Schapenbegrazing: doelmatig, economisch en duurzaam |
|
|
|
Bart Mullink,
maandag 9 september 2019 |
|
| 366 sec |
'Na marktdip door economische crisis telt naast prijs ook waarde weer mee'
De inzet van schaapskuddes als 'levend materieel' voor groenbeheer kan op een kostenefficiënte manier bijdragen aan een betere omgevingskwaliteit. Veel overheden maken er gebruik van, waardoor de sector van begrazingsbedrijven floreert.
Bomen en struiken langs een fietspad maken het pad aantrekkelijker. Begroeiing oogt goed en biedt bovendien beschutting tegen de wind. Maar struikgewas heeft ook een schaduwzijde, zo ontdekten ze in Pijnacker. Het begrazingsbedrijf van Martin Oosthoek werd er omarmd om met zijn schapen twee vliegen in één klap te slaan. De kudde eet behalve van de berm ook van de onderste takken van de bomen. Zo ontstaat een doorkijk, waardoor onverlaten niet meer ongezien hun gang kunnen gaan. Vooral vrouwelijke fietsers zullen zich hierdoor veiliger voelen, verklaart Oosthoek. 'Overal waar de schapen bij kunnen, tot circa 1,20 meter hoogte, eten ze alle blaadjes af. Op grotere hoogte groeien de bomen rustig verder.'
Zijn bedrijf, M.A. Oosthoek Landschapsbeheer uit Berkel en Rodenrijs, heeft circa 1500 schapen, verdeeld over zes kuddes. Om al het gevraagde werk te kunnen uitvoeren, huurt Oosthoek momenteel ook nog drie kuddes, inclusief herder. Met de standaardgrootte van 250 schapen per kudde betekent dat nog eens 750 schapen.
De argumenten voor schapenbegrazing zijn talrijk. Gemeenten zien de kuddes als sfeerverhogend, begrazing draagt bij aan een gevarieerdere plantengroei en het blijkt in veel gevallen ook nog eens een economische keus. Oosthoek: 'Vooral op stukken waar het minder praktisch is om met een trekker te maaien.' Dat zijn er veel: taluds, terreinen met veel verspreid staande bomen en ook drassige bodems deren schapen veel minder dan een trekker. 'Daar werken wij het voordeligst. Als het gaat om grote percelen zonder obstakels die makkelijk zijn te maaien met een trekker, zijn wij iets duurder.'
Schapen winnen het in een aantal gevallen dus ook qua kosten van de maaimachine. Al gaat het bij de vergelijking meestal wel om de uit ecologisch oogpunt te verkiezen combinatie van maaien en afruimen. Toen gemeenten tijdens de crisis als grootste zorg hadden hun kosten omlaag te brengen, won het klepelen zonder afruimen terrein en hadden de begrazingsbedrijven net als andere bedrijven in de groenvoorziening magere jaren. 'Dat zorgde bij ons voor een dipje. Nu de crisisperiode voorbij lijkt, krijgen we gelukkig weer meer aanvragen.'
|
'Sommige kruiden zijn gebaat bij begrazing, andere bij maaien en afruimen'
| |
|
| Martin Oosthoek |
|
|
Doorgroeien
Oosthoek denkt dat de markt nog zal doorgroeien. Schapenbegrazing is op veel plaatsen mogelijk, weet hij: in steden en natuurgebieden, en met de juiste veiligheidsmaatregelen zelfs langs snelwegen en spoorlijnen. 'We lopen in Zuid-Holland bijvoorbeeld met kuddes langs de A16 en A20.' Toch hoeft er ook wat hem betreft niet dogmatisch alleen voor begrazing te worden gekozen. Ook als er vooral een gevarieerde begroeiing gewenst wordt, ziet hij een combinatie van maaien en begrazen als een goede oplossing. 'Sommige kruiden zijn gebaat bij begrazing, andere bij maaien en afruimen. Daarom adviseer ik mijn opdrachtgevers beide te doen: op de ene plaats maaien en afruimen, op de andere begrazen. Dan creëer je twee verschillende biotopen, die samen de meeste variatie opleveren.' Een opdrachtgever die dat goed in zijn oren heeft geknoopt, weet hij, is de gemeente Rotterdam. 'Die heeft het slim aangepakt. Waar ze goed en makkelijk kunnen maaien, maaien ze. Waar het lastiger is, zoals op dijktaluds en nattere percelen, komen wij met schapen.'
Om zijn schapen aan het werk en daarmee aan het eten te houden, hoeft hij het niet ver te zoeken. Oosthoeks werkgebied ligt in een niet strikt begrensde, niet heel grote cirkel rond Berkel en Rodenrijs. Plaatsen als Rotterdam, Zoetermeer en Leidschendam liggen binnen bereik. Globaal gesproken mikt hij op het zuidelijk deel van Zuid-Holland. Het werkt het prettigst als de afstanden beperkt zijn, vindt hij. Of, zoals hij het formuleert: 'Ik wil graag de kerktoren blijven zien.'
