Whatsapp Facebook X LinkedIn Instagram RSS feed

Deutzia: bloemrijke bruidsbloemen

ARTIKEL
SORTIMENT
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Ronald Houtman, woensdag 18 mei 2022
486 sec


De planten hebben over het algemeen een compacte groeiwijze en bloeien ook nog eens uitbundig

Deutzia is weliswaar zeer bekend, maar toch worden de soorten en cultivars niet enorm veel toegepast. Dat is best vreemd en ook jammer, want het zijn planten met een grote sier- en gebruikswaarde, zowel in de particuliere tuin als in de openbare ruimte. Veruit de meeste soorten en cultivars zijn winterhard, de planten hebben over het algemeen een compacte groeiwijze en ze bloeien ook nog eens uitbundig.

<i>Deutzia hybrida</i> 'Joconde'
Deutzia hybrida 'Joconde'

Deutzia versus Philadelphus

Deutzia werd in 1781 voor het eerst beschreven door de Zweed Carl Peter Thunberg. Hij noemde de plant naar Jean Deutz, een vermogende Amsterdamse rechtsgeleerde en notabele, later schepen van Amsterdam. Deutz financierde, samen met andere vermogende Nederlanders, Thunbergs reis naar Zuid-Afrika. De door Thunberg als eerste beschreven en ook vanuit Japan als eerste ingevoerde soort was Deutzia scabra. Naast deze soort zijn voor ons de belangrijkste andere soorten Deutzia gracilis en D. purpurascens. De Nederlandse naam bruidsbloem is waarschijnlijk te danken aan het feit dat de met witte bloemen bedekte, overhangende takken aan een bruidssluier of korte sleep doen denken.


Het geslacht Deutzia bestaat uit circa 70 soorten. Deze komen voornamelijk voor in Oost-Azië, met name in China, Japan, Korea en Nepal. Ook komt een aantal soorten voor in Mexico, maar deze zijn voor ons niet van belang. Deutzia behoort tot de Hydrangeaceae (de hortensia-familie) en is het nauwst verwant aan Philadelphus. In praktijk wordt Deutzia nog weleens met Philadelphus verward. Het belangrijkste verschil tussen deze twee geslachten is dat de bloemen van Philadelphus viertallig zijn - met vier kelk- en kroonblaadjes -, terwijl ze bij Deutzia steeds vijftallig zijn, dus met vijf kelk- en kroonblaadjes. Ook zijn de twijgen bij Deutzia hol, terwijl ze bij Philadelphus met merg zijn gevuld.

Het geslacht Deutzia bestaat uit circa 70 soorten

Kenmerken

Alle bruidsbloemen zijn struiken met vrijwel liggende, iets overhangende tot recht opstaande takken. De twijgen zijn rond en hol. De planten zijn 's winters bladverliezend en de bladeren staan steeds tegenover elkaar. Sommige soorten en cultivars geven paarsrode tot roodbruine herfstkleuren. De bloemen vormen de belangrijkste sierwaarde. Deutzia bloeit wit tot donkerroze. De bloemen staan in opstaande tuilen, pluimen of trossen. De afzonderlijke bloemen zijn enkelvoudig tot gevuld. De planten bloeien globaal van begin mei tot half juli, afhankelijk van de soort of cultivar.


Deutzia crenata 'Pride of Rochester'

Deze zeer bekende cultivar werd voorheen tot D. scabra gerekend, maar blijkt dus tot D. crenata te behoren. Oppervlakkig is er grote gelijkenis met D. scabra: het is een forse struik van 2,5-3 m hoogte en ook het blad heeft veel weg van dat van D. scabra.. De plant bloeit rond eind mei, begin juni met tot 3 cm grote, gevulde witte bloemen in slanke pluimen. Soms is er een roze zweem op de bloemblaadjes te zien.


