| |||||||||||||
Vrijwel iedereen kent klimop of Hedera. De makkelijke Nederlandse naam is hier mede debet aan, maar vooral ook het feit dat Hedera een algemene plant is in de natuur en in cultuur. De vormenrijkdom van Hedera is groot, niet alleen door het bijzonder grote aantal cultivars, maar ook in de verschijningsvorm, waarbij één plant zowel struik, klimmer als kruiper kan zijn.
Alle Hedera zijn heesters die in principe twee verschijningsvormen hebben: juveniel en adult. In het juveniele stadium, de jeugdfase, groeit de plant kruipend/klimmend en zal hij niet bloeien. In het adult stadium, de volwassen fase, groeit de plant struikachtig en zal hij bloeien. De bloemen staan in bolvormige schermen. Ze zijn groenig tot groengeel en leveren veel nectar en pollen. Omdat de planten bloeien in oktober en november (en eventueel december), is het een zeer belangrijk gewas voor bijen: zo kunnen ze vlak voor de winter nog voedsel opnemen om sterker de winter in te gaan. Na bestuiving ontwikkelen de zwarte besachtige vruchten zich in het voorjaar. In de jeugdfase bloeit Hedera dus niet en doet hij zijn Nederlandse naam, klimop, eer aan. Met soms lange ranken groeit de plant over de grond of klimt in bomen, tegen muren etc. De stengels hechten zich met behulp van schijnwortels ('luchtwortels') aan de ondergrond. Deze 'wortels' dienen alleen ter verankering, de plant neemt hier geen voedingsstoffen mee op. Hedera is dus geen parasiet of halfparasiet! Per definitie is het dus niet slecht voor een boom als er Hedera in klimt. Wel kan het als ontsierend worden ervaren en kunnen oude, verzwakte bomen wel degelijk schade oplopen door het gewicht van de Hedera die erin is geklommen. Hedera is vrijwel bodemvaag, maar op zware kleigronden kunnen de planten wat meer tijd nodig hebben om aan te slaan. Ze gedijen zowel in de volle zon als in de schaduw. Op schaduwrijke vochtige plaatsen is het risico op bladvlekkenziekte wat groter. Ten slotte zijn ze voldoende winterhard en hebben niet veel last van ziekten en plagen. BladvormEen ander verschil tussen de jeugdfase en volwassen fase is de bladvorm. Planten in de jeugdfase hebben de typische drie- tot vijflobbige bladeren. Wanneer de planten de volwassen fase bereiken, worden de bladeren ruitvormig tot ovaal. De bladeren zijn steeds wintergroen en leerachtig. Als een klimmende Hedera (jeugdfase) boven aan bijvoorbeeld een schutting ineens struikvormig wordt en gaat bloeien, zijn beide stadia dus in één plant aanwezig. Genetisch zijn dit juveniele deel en adulte deel dus identiek. Toch doet zich het vreemde fenomeen voor dat de variant in de jeugdfase een andere cultivarnaam heeft dan de variant in de volwassen fase. Zo is H. helix 'Ice Cream' de volwassen vorm van 'Cavendishii' en H. hibernica 'Arbori Compact' de volwassen vorm van 'Deltoidea'. In veel gevallen is de struikvormige cultivar echter ontstaan uit 'gewone' H. helix of H. hibernica en is er dus geen link tussen deze volwassen vorm en een eventuele cultivar in de jeugdfase.Overigens vormen struikvormige Hedera regelmatig rankende twijgen die nog in de jeugdfase zijn. Dit kan soms wat slordig tonen. SoortenZoals bij zoveel geslachten is er onder taxonomen ook bij Hedera geen overeenstemming over het aantal natuurlijke soorten. Sommige soorten zijn zó nauw aan elkaar verwant dat ze soms als één worden beschouwd, terwijl anderen deze splitsen in twee of meerdere soorten. Algemeen wordt nu aangenomen dat er twaalf wilde soorten zijn. Voor ons zijn er echter slechts drie van belang: H. Colchica, H. helix en H. hibernica. Twee andere soorten zijn van minder belang, vooral omdat van beide slechts één cultivar min of meer bekend is: H. algeriensis en H. caucasigena. Van H. algeriensis wordt 'Gloire de Marengo' af en toe toegepast. Het is een plant die oppervlakkig lijkt op H. colchica, maar minder winterhard is en daarom vooral als kuipplant wordt gebruikt in serres, atria etc. Eveneens weinig gebruikt is 'Tanja', een uitstekende cultivar van H. caucasigena. Het is een sterke klimmer die geschikt is voor schuttingen en schermen. De bladeren zijn drielobbig met een duidelijk langere middenlob. Ze zijn donkergroen met een opvallende lichtgrijze nervatuur.