Te begrazen gebieden liggen vaak op loopafstand van elkaar. Dat komt mooi uit, want het verplaatsen van de kuddes doet hij het liefst lopend. 'Met een kudde kun je op een dag gemakkelijk 10 kilometer afleggen.' Voor grotere afstanden beschikt hij over een kar achter de Landrover, waarmee hij vijftig schapen per keer kan verplaatsen.
|
'De inzet van schapen is in sommige gevallen goedkoper dan maaien'
| |
|
| Bermonderhoud in Leidschendam |
|
|
Heideschaap
Begrazingsbedrijven zweren bij het heideschaap. Dat beschikt over eigenschappen waardoor het ideaal is voor de uit te voeren taak. Oosthoek schetst hoe zijn Kempische heideschapen zich in acht uur tijd vol kunnen eten voor een heel etmaal. Als de werkdag van de herder erop zit, zijn zij ook klaar. Bovendien blijken ze geen bijvoeding nodig te hebben. Met 'gewone' schapen gaat het met grazen in de zomer nog wel goed, zegt Oosthoek, maar als het herfst wordt, wordt de vegetatie zo arm dat bijvoeren noodzakelijk is. Dat kost meer dan alleen geld, want daarmee is ook het beheerdoel om de bodem schraal te houden weg. 'Je brengt extra voedingsstoffen naar het terrein en doet zo het beoogde effect teniet.'
Kempische heideschapen, Drentse, Veluwse, ze doen het allemaal prima, onderstreept Oosthoek. Van voorjaar tot en met herfst grazen ze hun kostje bij elkaar; alleen in de winter gaan ze op stal. Schapen worden vooral verkozen boven andere grazers zoals koeien en paarden, omdat ze als kudde relatief gemakkelijk te managen zijn: door een herder en een hond, of binnen een relatief eenvoudig op te zetten afrastering met schrikdraad. Oosthoek kiest voor de Kempische variant: 'Omdat die ook nog redelijk bevleesd zijn.'
De vleesverkoop maakt deel uit van het verdienmodel en zorgt voor ongeveer 20 procent van de inkomsten. De vergoeding voor begrazing zorgt voor de overige 80 procent. De wol wordt ook verkocht, maar is desondanks een kostenpost. Het noodzakelijke scheren levert per schaap 3 kg wol op; bij 25 cent per kg is dat 75 cent per schaap. Niet eens genoeg om de scheerkosten à 3 euro per beurt van te betalen, schetst de ondernemer.
|
'Ze eten in acht uur hun dagelijkse portie bij elkaar, precies een werkdag'
| |
|
Stadslandbouw
Oosthoek werkt veel in stedelijk gebied en brengt daarmee de landbouw naar de stad. Zo lift hij mee op de trendy wens van gemeenten om stadslandbouw te ontwikkelen. Ze doen dit vaak in het kader van duurzaamheid. Stadslandbouw draagt bij aan de leefkwaliteit voor de inwoners, is de gedachte. Het brengt leven in de wijken en kan bijdragen aan de sociale samenhang. Verder brengt het de voedselproductie voor de stedelingen dichterbij.
Duurzaamheidsvoordelen op het gebied van milieu zijn niet bij alle soorten stadslandbouw aanwezig, maar wel in het geval van begrazing door schapen. Anders dan in de reguliere veehouderij hoeft voor de vleesproductie geen landbouwgrond te worden gebruikt en ook geen veevoer uit andere landen te worden geïmporteerd. Maar helemaal CO2-neutraal zal het schapenvlees desondanks niet snel worden. Voor de herders en af en toe ook de schapen zijn auto's in gebruik, en dan zijn er nog de darmgassen van de dieren, zo merkt Oosthoek op. Misschien wat te sterk relativerend, want ertegenover staat als compensatie een verminderde behoefte aan mechanisch maaien, wat ook niet CO2-neutraal is.
