'We stellen vast waaraan de opdrachtnemer moet voldoen, maar niet hoe' |
|
|
|
Broer de Boer,
maandag 12 april 2021 |
|
| 429 sec |
Twee tienjarige contracten voor bermbeheer
In Noord-Holland lopen sinds 2017 zeven bijzondere contracten voor integraal beheer. De combinatie BAM - Krinkels voert twee daarvan uit; deze belichten we in dit artikel. Krinkels heeft als taak de provinciale bermen in het contractgebied Midden-Noord en het contractgebied Zuid-Kennemerland/IJmond - ecologisch - te onderhouden.
Sinusbermbeheer is slechts één van de innovatieve technieken binnen dit tienjarige contract voor integraal beheer. |
In beide gevallen gaat het om een UAV-CG-contract, waarbij de wijze van onderhoud en een deel van de ontwerpverantwoordelijkheid binnen een juridisch kader naar de opdrachtnemer is gegaan. De provincie Noord-Holland heeft biodiversiteit hoog in het vaandel staan. Daarom werd in de contacten voor de twee aanbestede percelen nadrukkelijk benoemd dat de bijen-, vlinder- en insectenstand minimaal behouden moest worden en bij voorkeur in aantallen verhoogd. De opdracht was dit te realiseren door de provinciale bermen op nieuwe en innovatieve manieren te gaan maaien. In totaal omvat de opdracht van het maaien van ongeveer 500 km berm in elk van de twee regio's. In het contractgebied Zuid-Kennemerland/IJmond deed Krinkels in zijn plan van aanpak (PvA) de belofte iets extra's voor de fauna te gaan doen. Dit houdt onder meer in: boombruggen bouwen, insectenhotels plaatsen en ecologische bestrijding. Ook het plaatsen van vosbestendige nestkasten voor de zeldzame tapuit maakt daar deel van uit. Het verbinden van ecologische structuren met het oog op populatiebehoud en migratie van dieren vormde destijds ook een onderdeel van het contractuele aanbod van BAM/Krinkels.
|
De opdracht: op nieuwe en innovatieve manieren de provinciale bermen maaien
| |
|
Realistisch plan
De details uit het PvA dat Krinkels aanleverde in 2017, lijken anno 2021 voor dit artikel minder relevant. Een aantal personen die destijds bij de opstelling en beoordeling betrokken waren, vervullen inmiddels andere functies. Krinkels-uitvoerder/projectleider Hendrie van Pas herinnert zich van de overdracht dat de voorgestelde aanpak bij die beoordeling van groter belang was dan de aanneemprijs: 'Met een realistisch, goed doordacht plan kon je meer punten scoren dan met de prijs. Ik weet ook dat Krinkels destijds vanwege dit project flink heeft geïnvesteerd in nieuw materieel. Denk daarbij ook aan elektrisch handgereedschap om langs wegen te maaien. De verkeersveiligheid had in elk geval een hoge prioriteit. Daarom is er contractueel een apart hoofdstuk opgesteld voor het maaien van de veiligheidsstroken van de provinciale wegen en de zichthoeken. Die maaien we jaarlijks drie- tot viermaal.' Volgens Van Pas stelt Krinkels het maairuimen van deze veiligheidsstrook langs de provinciale wegen altijd zo lang mogelijk uit. Samen met het verschralen van de bodem vergroot dit de kans op meer biodiversiteit. 'Er blijft dan wat zaad achter, zodat de soortenrijkdom daar toeneemt. De clou is om op het juiste moment te maaien', verduidelijkt Van Pas. 'Het tweede belangrijke contractonderdeel is het maaien van "de rest". De afspraak is om dit jaarlijks tweemaal te doen. Dit gebeurt deels door klepelen en deels door maairuimen, afhankelijk van waar dit nodig is.' Zijn collega Linda Oldenburg vult aan: 'Uiteraard willen we schrale bermen behoeden voor verruiging en kansrijke bermen bloemrijker maken.' Oldenburg is vanuit Krinkels nauw betrokken bij deze projecten en voert onder meer de gewenste ecologische monitoring uit. 'Aanvankelijk was de afspraak dit door een extern bureau te laten doen, maar we kennen de flora en fauna in de twee gebieden inmiddels heel goed. We nemen nu dus zelf initiatieven voor bijsturing op basis van onze eigen monitoring.'