<i>Deutzia gracilis</i>
Deutzia gracilis

Deutzia gracilis

Deze compacte struik kan circa 1,5 m hoog worden, maar wordt gewoonlijk nauwelijks hoger dan 1 m. De bladeren zijn heldergroen en relatief smal. Omstreeks half mei openen opstaande trossen of pluimen van zuiverwitte bloemen. Planten van D. gracilis werden door Von Siebold vanuit Japan naar Nederland gestuurd en vervolgens onder kwekers verspreid. De planten van D. gracilis die tegenwoordig worden gekweekt, zijn rechtstreekse afstammelingen van de oorspronkelijke door Von Siebold geïntroduceerde planten.
Er zijn enkele cultivars van D. gracilis, maar de bekendste is zonder twijfel 'Nikko'. Deze wijkt af van D. gracilis doordat hij maximaal 60 cm hoog wordt. Het is een lage, brede struik, met takken die vastwortelen waar ze de grond raken. 'Nikko' is zeer geschikt om in vakken te planten of als bodembedekker toe te passen.


<i>Deutzia purpurascens</i> 'Kalmiiflora'
Deutzia purpurascens 'Kalmiiflora'

Deutzia purpurascens 'Kalmiiflora'

Van de soort D. purpurascens is eigenlijk alleen maar de cultivar 'Kalmiiflora' in cultuur. Het is een elegante, vrij dicht vertakte struik. De plant wordt maximaal 1,5 m hoog en vanwege de sierlijk overhangende takken duidelijk breder. De donkergroene bladeren kleuren purperbruin in de herfst, wat de plant dus een aanvullende sierwaarde geeft. Omstreeks begin mei openen de brede pluimen of tuilen lichtroze. De binnenkant van de bloemen is rozewit, terwijl de bloemknoppen donkerroze zijn. Dit geeft een mooi contrast. De meeldraden zijn opvallend breed ('gevleugeld'). Omdat ze in een krans staan, vormen ze een soort 'buis' in iedere bloem.


Deutzia scabra

Dit is een vrij rechtop groeiende struik, die gemakkelijk meer dan 2 m hoog kan worden en indien ongesnoeid ook wel 3 m kan bereiken. De bladeren zijn typisch gootvormig en voelen ruw aan. Rond begin juni openen de bloemen. De afzonderlijke bloemen zijn met een doorsnede van 1,5-2 cm vrij groot. Ze staan in smalle pluimen, waarbij er vaak aan één kant van de pluim meer bloemen staan dan aan de andere kant. Bij de soort zijn de bloemen wit met soms iets roze.


Naast de soort D. scabra zijn er diverse goede cultivars in cultuur, meestal met gevulde bloemen. 'Plena' heeft witte bloemen met een vleugje roze. Dit komt doordat er op alle bloemblaadjes een paarsroze streep zit. De bloei van 'Plena' is gelijktijdig met die van de soort, begin juni. Ongeveer een week later begint 'Candidissima' te bloeien. Deze heeft gevulde, zuiverwitte bloemen. Als laatste van de drie, omstreeks half tot eind juni, bloeit 'Codsall Pink'. De afzonderlijke bloemen zijn 2,5-3 cm groot en lichtroze. Het is één van de laatst bloeiende cultivars van Deutzia.

De bladeren zijn typisch gootvormig en voelen ruw aan

<i>Deutzia hybrida</i> 'Mont Rose'
Deutzia hybrida 'Mont Rose'

Lemoine

Wie Deutzia zegt, zegt Lemoine. Het is voor een groot gedeelte aan deze Franse kweker te danken dat we tegenwoordig over een behoorlijk sortiment bruidsbloemen kunnen beschikken. Tussen 1890 en 1936 heeft deze - toen toonaangevende - kwekerij in Nancy veel hybriden tussen de toen bekende soorten gemaakt, zoals Deutzia ×elegantissima, D. ×hybrida, D. ×lemoinei, D. ×magnifica en D. ×rosea. Naast deze hybriden zijn ook bekende cultivars door Lemoine ontwikkeld en op de markt gebracht, zoals D. ×hybrida 'Mont Rose', D. ×magnifica 'Erecta' en 'Nancy', D. Purpurascens 'Kalmiiflora' en D. ×rosea 'Campanulata'.


