'Gamen met interactieve speeltoestellen verslavend? Ik hoop het!' |
|
|
|
|
| 470 sec |
Voors en tegens van interactieve speeltoestellen in de openbare ruimte
Over de positieve effecten van spelen in een groene omgeving bestaat algemene consensus. Niet voor niets zijn 'natuurlijke speelplekken' sleutelwoorden in gemeentelijk speelbeleid. Een groene omgeving bevordert immers het welzijn van iedereen, dus ook van kinderen. Een interessante vraag is echter in hoeverre interactieve speeltoestellen hierbij van toegevoegde waarde kunnen zijn. Technisch gezien kan er immers steeds meer, wat leidt tot in het oog springende toestellen met vele spelmogelijkheden. Is er sprake van een mooie aanvulling op de natuurlijke speelplek? Of is het iets wat juist geweerd moet worden, omdat kinderen al zo veel tijd besteden aan digitale middelen? Stad+Groen sprak met drie gemeentes en twee aanbieders van speeltoestellen.
Het interactieve en educatieve speeltoestel (Memo) op de Schinnebaan in Rotterdam biedt tal van mogelijkheden om te leren en te spelen. |
Een interessante gesprekspartner in dit verband is de gemeente Leiden, die vorig jaar de Jantje Beton Prijs won. De gemeente is daarmee een jaar lang de meest speelvriendelijke gemeente van Nederland. Wat maakt haar beleid nu zo succesvol? Saskia van Hoore, beleidsadviseur buiten spelen: 'Onze visie op spelen is integraal, waarbij sporten, spelen, bewegen en ontmoeten samengaan. Om voldoende speel- en beweegruimte te waarborgen, hanteren we de zogenaamde speelrichtlijnen: een richtlijn voor het aantal speelplekken in een buurt en een richtlijn voor de hoeveelheid speelruimte. Minimaal 10 procent van het oppervlak in een buurt moet potentiële speelruimte zijn. Dat kunnen ingerichte speelplekken zijn, maar ook stoepen, pleintjes en veldjes. Kinderen spelen namelijk overal buiten.' Deze speelruimtenorm was één van de redenen waarom de gemeente de prijs in de wacht sleepte. Een andere succesfactor van dit speelbeleid is de visie op inclusiviteit. Leiden is koplopergemeente voor het VN-verdrag Handicap. In Leiden staat een inclusieve openbare ruimte centraal.
|
Leiden heeft vorig jaar de Jantje Beton Prijs gewonnen en is daarmee een jaar lang de meest speelvriendelijke gemeente van Nederland
| |
|
Creativiteit stimuleren
In het Leidse speelbeleid is duidelijk gekozen voor avontuurlijk en natuurlijk spelen. Alles is erop gericht om zoveel mogelijk natuurlijke plekken te creëren waar ruimte is voor ontmoeten, spelen en bewegen. 'Een natuurlijke speelplek stimuleert de creativiteit', vindt Van Hoore. 'Het nodigt kinderen uit om zelf op ontdekking te gaan en hun eigen spel te bedenken.' In dit verband noemt ze de twee Verloren Landjes die in 2018 en 2019 zijn gerealiseerd, waarbij vergeten hoekjes in de stad zijn omgetoverd tot natuurspeelplek; een geslaagd initiatief. 'Dit zijn echt avontuurlijke speelplekken.'
| Een Verloren Landje bij de opening in 2018 |
|
|
Ook in de gemeentes Rotterdam en Oost Gelre is aandacht en ruimte voor natuurlijke speelplekken. Michiel Krabbenborg, beleidsmedewerker sport van de gemeente Oost Gelre: 'Je ziet steeds meer groenplekken met boomstammen waar je overheen kunt klimmen en schommels met houten palen. Ook hebben wij steeds meer "om de hoek-plekken", waar weinig tot geen toestellen staan, maar waar speelaanleidingen zijn gecreëerd zoals stapstenen. De natuurlijke speelplek is echt het toverwoord.' Peter Roubos en Nancy van Trigt, beheerder openbare speel- en sportvoorzieningen van de gemeente Rotterdam, kennen een soortgelijke ontwikkeling. Roubos: 'Wat we steeds vaker doen, is bos en plantsoen betrekken bij een speelplek. Zo laten we het groen meer grenzen aan de speelplek.' Van Trigt vult aan: 'Gebruik van het omliggende groen maakt de speelplek uitdagend. Met hout kun je bouwen; dat prikkelt kinderen meer dan alleen een schommel. Het spreekt de creativiteit van kinderen aan; dat is het mooie ervan.'