StruikenEr zijn dus twee verschijningsvormen. De struikvormige Hedera vormen een afgebakende groep van voornamelijk planten in de volwassen fase. Er zijn enkele cultivars die struikvormig groeien in de jeugdfase. De bekendste hiervan is 'Erecta'. Dit is een compact struikje, waarvan de twijgen vrij steil omhoog groeien en de blaadjes typisch in twee rijen staan. Vanwege de wat langzame groei is het vooral een struikje voor toepassing in particuliere tuinen. De meeste andere struikvormige Hedera worden vooral in groepen en plantvakken toegepast. De planten zijn over het algemeen gezond, worden niet al te hoog en zijn goed ter bevordering van de biodiversiteit door het groenblijvende karakter (schuilplaats voor kleine dieren) en de late bloei (insecten).De bekendste struikvorm is natuurlijk Hedera helix ARBORESCENT GROUP. Een beetje een vreemde naam voor de plant die vrijwel iedereen kent als 'Arborescens'. Feit is dat er in de praktijk verschillende volwassen planten onder deze naam worden gekweekt en verhandeld. Helaas zijn deze niet altijd even goed als het gaat om gezondheid, compactheid en bladkleuren. Om deze reden wordt de 'gewone' volwassen vorm tegenwoordig als ARBORESCENT GROUP aangeduid. Dat neemt natuurlijk niet weg dat als er een goede kloon voorhanden is, deze prima kan worden toegepast. H. helix 'Simone' is waarschijnlijk moeilijker verkrijgbaar, maar het is een bijzonder fraaie en sterke struik. Op het eerste gezicht lijkt het een 'gewone' volwassen vorm met iets smaller blad, maar als de plant gaat bloeien, vallen de compacte bloemhoofdjes op die in groten getale verschijnen. Andere aantrekkelijke struikvormige cultivars van H. helix zijn 'Arbori Purple' (bladeren bij lage temperaturen, dus 's winters, opvallend purper), 'Zorgvliet' (vrij lage plant met opvallend smal blad en rijke bloei en besdracht) en 'Ice Cream' (compacte groei en bontbladig met zilverwit gerand blad). Uiteraard zijn er ook van andere soorten struikvormige cultivars. In H. hibernica is er 'Arbori Compact, die duidelijk compacter groeit dan de volwassen vormen van H. helix. Hij is vanwege het formaat wellicht iets minder geschikt voor grootschalige toepassing, maar uitermate geschikt voor tuinen of zelfs in pot. De bladeren zijn wat meer afgerond, wat de plant vrij makkelijk te herkennen maakt.
Opvallend genoeg hebben de meeste volwassen vormen van H. colchica-cultivars geen aparte cultivarnaam. De enige uitzondering is 'Fall Favourite'. Het wordt wat afgezaagd, maar ook deze cultivar is beter bekend onder de oude naam 'Arborescens'. Maar omdat een cultivarnaam maar één keer in een geslacht mag worden gebruikt en H. helix 'Arborescens' ouder is, bleek dit niet geldig. Het is dus de 'normale' struikvormige H. colchica, met het grote ruitvormige blad en de rijke bloei. De andere groenbladige cultivar is H. colchica 'Dentata'. Deze heeft iets groter blad dan 'Autumn Beauty'. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, heeft de volwassen vorm van 'Dentata' (getand) gaafrandig blad. De getande bladeren zien we alleen bij de jeugdvorm. Naast deze twee groenbladige cultivars van H. colchica zijn er ook twee goudbonte: 'Dentata Variegata' met goudgeel gerand blad en 'Sulphur Heart', waarvan juist het midden van het blad goudgeel is en de bladrand donkergroen. Klimmers en bodembedekkersBehalve de splitsing in jeugdvormen en volwassen vormen kan Hedera qua toepassing in drie, elkaar deels overlappende groepen worden verdeeld. Naast de struiken zijn er dan klimmers en bodembedekkers. Uiteraard is hier een overlap; als de klimmers niets hebben om in te klimmen, zijn het kruipers. Dit is echter niet zo zwart-wit. Er zijn diverse cultivars die minder sterk de neiging hebben om te klimmen. Dit zijn de planten die het geschiktst zijn om (grootschalig) als bodembedekker te worden toegepast. Anderzijds zijn er ook typische klimmers die minder goed vertakken, waardoor ze de bodem niet goed bedekken, indien als zodanig toegepast. De klimmers en bodembedekkers hebben altijd het jeugdstadium. Ze zullen dus niet bloeien en leveren wat dat betreft dus geen bijdrage aan de bevordering van biodiversiteit.Logischerwijs moeten bodembedekkers dus vlot dichtgroeien en de bodem zodanig bedekken dat onkruiden niet of nauwelijks kunnen ontkiemen. Dat is dan ook de enige toepassing van deze groep. Vooral voor middelgrote tot zeer grote plantvakken is Hedera een prima bodembedekker. Ze kunnen een plantvak volledig bedekken, waardoor onkruiden niet of nauwelijks kans krijgen zich te ontwikkelen. De klimmers worden tegenwoordig vooral gebruikt om kant-en-klare schermen van te kweken, om tegen schuttingen en hekken te planten of om geluidsschermen mee te laten begroeien. Een bijkomend voordeel van klimop is dat de plant matig veel fijnstof uit de lucht kan opvangen, zo'n 6 gram/m2.