|
Nieuwe inzichten en werkmethodes worden in contractwijzigingen beschreven
| |
|
| Mozaïekmaaien en strokenmaaien zijn ook manieren om bermen ecologisch te onderhouden. |
|
|
Maaien op maat
Krinkels hanteert verschillende ecologische maaiwijzen in de bermen. De locaties, de oppervlakte en de maaiaanpak zijn vastgelegd in GIS-applicaties. Denk daarbij aan bermdelen waar Krinkels sinusbermbeheer uitvoert. Oldenburg wijst op het verschil tussen sinusmaaien en sinusbermbeheer (zie kader, red.). 'De termen worden door elkaar gebruikt, maar voor het echte sinusmaaien heb je 30 meter brede bermen nodig', verduidelijkt ze. Van Pas vult aan: 'Waar het kan, maaien we dus een soort kronkelend pad uit. We passen nog meer manieren toe, zoals mozaïekmaaien, waarbij je steeds een stuk overslaat bij het maaien, en strokenmaaien, om de biodiversiteit van bijen, vlinders, insecten en planten te stimuleren.' Het blijkt dat geleidelijke overgangen de grootste kans bieden voor flora en fauna. 'Het is van belang om vloeiende overgangen te creëren, waar het microklimaat bijvoorbeeld onder de invloed van de zon gedurende de dag varieert. Dit vergroot op zijn beurt de kansen voor predatoren', zegt Oldenburg. Van Pas vult aan: 'De clou is eigenlijk om niet alles blindelings af te maaien. En zeker geen one size fits all. Soms laten we boomsnoeisel zelfs een tijdlang op een ril in de berm liggen. Ook dat vormt in onze visie een onderdeel van ecologisch bermbeheer. Je moet zorgen dat er jaarrond voedsel, onderkomen, veiligheid en mogelijkheden voor voorplanting op de locatie aanwezig zijn.' Volgens Van Pas zijn er bij de invulling van het contract in 2018 op projectniveau nauwelijks concrete afspraken en doelstellingen gedefinieerd. Nieuwe inzichten en werkmethodes worden beschreven in contractwijzigingen (CW's): 'We spreken nu van "maaien op maat". We bedienen onze opdrachtgever met door ons geproduceerde GIS-kaarten voor tablets. Daarin kan zowel de opdrachtnemer als de opdrachtgever en de chauffeur zien wat de bedoeling is bij de te maaien bermgedeeltes. Ook mijn collega Linda Oldenburg, die als ecoloog ongeveer een jaar geleden door ons is aangesteld, legt haar input omtrent de projecten hierin vast.' Het blijkt een voortgaand proces binnen het contract te zijn om de biodiversiteit te vergroten met nieuwe inzichten op het gebied van bermbeheer. De basis hiervoor werd gelegd met de nulmeting, waarbij de uitgangssituatie van de vegetatie is vastgelegd. 'Er is een inschatting gemaakt van de haalbaarheid van de doelen', weet Van Pas. 'De nectar-index is bepalend bij de sturing om de doelen te halen. Voor de vegetatie hanteren we de RWS-typologie. Bij de uitvoering proberen we in overleg de lat steeds hoger te leggen, zonder dat er sprake is van kortingen als we biodiversiteitsdoelen niet halen.'