|
'Speeltoestellen met licht, geluid en veel kleuren vind ik niet logisch. Dan ga je kinderen sturen'
| |
|
| André van Luttikhuizen gebruikt bij het ontwikkelen van speeltoestellen het liefst zo min mogelijk kleur. |
|
|
André van Luttikhuizen, ontwerper bij Nojeq Play equipment, werkt uitsluitend met natuurlijke materialen. Voor hem is een natuurlijke speelplek vooral een plaats waar kinderen rust kunnen krijgen. 'Kinderen krijgen tegenwoordig zoveel prikkels via de telefoon of spelcomputer.' Om een prikkelarme speelplek te creëren, is hij voorstander van houten speeltoestellen, liefst met zo min mogelijk kleur. 'Speeltoestellen met licht, geluid en allemaal kleuren vind ik niet logisch; dan ga je kinderen sturen.' Als ontwerper moet Van Luttikhuizen zich kunnen verplaatsen in een kind. 'Het is best lastig in te schatten wat een kind met een speeltoestel gaat doen. Ik neem graag een kijkje om kinderen te kunnen observeren. Ik zie ze dan vaak dingen doen op zo`n toestel die ik zelf niet had bedacht. Hierdoor krijg je weer nieuwe inspiratie om nog uitdagendere en leukere speelelementen te ontwerpen.' De natuurlijke uitstraling van houten toestellen in een groene omgeving biedt kinderen dus ruimte om zich creatiever te kunnen uiten.
Meerwaarde interactieve speeltoestellen
Hoe verhoudt deze ontwikkeling naar natuurlijk spelen zich tot het gebruik van interactieve speeltoestellen? Krabbenborg gelooft wel in interactieve toestellen als extra stimulans om meer te gaan bewegen. 'Als er interactie is met een toestel, kan een kind allerlei motorische vaardigheden aanleren', meent hij. Anderzijds wil de gemeente daar niet op aansturen. 'Wij kijken onder andere naar wat bewoners willen. Als er een vraag komt om een interactief speeltoestel, willen wij daar zeker naar kijken.' Hoewel de toestellen nog niet in de openbare ruimte staan, wordt er wel gebruik van gemaakt door sommige sportverenigingen. 'Een voetbalvereniging in onze gemeente heeft een interactief toestel', vertelt Krabbenborg. 'Wij zijn aangehaakt om erover mee te denken en hebben dit ondersteund met een gemeentelijke bijdrage.' Krabbenborg ziet mogelijkheden voor interactieve toestellen in de openbare ruimte, maar wel onder een voorwaarde: 'Ik zou dat onder begeleiding doen, in de vorm van buurtsportcoaches.'
| Een kunstmatig aangelegd heuveltje met toestellen van natuurlijke materialen in de wijk Flierbeek te Lichtenvoorde |
|
|
| Een natuurlijke speelplek in de wijk Flierbeek te Lichtenvoorde |
|
|
|
'Gamen is hot en happening, maar dat doe je binnen. Interactief spelen is vergelijkbaar met gamen, maar dan buiten'
| |
|
In Rotterdam, waar verschillende interactieve toestellen in de openbare ruimte staan, geldt deze voorwaarde niet. Er staan ongeveer tien van deze toestellen, waarvan vier vrij toegankelijk. Hoewel het initiatief in eerste instantie van bewoners zelf kwam, zijn Roubos en Van Trigt voorstander: 'Gamen is hot en happening, maar dat doe je binnen. Interactief spelen is vergelijkbaar met gamen, maar dan buiten', aldus Roubos. Maar gamen is toch verslavend? 'Ik hoop dat dit verslavend wordt!' stelt Roubos vol overtuiging. 'Kinderen zijn hierdoor constant in beweging. Daarnaast zitten er veel leerelementen in, waardoor kinderen meer zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Neem bijvoorbeeld de interactieve voetbalmuur. Als je met pleinvoetbal buiten de boot valt, kun je hiermee alleen trainen. Zo kun je gericht oefenen om harder en gerichter te schieten, zodat je daarna wél mee kunt doen met pleinvoetbal. Dat geeft zelfvertrouwen.'
| De interactieve voetbalmuur in het Dokhavenpark in Rotterdam werkt op zonnepanelen. |
|
|
Een ander voorbeeld is een interactief en educatief speeltoestel dat bestaat uit zeven spelpilaren. 'Het is een spel waarmee je kunt leren rekenen en lezen, maar ook onderwerpen zoals pesten kun je ermee onder de aandacht brengen', vertelt Roubos. Een geschikt toestel voor in het onderwijs, dus, maar Rotterdam heeft het in de openbare ruimte geplaatst. 'Kinderen van nieuwkomers kunnen hiermee bijvoorbeeld op een speelse manier de taal leren. Dat is toch super? We denken momenteel ook na over manieren om wandelingen in de natuur te koppelen aan dit toestel. Door vragen op te nemen over natuur in de omgeving, stuur je kinderen op pad om Rotterdam te verkennen.'
|
'De digitale verleiding wordt omgezet in de wens om naar buiten te gaan en in beweging te komen'
| |
|
Van Trigt ziet nog meer voordelen: 'Ik zie het ook als een vorm van ontmoeten. Als je thuis bent, ontmoet je elkaar niet en zie je elkaar alleen op het scherm. Elkaar zien en ontmoeten heeft meerwaarde. De digitale verleiding wordt omgezet in de wens om naar buiten te gaan en in beweging te komen. Als je de gamers hiermee van de bank kunt trekken, ben je al in je opzet geslaagd.'
