen: ontdekkingsruimte, natuurlijke elementen, verharding en (voor jongeren) ruimte voor ontmoeting. Schommels, kabelbanen en klimtoestellen werden tijdens Mulders onderzoek het meest gebruikt. Een speelplek met natuurlijke materialen kan zorgen voor meer variatie in het spelen, al bleken in een gecombineerde speeltuin de natuurlijke elementen minder gebruikt te worden dan de traditionele elementen. 'Zand en takken bleken een mooie toevoeging te zijn om mee te spelen, maar waren geen hoofdattribuut. Dat kan ook aan die elementen liggen. Wellicht liggen daar ook kansen, als deze natuurlijke elementen een prominentere rol gaan spelen op de speelplek.'
Punten van aandacht
Gemeenten moeten goed kijken naar de verschillende doelgroepen en overwegen of deze groepen in dezelfde ruimte gezet moeten worden. 'De doelgroepen gebruiken verschillende soorten ruimtes. Kinderen willen meer op ontdekkingstocht, rondjes fietsen en spelen. Jongeren willen vaak meer sporten en elkaar ontmoeten.' Speeltuinen die wat verder van woningen af liggen, worden minder gebruikt door kinderen. Een uitzondering hierop vormt de speeltuin in het Beatrixpark, die - inderdaad - gecombineerd kan worden met een bezoek aan het park. Hier waren wel volop kinderen en ouders aanwezig. Mulder: 'Als een speelplek verder van woningen af ligt, is de bijdrage aan wat ik noem "sociale ogen" minder. Bij jongeren lijkt de afstand vanaf hun huis van minder groot belang.' De speelplekken die minder scoorden qua bezoekersaantallen, waren over het algemeen die plekken die geheel of gedeeltelijk uit het zicht van woningen lagen, en plekken die weinig speelattributen bevatten. Daarom moet er aandacht zijn voor voldoende afwisseling, zowel wat betreft toestellen als speelelementen.
|
'Schommels, kabelbanen en klimtoestellen werden het meest gebruikt'
| |
|
Van de tien onderzochte plekken kwam het Leeuwardenplein als aantrekkelijkst uit de bus. Niet alleen kreeg deze speelplek in de interviews de beste score, ook noteerde Mulder hier de meeste mensen en de meeste activiteit. Volgens Mulder is deze plek, te zien op de hoofdfoto bij dit artikel, aantrekkelijk door de afbakening, de verschillende ondergronden, het zitmeubilair, veel speelmeubilair, fietsstraten, de hoge mate van (sociale) veiligheid en de centrale ligging in de wijk. Een voorbeeld ter inspiratie, aldus Mulder.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|