|
De nectar-index is bepalend bij de sturing om de doelen te halen
| |
|
Uitvoering is aan de opdrachtnemer
Jos Geerlings is sinds twee jaar gebiedsbeheerder namens de provincie Noord-Holland, de opdrachtgever. Eerder was hij betrokken bij het opstellen van de twee tienjarencontracten waarover we hier spreken. 'We wilden het bermonderhoud in heel Noord-Holland voor langere tijd bij een grote en goede marktpartij onderbrengen', vertelt hij. 'Zo was het voor ons mogelijk om de kracht van de markt te gebruiken. Onze ervaring was dat bij traditionele RAW-bestekken voor groenonderhoud de betere oplossingen soms niet gehonoreerd worden. Wij wilden, binnen onze staat van eisen, opdrachtnemers de kans bieden om de klus uit te werken met hun kennis op het vakgebied. Voor dit Europees aanbestede UAV-CG-contract zijn er contacten geweest met in totaal zeven grote marktpartijen en/of combinaties. Een grote marktpartij biedt ons zekerheid, terwijl het voor hun business natuurlijk aantrekkelijk is maandelijks een gestage geldstroom binnen te krijgen. Onze uitvraag was er mede op gericht een stabiele betaalbalans te krijgen. Daarbij lieten we de regie en de uitvoering meer over aan de markt. Dat gebeurde onder meer door minder zaken voor te schrijven. Maandrapportages binnen een geborgd systeem vonden we handiger dan voortdurend overleg over de werkuitvoering. BAM/Krinkels kreeg de opdracht vergund, waarbij de uiteindelijke aanneemsom niet de doorslag gaf. Dat lag duidelijk meer in de sfeer van emvi, waarin samenwerken van belang is. De opdrachtnemer, i.c. Krinkels, scoorde vooral goed op deze twee contractgebieden met goede ideeën voor de vergroting van de biodiversiteit. Dat stemde overeen met het stramien dat ons provinciebestuur voor ogen had. Krinkels bood aan om voor de genoemde prijs bermsinusmaaien toe te passen.' Voorafgaand aan de uitvoering van de uiteindelijke overeenkomst was er sprake van een transitieperiode. In die periode, een half jaar, kon de opdrachtnemer de kwalitatieve en kwalitatieve gegevens over lichtmasten, wegdekken, vegetaties, biodiversiteit en dergelijke inventariseren. In de twee percelen die BAM/Krinkels won, was er bijvoorbeeld sprake van achterstallig onderhoud aan heesters, bomen en plantvakken. Geerlings: 'Op basis hiervan vond overleg plaats om de resterende gebruiksduur, aantallen, vitaliteit, onderhoudsniveaus en oppervlakten te verifiëren en waar nodig aan te passen. Dit schiep een gelijk speelveld voor ons als drie partijen en vormde een goed vertrekpunt om samen te werken binnen dit contract.'
| Aan de zichthoeken en veiligheidsstroken van de provinciale wegen werd contractueel een apart hoofdstuk gewijd. |
|
|
Veiligheidsregio's volgen
De provincie Noord-Holland zette in 2017 dus een forse opdracht in de markt met zeven percelen. 'We wilden de gebieden niet te groot hebben', verduidelijkt Geerlings. 'De vele, soms complexe veiligheidszones in deze gebieden spelen ook een rol. Wat de indeling betreft, volgen we de veiligheidsregio's, waarin bepaalde zaken al strikt afgekaderd zijn. Zo konden we de uiteindelijke keuze voor die zeven percelen beter onderbouwen als er bezwaren zouden worden ingediend. Na de aanbesteding en de transitieperiode is ook het onderhoud van de andere vijf percelen uitgerold.' Gaf dat nog leermomenten? 'Ja', herinnert Geerlings zich. 'Het ging heel snel en door elkaar heen. Zo snel, dat er nauwelijks kans was om de ervaringen die in de beide regio's waren opgedaan tijdens de transitieperiode te implementeren in de volgende vijf. Zo'n kans moet je eigenlijk grijpen! Een volgende keer zou ik adviseren de transitieperiode te verlengen van een half jaar tot een heel jaar. Dit soort ervaringen brengen wij aan de orde in het interprovinciaal overleg (IPO). Overigens zijn nu ook de provincies Gelderland en Zuid-Holland met dergelijke contracten bezig.'