Grotere doelgroep
Harrie Kerkhof is conceptmanager bij Yalp, een Nederlands bedrijf dat interactieve speeltoestellen produceert en onderdeel is van het Finse speeltoestellenbedrijf Lappset Group Oy. Wat is voor hem de meerwaarde van interactieve toestellen? 'Je bereikt hiermee een veel grotere doelgroep. Ik ben een groot voorstander van natuurlijk spelen en ook traditionele toestellen zoals de schommel en glijbaan blijven belangrijk. Maar daarmee bereik je niet iedereen. Een interactief toestel spreekt een bredere groep aan, ook de papa`s en mama`s en opa`s en oma`s.' Volgens Kerkhof draagt een interactief toestel bij uitstek bij aan inclusiviteit. 'Niet iedereen voelt zich op zijn gemak in een speeltuin, bijvoorbeeld kinderen die een beperking hebben of simpelweg andere interesses', vindt Kerkhof. 'Wanneer je een voetbalveldje aanlegt, weet je zeker dat er voetballers komen spelen. Hetzelfde geldt voor een traditioneel speeltoestel: de kinderen die dit leuk vinden, zullen hier gebruik van maken. Maar hoe bereik je minder actieve groepen, gamers, jeugd, ouderen en mindervaliden? Met technologie kun je speelwaarde toevoegen aan een plek die er anders niet was geweest.'
|
'Ik ben een groot voorstander van natuurlijk spelen en ook traditionele toestellen zoals de schommel en glijbaan blijven belangrijk. Maar daarmee bereik je niet iedereen'
| |
|
Ter illustratie noemt Kerkhof een interactieve dans- en beweegboog waarop drie generaties tegelijk kunnen spelen. Yalp heeft deze Sona-dansboog in opdracht bij meerdere oudereninstellingen geplaatst. Kerkhof: 'Als speeltoestelfabrikant hadden we dit nooit voorzien. We werden benaderd door een Alzheimer-specialist, die ons wees op de unieke eigenschappen van de Yalp Sona. De combinatie van braintraining, actief en sociaal bezig zijn in een groep én in de buitenlucht, bleek een goede aanvulling op de een-op-eentraining met een fysiotherapeut. Belangrijker nog, deze groep mensen bleek het leuk te vinden om met dit toestel aan de slag te gaan.'
Er is nog een doelgroep die je ermee kunt bereiken: 'De zogenaamde hangjongeren worden vaak gezien als lastig', zegt Van Trigt. 'Als gemeente moet je dus kijken naar wat zij leuk vinden en een fijne plek voor ze creëren. Denk aan een dj-tafel, waar ze samen kunnen chillen en muziek draaien. Misschien gaan ze er wel bij dansen of bewegen. Soms staan er ook beweegtoestellen bij. Als je hiermee tevreden jongeren krijgt, heb je daar later als stad veel plezier van.'
Te sturend
Niet iedereen is enthousiast over interactieve speeltoestellen. Zo is er in Leiden niet één te vinden. 'Een kind wordt zo niet geprikkeld om iets anders te bedenken', vindt Van Hoore. 'Je wordt geleid naar één activiteit; de ontwikkeling van spel wordt niet gestimuleerd.' Van Luttikhuizen deelt deze mening: 'Er zijn al zoveel dingen die geluid maken. Waarom moet dat buiten ook nog?' vraagt hij zich af. 'Thuis komt een kind vaak al teveel in aanraking met allerlei digitale middelen. Laat een kind zelf bedenken wat hij wil doen op een speelplek. Als er in een toestel licht en geluid zit, wordt hij erdoor gestuurd en bedenkt hij zijn eigen spel niet meer.' Ook de toevoeging van een interactief element in een natuurlijke speeltuin ziet hij niet zitten. 'Dat zou ik daar niet plaatsen, nee. Het voegt niks toe.'
| In speeltuin De Doorbraak, ontwikkeld door Boerplay, is aandacht voor natuurlijk spelen én inclusief spelen. |
|
|
|
'Er zijn al zoveel dingen die geluid maken; waarom moet dat buiten ook nog?'
| |
|
Krabbenborg begrijpt de kritiek dat interactieve toestellen sturend zijn, maar ervaart dat zelf niet als problematisch. 'Kinderen zijn verschillend; sommigen vinden dit prettig', vindt hij. 'Als je zelf op ontdekking gaat, doe je andere ervaringen op dan met een interactief toestel. Ik vind dat het in balans moet zijn. Bovendien denk ik dat de ontwerpers ook nadenken over manieren om de creativiteit van kinderen aan te spreken.'