Naast het werk in de veredeling van Deutzia is Lemoine ook bekend van de vele cultivars in onder andere Philadelphus en Syringa.

Deutzia ×elegantissima

In 1910 ontstaan uit een kruising tussen Deutzia purpurascens en D. scabra. Vormt een sterk vertakkende, breed opgaand groeiende struik, tot circa 2 m hoogte, en iets breder. De dofgroene bladeren zijn relatief klein en smal. In de tweede helft van mei tot begin juni openen de losse tuilen witroze bloemen, die aan de buitenkant donkerder roze zijn.


Een andere beroemde kwekerij, de Noord-Ierse Slieve Donard Nursery, introduceerde de cultivar 'Rosealind'. Deze is bloeirijker en heeft donkerder roze bloemen. Helaas is 'Rosealind' vrij spintgevoelig als deze op een ongunstige plaats staat. Zorg dus voor een wat beschutte standplaats (niet op de tocht) en voldoende vochtige, voedzame grond.

Deutzia ×hybrida

Eén van de ouders van Deutzia ×hybrida is D. longifolia; de andere ouder is onbekend. Het zijn opgaande, dicht vertakte struiken tot 2 m hoog en breed. De twijgen zijn opvallend roodbruin en ruw aanvoelend. De bladeren zijn donkergroen. De bloemen openen omstreeks eind mei, begin juni in brede pluimen. De beste cultivar is 'Mont Rose', met bleekroze bloemen die in knop lilaroze zijn. Het is een gezonde, rijk bloeiende struik.


Andere cultivars die door Lemoine in cultuur zijn gebracht, zijn 'Contraste' (tot 3 cm grote bloemen met purperroze strepen op de achterzijde van de kroonbladen), 'Joconde' (binnenkant van de bloemen wit, buitenkant bleeklila met purperen streep op de kroonbladen) en 'Perle Rose' (bloemen mauve-roze, iets kleiner dan bij de andere cultivars, maar rijker bloeiend).

'Pink Pom-Pom', die lange tijd als cultivar van D. ×hybrida bekendstond, blijkt uiteindelijk hetzelfde als Deutzia 'Rosea Plena', een hybride die in 1942 door de al eerder genoemde Noord-Ierse Slieve Donard Nursery werd benaamd. De volledig gevulde bloemen staan in vrij brede, maar korte pluimen. Ze zijn roze aan de buitenkant en lichtroze tot rozewit aan de binnenkant. 'Rosea Plena' bloeit begin juni.
Een relatieve nieuwkomer (1984) in het sortiment is 'Strawberry Fields'. Deze forse, rijkbloeiende struik heeft 2,5-3 cm grote dieproze tot rozerode bloemen. Het is waarschijnlijk de Deutzia met de donkerste bloemkleur en daarmee een prima toevoeging aan het sortiment. 'Strawberry Fields' wordt algemeen gekweekt.


Deutzia ×lemoinei

Deze uit kruisingen tussen Deutzia parviflora en D. gracilis ontstane hybride was in 1891 de eerste hybride in het geslacht Deutzia. Het is een dicht vertakte, bossig opgaande struik, tot circa 1 m hoog en breed. De bloemen staan in brede pluimen of tuilen en zijn wit. Omdat D. ×lemoinei omstreeks eind april, begin mei bloeit, zijn de bloemknoppen wat gevoelig voor beschadiging door nachtvorst.


<i>Deutzia magnifica</i> 'Nancy'
Deutzia magnifica 'Nancy'

Deutzia ×magnifica

Dat de naamgeving in Deutzia lange tijd op zijn zachtst gezegd onduidelijk was, blijkt uit de achtergrond van D. ×magnifica. Lemoine kruiste D. scabra 'Candidissima' met D. longifolia 'Vilmoriniae'. Maar de moederplant heette destijds niet D. scabra 'Candidissima', maar D. crenata candidissima plena. De hybride nakomelingen werden door Lemoine dan ook als D. crenata magnifica en als D. crenata erecta op de markt gebracht. Toen halverwege de 20e eeuw bleek dat 'Candidissima' niet tot D. crenata behoorde, werd ook de hybridenaam gewijzigd in D. ×magnifica.