|
'Het is een subtiel spel van beschermen en - letterlijk - te grazen laten nemen'
| |
|
| De kudde doet zich tegoed aan reuzenberenklauw. |
|
|
Schapenbegrazing draagt bovendien bij aan biodiversiteit. Belangrijk hiervoor is dat de herder het graasgedrag stuurt, legt Oosthoek uit. 'Bij de eerste ronde, in het voorjaar, gaan we bijvoorbeeld snel over een terrein heen. Schapen vinden de snelgroeiende grassen wat lekkerder dan kruiden. Ze eten die grassen als eerste weg, waardoor diverse kruiden de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen in plaats van door het gras te worden verstikt. Als de dieren klaar zijn met het gras, trekken we verder, zodat de kruiden blijven staan en de ruimte hebben.' Beschermen of juist - letterlijk - te grazen laten nemen: het gaat om een subtiel spel met de voorkeuren van de dieren. 'Op sommige plantensoorten, zoals ratelaar en orchidee, zijn ze verzot, terwijl je juist graag wilt dat die blijven staan. Als we deze aantreffen, zetten we daar in het voorjaar een raster omheen, zodat de schapen eraf blijven. In de derde, laatste ronde in het najaar, als de orchidee is uitgebloeid, kunnen ze de planten rustig opeten en daarmee de zaden verspreiden.' Dat boomschors voedingsstoffen bevat, blijken de schapen ook te weten, met gevolgen. 'Dat merken we als ze in de loop van de herfst wat mineralentekort krijgen. Dan willen ze soms de bast van een boom opeten. Het is een risico dat we nemen, maar we hebben er wel een middel tegen: de bast insmeren met hun eigen schapenmest. Daar houden ze niet van.' Het blijkt geen reden om lommerrijke locaties te mijden. Integendeel: behalve de praktische voordelen van het schaap op zulke locaties, zorgt diens eetgedrag ook voor - vaak zeer gewenste - vloeiende overgangen in hogere en lage begroeiing.
Distels
Behalve maaiers zijn schapen ook nog bijzondere onkruidbestrijders. Sommige ongewenste planten eten schapen zelfs graag, andere eten ze weliswaar, maar niet van harte. 'Distels, bijvoorbeeld, eten ze als ze honger hebben, maar niet heel graag. Als er andere dingen staan, nemen ze die eerst. Wat ze laten staan, zoals die distels, maaien we daarom zelf af. Braamstruiken, bijvoorbeeld, eten ze wel, maar die groeien harder dan de schapen ze kunnen wegeten. Die maaien we bij. Van de Amerikaanse vogelkers daarentegen lusten ze wel pap. Schaapskuddes worden speciaal ingezet in de duinen om vogelkers te bestrijden.'
Als uitgesproken succesnummer bij schapenbegrazing noemt Oosthoek de aanpak van reuzenberenklauw. 'Die vinden ze lekker. Ze zoeken hem speciaal op tussen de andere planten.' Mensen hebben er een broertje dood aan, omdat het sap bij aanraking met de huid onder invloed van zonlicht zorgt voor flinke brandblaren. De plant moet bovengronds een aantal jaren achtereen worden bestreden alvorens de wortels, die steeds opnieuw kunnen uitgroeien, hun kracht hebben verloren. 'Daar zorgen de schapen voor. De Broekpolder in Vlaardingen stond eerst helemaal vol met berenklauw. Dat hebben we weten terug te brengen tot een paar verspreide dotjes. Daar gaan wel zeven jaar overheen, hoor. Inmiddels zitten we er alweer tien jaar.'
Uitgekookt
Het 'beweiden' van groengebieden gebeurt doelgericht, op een uitgekookte manier, om tot het gewenste resultaat te komen. In het gebied waar de kuddes grazen, meestal stedelijk gebied, wordt het graasgebied frequent verplaatst met zogeheten flexinetten, voor steeds een afgemeten volgende portie. Vaak gebeurt dit dagelijks. Na de achturige graasdag brengen de dieren de nacht door op een afgezet stuk droge grond. De volgende dag gaan ze naar een nieuw vakje. 'Voor de weekends maken we die vakjes wat groter, zodat de schapen twee dagen vooruit kunnen en wij vrij kunnen nemen.'
Het schrikdraad in de flexinetten werkt op een accu en houdt de schapen op doeltreffende wijze binnen. Even doeltreffend houdt het honden buiten, op wie de schapen mogelijk aantrekkingskracht uitoefenen. 'Die komen ook dat stroomnetje tegen. Zo'n stroomstoot komt bij een hond tien keer zo hard aan als bij een schaap. Die schrikt dus zo erg dat hij direct met de staart tussen de benen afdruipt.' Ook van kwajongens zullen de schapen mede hierdoor niet gauw last hebben, denkt Oosthoek. Van illegaal gebruik van de dieren voor zomerse barbecues blijkt ook al geen sprake. Hoewel de schapen grazen in drukke bewoonde gebieden, doen zulke problemen zich bij hem eigenlijk nooit voor, zegt Oosthoek.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
|
|
|
M. Top
Thursday 7 November 2019 |
|
Gisteren reed ik met de auto over de A16 naar Rotterdam. Op het talud stond een enorme schaapskudde te eten. In de uitlaatgassen van een continue autostroom van 6 a 8 banen breed. Ik vroeg me af wie hiervoor verantwoordelijk is. 's Avonds liepen ze er nog. Ik besloot dit uit te zoeken via internet en stuitte op dit artikel. Het schaap als grasmaaimachine: duurzaam, ecologisch, sfeerverhogend. In sommige gebieden wel. Maar schapen aan de snelweg noem ik toch liever dierenmishandeling, ze kunnen geen kant op. Fijn verdienmodel voor dhr Oosthoek, maar mag dat allemaal zomaar? Wie is verantwoordelijk voor het inzetten van die schapen aan de snelweg? |
|
|
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|