Volgens Roubos doen ze dat zeker. 'Je kunt zo`n spel wel op 20 of 30 verschillende manieren spelen', stelt hij. 'Ook omdat je er steeds andere informatie aan kunt toevoegen. Je raakt er dus ook niet op uitgekeken.' Van Trigt: 'En als het een middel is om te ontmoeten en zelfvertrouwen te ontwikkelen door het aanleren van nieuwe dingen, vergroot dat het welzijn van jongeren en kinderen.' Volgens Van Hoore is buiten spelen op zich al leren. 'Buiten spelen draagt bij aan de cognitieve, motorische en sociale ontwikkeling van kinderen', vertelt ze. 'Kinderen kunnen er leren ruziemaken en bewegen door te spelen. Het is een voorbereiding op het volwassen leven.' Een interactief toestel heeft in dit proces geen toegevoegde waarde, vindt ze.
|
'Samen met experts hebben we games ontwikkeld die de sociaal-emotionele ontwikkeling bevorderen'
| |
|
Kerkhof kan zich niet vinden in de zienswijze dat een interactief toestel in dit proces geen toegevoegde waarde heeft. 'Traditionele speeltoestellen, natuurlijk spelen en interactives gaan heel goed samen en vullen elkaar juist aan', vindt hij. 'Bij de ontwikkeling van bepaalde toestellen zijn experts betrokken geweest. Samen hebben we games ontwikkeld die de sociaal-emotionele ontwikkeling bevorderen. Het is niet voor niks dat serious gaming in opkomst is. Games worden steeds meer ingezet bij spelend en actief leren.'
Rondreizende toestellen
Of ze nu voor of tegen interactieve speeltoestellen zijn, het doel dat gemeentes voor ogen hebben, is grotendeels hetzelfde: het ontwikkelen van aantrekkelijke speelplekken die kinderen uitnodigen om meer buiten te spelen. Als je het onderzoek van Jantje Beton mag geloven, is het aantal spelende kinderen de laatste jaren immers schrikbarend gedaald. Om dat tij te keren, zijn gemeentes zeer creatief in het bedenken van allerlei oplossingen, van het inventariseren van de behoeftes van bewoners tot het aanleggen van linten om speelplekken met elkaar te verbinden.
|
Als je het onderzoek van Jantje Beton mag geloven, is het aantal spelende kinderen de laatste jaren schrikbarend gedaald
| |
|
De gemeente Oost Gelre heeft zelfs rondreizende speeltoestellen om meer diversiteit te bieden. Krabbenborg: 'Zo hebben wij bijvoorbeeld een rondreizende pumptrackbaan. De mobiele pumptrackbaan staat iedere maand in een andere woonkern. Als die er staat, krioelt het er van de kinderen en ouders. En mensen die bang zijn voor overlast hoeven zich geen zorgen te maken; ze weten dat de baan ook weer weggaat.' Is het een succes? 'Dat denk ik wel. Het is een mooie aanvulling op de vaste toestellen. Ik kan mij voor de toekomst nog wel een rondreizend interactief toestel voorstellen.'
| Tiny Village-speelhuisje van Nojeq Play equipment |
|
|
Visies op speelbeleid
De gemeente Oost Gelre heeft de BOS-visie ontwikkeld, een visie op bewegen, ontmoeten en spelen (BOS) in de openbare ruimte. Daarnaast organiseert de gemeente pumptracktoers, een mobiele fietscrossbaan, voor meer diversiteit in het speelaanbod.
|
Het beleidskader Spelen en Bewegen van de gemeente Leiden omvat zes uitgangspunten voor spelen en bewegen in de openbare ruimte voor alle Leidenaren. Voor een beweegvriendelijke openbare ruimte hanteert deze gemeente de Leidse Beweegsleutels: tien bouwstenen voor een openbare ruimte die uitnodigt tot sporten, spelen, bewegen en ontmoeten.
De integrale visie Kom op naar buiten! is het beleidskader van de gemeente Rotterdam voor de ambities op het gebied van spel, sporten, bewegen en ontmoeten in de wijken. De visie heeft raakvlakken met andere programma`s, zoals sociale en fysieke programma`s en programma's voor het versterken van het opvoed- en opgroeiklimaat in de wijk.
Vlnr: Michiel Krabbenborg, André van Luttikhuizen, Harrie Kerkhof, Peter Roubos, Nancy van Trigt en Saskia van Hoore
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|