De plant die tot dan toe D. crenata erecta werd genoemd, ging vervolgens D. ×magnifica 'Erecta' heten. Dit is een vrij steil opgaand groeiende struik, tot circa 2,5 m hoog. De plant vertakt niet sterk, maar toont door de steile groeiwijze nog redelijk dicht. De bloemen zijn enkelvoudig, circa 2,5 cm groot en staan in lange pluimen. Ze zijn melkwit en openen begin juni. 'Erecta' bloeit rijk en doordat de twijgen stevig zijn, zal de plant niet snel openvallen door het gewicht van de bloemen.

Omdat er meerdere klonen en benaamde cultivars van D. ×magnifica in cultuur waren, werd de algemeen als D. ×magnifica in cultuur zijnde plant door dr. B.K. Boom in 1975 voorzien van de cultivarnaam 'Nancy'. Dit is dus de 'gewone D. ×magnifica. Het is een middelgrote struik, tot circa 3 m hoog, met een vrij rechtopgaande groeiwijze. Omstreeks eind mei openen de volledig gevulde, witte bloemen in forse pluimen. Deze kunnen tot 8 cm lang worden. De plant bloeit bijzonder rijk en door het gewicht van de bloei buigen de twijgen vaak ver door. Door met enige regelmaat oud hout uit de struik te snoeien, hou je 'Magnifica' mooi en wordt ook de levensduur verlengd.

Omstreeks eind mei openen de volledig gevulde, witte bloemen in forse pluimen

Deutzia ×rosea

Uit een kruising tussen D. gracilis en D. purpurascens ontstond aan het einde van de 19e eeuw D. ×rosea. Omdat Lemoine beide kruisingsouders afwisselend als moeder- en vaderplant gebruikte, zijn er onder de nakomelingen (cultivars) wel enige verschillen. De niet of nauwelijks meer gekweekte 'Floribunda' en 'Grandiflora' hebben D. purpurascens als moederplant en groeien wat forser en met iets meer doorgebogen takken dan de andere cultivars. Tegenwoordig zijn voornamelijk nog 'Campanulata' en 'Carminea' in cultuur te vinden, die dus beide meer weg hebben van D. gracilis. 'Campanulata' is een opgaand groeiende struik, tot ruim 1,5 m hoog en breed. De bladeren zijn 's zomers frisgroen en kleuren diep roodbruin in de herfst. De bloemen, die omstreeks half mei in pluimen openen, zijn circa 2,5 cm groot. Ze zijn zuiverwit met opvallende paarsbruine kelkjes.


'Carminea' blijft met een uiteindelijke hoogte van circa 1 m duidelijk kleiner. De bladeren, die in de herfst eveneens diep roodbruin kleuren, zijn 's zomers gezond donkergroen. De bloemen openen rond half mei. Ze zijn iets kleiner dan bij 'Campanulata', maar roze aan de buitenkant en rozewit aan de binnenkant. De geopende bloemen contrasteren mooi met de donkerroze bloemknoppen.

Van ziekten en plagen heeft Deutzia nauwelijks last

Nieuwkomers en onbekende soorten

Hoewel het sortiment bruidsbloemen niet erg in beweging is, zijn er enkele nieuwe cultivars die zeker de moeite waard zijn en daadwerkelijk iets toevoegen aan het sortiment. De belangrijkste hiervan is zonder twijfel D. YUKI CHERRY BLOSSOM ('NCDX2'). Deze Amerikaanse cultivar heeft een lage, spreidende groeiwijze, min of meer vergelijkbaar met die van D. gracilis 'Nikko', maar lager en breder. Het is een rijkbloeiende plant met zachtroze bloemen. De plant kan goed als bodembedekker of in plantvakken worden toegepast. Qua sier- en gebruikswaarde is YUKI CHERRY BLOSSOM uniek in het Deutzia-sortiment.