Bodembedekkende klimopHet aantal soorten en cultivars dat wordt gebruikt als bodembedekker is relatief klein. Het bekendst zijn H. helix 'Woerner' en H. hibernica. De Ierse klimop is een plant met groot, donker grijsgroen blad met lichter grijsgroene nerven. Het is een krachtige groeier die lange takken kan vormen. H. hibernica laat zich gewoon afmaaien en groeit daarna zonder schade weer door. 'Woerner' lijkt op H. hibernica, maar heeft iets kleiner blad, dat donkerder groen is. De nerven zijn lichter groen. Ook 'Woerner' is een krachtige groeier die lange takken vormt.'Modern Times' groeit eveneens tamelijk krachtig en met lange takken. Deze vertakken aanvankelijk minder goed, waardoor het wat langer duurt voordat de bodem goed bedekt is. De bladeren zijn donkergroen met lichter groene nerven. De reden waarom 'Modern Times' toch wordt aanbevolen, is omdat deze cultivar erg gezond is. 'Baltica', 'Plattensee' en 'Thorndale' zijn drie cultivars die zeer geschikt zijn om als bodembedekker te worden toegepast. De oude cultivar 'Baltica' (1907) is een krachtig groeiende cultivar die prima vertakt. De bladeren zijn donkergroen met opvallend lichte nerven, in de winter soms bijna wit. Hij blijft lager en vertakt beter dan H. hibernica, waar 'Baltica' vrij sterk op lijkt. 'Plattensee' is een Duitse cultivar die opvalt doordat het blad iets lichter, maar frisgroen is. Hij vertakt prima en is vanwege de iets minder krachtige groei geschikt voor toepassing in middelgrote vakken. 'Thorndale', ten slotte, lijkt eveneens op H. hibernica, maar verschilt hiervan doordat de bladrand iets gegolfd is en de bladeren 's winters iets bruin verkleuren, waardoor de lichte nerven mooi opvallen. Voor wat het waard is: de winterhardheid van 'Thorndale' is beter dan die van H. hibernica, die in strenge winters beschadigd kan raken. Een heel leuke cultivar om eens toe te passen is 'Ivalace'. De blaadjes van deze plant zijn fris middengroen met een iets gekroesde bladrand. Als plant groeit en vertakt 'Ivalace' prima. De groei is echter niet heel krachtig, waardoor de plant bij uitstek geschikt is voor kleinere plantvakken. Buiten de af en toe toegepaste en al eerder genoemde bontbladige H. colchica-cultivars worden er feitelijk geen bontbladige cultivars als bodembedekker gebruikt.
Klimmende klimopDe groep klimmers is enorm. Buiten de volwassen vormen zijn alle cultivars klimmers. En er zijn er meer dan tweeduizend! Die worden niet allemaal (meer) gekweekt en van de gekweekte zijn er veel die sterk op andere lijken, te zwak groeien of ziektegevoelig zijn. Een aantal planten groeit vrij langzaam en is daardoor minder geschikt voor grootschalige toepassing. Deze zien we vaker als bloemisterijproduct in gemengde bakjes, als potplant of gewoon als sierplant in particuliere tuinen.Behalve het aantal is ook het aantal verschijningsvormen enorm. Om toch enig overzicht te behouden, is hier een (arbitraire) indeling op basis van bladkleur. Tenzij anders vermeld, zijn het allemaal cultivars van H. helix. Vanzelfsprekend zijn er veel groenbladige cultivars. De oude 'Pedata', met dof, zeer donkergroen blad met grijze nervatuur, wordt nog veel gekweekt. De bladeren kleuren bruinpurper bij lagere temperaturen. Veel kleiner van blad is 'Spetchley'. De bladeren zijn vaak maar een centimeter of vier groot. Ze hebben afgeronde lobben en de middenlob is duidelijk langer dan de vier lobben links en rechts ervan. Het is een prachtige cultivar voor kleinschalige toepassingen. Ook bij 'Sagittifolia' is de middelste lob veel langer dan de andere vier. Het blad is mooi donkergroen tot bruingroen. Bij 'Green Ripple' is het blad breder dan het lang is, waardoor het soms bijna waaiervormig is. De vijf lobben zijn opvallend smal gepunt, wat weer een geheel andere uitstraling oplevert. Dat er ook cultivars zijn waarvan de bladeren bijna geen lobben hebben, bewijst H. hibernica 'Deltoidea'. Het blad, dat mooi glanzend donkergroen is, is vrijwel hartvormig. Opvallend zijn de wat dikkere twijgen en bladstelen. Aan het andere eind van de variatie vinden we cultivars met zeer smalle lobben. Dit is het geval bij 'Königer's Auslese', waarvan de lobben zo smal zijn dat het blad er bijna stervormig uitziet. Een andere variatie is dat de bladrand gegolfd of (sterk) gekruld en gekroesd is. Dit is het geval bij 'Maple Queen'. Bij de donkergroene bladeren is de bladrand tussen de lobben omhoog gekruld. In de cultivar 'Boskoop' is de gehele bladrand sterk gegolfd. De bladeren zijn glanzend donkergroen. Eén van de extreemste bladvormen is te zien bij 'Parsley Crested'. De randen van de frisgroene bladeren van deze cultivar zijn zeer sterk gekroesd. De naam 'Parsley Crested' betekent 'gekroesd als peterselie' en is dan ook prima gekozen. WitbontEén van de bekendste witbonte cultivars is 'Cavendishii'. De bladeren zijn donkergroen met onregelmatige crèmewitte randen. Eveneens zeer bekend en ook met witgerande bladeren is 'Glacier'. Maar ook in het hart van het blad is 'Glacier' bontbladig. De bladeren zijn donkergroen, grijsgroen en lichtgroen gemarmerd. Het is een prima cultivar die veel wordt gekweekt. Een witbonte cultivar waarvan het blad alleen grijs, grijsgroen en wit gemarmerd is, zonder dat de randen dat zijn, is 'Kolibri'. Met 'Clotted Cream' is ook in deze groep een cultivar te vinden waarvan de bladranden sterk gekroesd zijn. De bladeren zijn groen met crèmekleurige randen. Als de temperatuur daalt,kleuren de buitenste randjes roodachtig.
GeelbontOok hier een oude bekende: 'Goldheart'. Het is een relatief kleinbladige cultivar met donkergroen blad waarvan het centrum intens goudgeel is. Helaas is deze cultivar erg onstabiel en worden er gemakkelijk volledig groenbladige takken gevormd.Veel stabieler is 'Goldchild'. De bladeren zijn duidelijk groter dan bij 'Goldheart' en het goudgele deel bevind zich niet in het centrum van het blad, maar aan de randen. In sommige bladeren is niet alleen een brede rand geel gekleurd, maar ook een deel van het blad. Het geeft de plant een vrij 'gele' uitstraling. Dat is ook het geval bij 'Golden Ingot'. Het centrum van de bladeren is grijs en groen gemarmerd, terwijl de randen crèmegeel tot geel zijn. In veel bladeren zijn de randen niet ononderbroken geel gerand, maar is het patroon vlekkerig. Het maakt 'Golden Ingot' tot een zeer uitgesproken en sierlijke cultivar. De oude cultivar 'Tricolor' heeft dof donkergroen blad met smalle crèmegele randen. Als de temperatuur daalt, kleurt het blad purper en worden de randen meer crèmekleurig.
Tot slot nog een cultivar waarvan de bladeren geheel geel zijn: 'Buttercup'. Dit is alleen het geval in de jonge scheuten; het volwassen blad is geelgroen tot lichtgroen. Het gele blad is gevoelig voor zonnebrand, maar indien toegepast in de halfschaduw is dit een schitterende cultivar. Toegegeven, de bontbladige klimop vormt waarschijnlijk niet het populairste sortiment voor hoveniers en grootgroenaanleggers. Maar het kan wel degelijk een toevoeging zijn in een ontwerp, al is het maar om accenten te leggen op bepaalde delen van het ontwerp. En anders zijn er nog honderden groenbladige cultivars om uit te kiezen.
Tip de redactie |
|