|
Geerlings: 'We toetsen op basis van een risicoregister'
| |
|
Contractwijzigingen
Wijzigingen in contracten en de financiële afhandeling worden door de partijen vastgelegd in zogenoemde CW's, contractwijzigingen. Geerlings noemt hierbij als voorbeeld het opruimen van de toenemende hoeveelheid zwerfafval in bermen. Het kunnen ook aanpassingen zijn om de gewenste beeldkwaliteit langs bepaalde provinciale wegen te verhogen. 'Meestal gebeurt zoiets na klachten of in opdracht van het provinciaal bestuur. Als opdrachtgever geven we dan een wijziging door in de eisen voor de resterende periode. Als het prijsvoorstel van de opdrachtnemer akkoord is, wordt dit opgenomen in het contract.' Over de monitoring van de biodiversiteit zegt Geerlings: 'Maandelijks krijgen wij een voortgangsrapportage. In enkele gebieden zijn de nectar-indices daar een onderdeel van. We steken immers veel geld in de vergroting van de biodiversiteit, vooral om gebiedseigen flora en fauna terug te krijgen. Het gaat er niet om een grote soortenrijkdom van gebiedsvreemde planten te krijgen. We vertrouwen op de zorgvuldigheid van de inventarisaties van de ecoloog van Krinkels, dat het maairegiem daaraan wordt aangepast en in de database terechtkomt. We stellen dus vast waaraan ze moeten voldoen om de biodiversiteit in de provinciale bermen te vergroten, maar niet hoe.' Daartoe hebben de opdrachtgever en -nemer uiteraard een IPM-team ingesteld (IPM staat voor intergrated project management). Hierin wordt aan de hand van de grootheden systeem, proces en product getoetst of er voldaan wordt aan alle contracteisen. Als deze structuur goed wordt toegepast, is de kans uitgesloten dat er teruggegrepen wordt op de 'ouderwetse' werkwijze van RAW-afspraken. Geerlings: 'We toetsen op basis van een risicoregister. De risico's verbonden aan het onderhoud hebben we immers bij de opdrachtnemer neergelegd. De systeemtoets is van groot belang, met vragen als: hoe heeft de opdrachtnemer zijn organisatie ingericht? Hoe audit de opdrachtnemer zelf dit systeem? Het overleggen van verschillende certificaten is in zo'n situatie van minder belang. Het bezit van het ISO-9001-certificaat dekt al een heleboel belangrijke issues af; het bedrijf en de werknemers moeten voldoen aan de eigen gestelde kwaliteitseisen. Dat kan ook inhouden dat de medewerkers elk jaar bijgeschoold worden in de relevante vakkennis. Het Groenkeur-certificaat hebben we wel expliciet geëist van de opdrachtnemers die wilden inschrijven op dit UAV-CG contract.' De stichting die dit certificaat verleent, heeft samen met de Vlinderstichting invulling gegeven aan de technische commissie 'Kleurkeur'. Die werkt momenteel aan een normenset om ecologisch bermbeheer nadrukkelijker vorm te geven.
| Sinusmaaien, zoals hier, is echt iets anders dan sinusbermbeheer. |
|
|
Sinusbermbeheer
Bestuivende insecten worden steeds meer als de bron van onze voeding beschouwd. Daarom moeten we ze zoveel mogelijk beschermen en tot groei stimuleren. Sinusbermbeheer in brede bermen, waarbij je een groot deel van de beplanting laat staan en meerdere microklimaten schept, biedt hierbij uitkomst. Deze methode van bermbeheer is voor het verhogen van de biodiversiteit dé oplossing voor gemeenten, provincies en de rijksoverheid. Bij sinusbermbeheer laat men 15 tot 30 procent van de vegetatie staan om overlevingsplaatsen voor insecten te creëren. De veiligheid van de weggebruiker is bij sinusbermbeheer nog steeds de hoogste prioriteit. Daarom wordt altijd eerst een veiligheidsstrook gemaaid: de eerste meterstrook en zichthoeken. Daarna wordt het eerste sinuspad gemaaid. In de volgende maaironde wordt weer een veiligheidsronde gedaan en wordt de binnenzijde van het sinuspad (aan de zijde van de weg) gemaaid. De buitenzijde van het pad blijft tot in het nieuwe jaar staan (maximaal 30 procent van de berm, dus). In de nieuwe maaironde wordt de vegetatie die is blijven staan, meegenomen in het nieuwe sinuspad. Dit resulteert in een gelaagde berm met vele microklimaten (warme, koude en neutrale klimaten). Tevens verschraalt de bodem en ontstaat een meer kruidenrijke vegetatie, geschikt voor insecten als vlinders en bijen. De fauna kan in deze klimaten voedsel vinden, schuilen, overwinteren en zich voortplanten. Voor het echte sinusmaaien, ontwikkeld door de Belgische terreinbeheerder Jurgen Couckuyt, zijn volgens de ecoloog van Krinkels, Linda Oldenburg, bermen van minimaal 30 meter breedte nodig.
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
Iedereen kan gratis kleine advertenties plaatsen via zijn eigen account.
|
|
|
|
| |
Sima 2024
|
zondag 24 november 2024 t/m woensdag 27 november 2024 |
|
|
|
|
|
|
|