YUKI SNOWFLAKE ('NCDX1') is de witbloeiende variant van YUKI CHERRY BLOSSOM. Met dezelfde groeiwijze is ook dit een goede toevoeging aan het sortiment. Alleen zijn de bloemen wit, wat de plant minder uniek en minder spectaculair maakt.

Binnen de circa 70 soorten zijn er uiteraard een aantal die (nog) niet in aanzienlijke aantallen in cultuur zijn, maar zeker de moeite waard. In de meeste gevallen betreft het hier zogenaamde liefhebbersplanten. Dit is het geval met D. pulchra. Deze tot circa 2 m hoge soort is afkomstig uit Taiwan en heeft smalle donkergroene bladeren. De bloemen zijn wit en openen in juni. Een andere mooie soort is D. setchuenensis var. corymbiflora. Dit is een compacte struik, tot circa 2 m hoog, die bloeit met zuiverwitte bloemen in brede tuilen. Omdat de hele plant met kleine sterharen is bezet, geeft deze een grijzige indruk. Deze plant moet tijdens strenge vorst worden beschermd.

Aan de overkant van het Kanaal, in Engeland en Ierland, wordt D. calycosa af en toe gebruikt. Deze van origine Chinese soort vormt een dichtvertakte struik, tot circa 1,5 m hoog en breed. De bloemen zijn witroze tot zachtroze. Doordat de kroonblaadjes vrij breed zijn, lijken de bloemen iets ronder dan bij andere soorten. De cultivar 'Dali' bloeit donkerder roze.

<i>Deutzia</i> YUKI CHERRY BLOSSOM ('NCDX2')
Deutzia YUKI CHERRY BLOSSOM ('NCDX2')

Gebruik

Over het algemeen stellen bruidsbloemen niet veel eisen aan de bodem, behalve dat deze niet te arm aan voedingsstoffen mag zijn. De planten groeien op iedere grondsoort en zowel droogte als vocht worden redelijk tot goed verdragen. Vanwege de van nature vrij dichte groeiwijze van de meeste soorten en cultivars is snoeien eigenlijk niet nodig en kan dit beperkt worden tot het verwijderen van dood hout. Wel is regelmatig verjongen van de planten door oude, dikke takken te verwijderen, aan te bevelen.


De algemeen verkrijgbare soorten en cultivars zijn goed winterhard, maar tijdens late nachtvorsten kunnen de jonge bladeren bevriezen. Ook de bloemen van soorten en cultivars die voor of rond half mei bloeien, kunnen hierdoor schade oplopen.

Van ziekten en plagen heeft Deutzia nauwelijks last. De enige serieuze plaag in Deutzia is spint. Met name in de tweede helft van de zomer kunnen spintaantastingen voorkomen. En hoewel de planten geen blijvende schade van spint ondervinden, is het natuurlijk ontsierend.

De gebruikswaarde van Deutzia is sterk afhankelijk van de hoogte van de planten. De hoger groeiende planten, die tot circa 3 meter hoog worden, zijn over het algemeen geschikter om in parken en particuliere tuinen toe te passen. De lager blijvende bruidsbloemen kunnen ook goed in plantvakken in de openbare ruimte worden toegepast. Omdat Deutzia buiten de bloeitijd vrij onopvallende struiken zijn, kunnen ze goed in groenschermen of in combinaties met andere heesters of vaste planten worden toegepast. Dankzij de uitbundige bloei heeft Deutzia een overdadige, fleurige uitstraling. Zeker in combinatie met andere bloeiende heesters of vaste planten geeft hij een gegarandeerde meerwaarde aan een ontwerp.

LEES OOK
Forsythia blijft vaste waarde in het sortiment
12-04-2022 | ARTIKEL
302 sec
Echinacea: zoveel kleuren, zoveel smaken
31-03-2022 | ARTIKEL
392 sec

LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
GREEN OUTLET
GEVRAAGD: Webdesign Hamburg
maandag 25 november 2024
AGENDA
Groene Sector Vakbeurs 2025
dinsdag 7 januari 2025
t/m donderdag 9 januari 2025
Agribex 2025
woensdag 3 december 2025
t/m zondag 7 december 2025

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER