Gemeente Rotterdam experimenteert met klimaatadaptieve beplanting |
|
|
|
|
 |
| 151 sec |
'Pas over twee jaar kun je zeggen of het project geslaagd is'
Op zoek naar andere vormen van beplanting, startte de gemeente Rotterdam in 2021 een pilot met prairiebeplanting rondom het gebouw van BlueCity aan de Maas, een voormalig zwembad, thans 'voorbeeldstad' voor de circulaire economie. Deze klimaatadaptieve beplanting moet volgens de gemeente kleurrijk zijn, lang meegaan en onderhoudsextensief zijn. Zeker nu langdurige periodes van droogte afgewisseld worden door periodes met zware regenval, was het voor de gemeente interessant om te experimenteren met beplanting die tegen deze extremere weersomstandigheden bestand is. Nu, een jaar later, is de pilot nog volop gaande. 'We zitten pas in het eerste volledige groeijaar, maar ik kan je wel vertellen dat de planten er heel mooi bij staan.'
| Prairiebeplanting rondom het gebouw van BlueCity aan de Maas |
De eerste aanzet tot deze pilot was de cursus 'Prairietuin' die oud-collega Irma van Zwienen in 2019 volgde bij Lianne's Siergrassen in De Wilp. Enthousiast geworden voor deze beplanting, ging men aan de slag met de eerste plannen voor de pilot. Gehinderd door onder andere de coronacrisis kwam deze pilot pas in 2021 echt van de grond.
Zichzelf in stand houdende planten
Jan van den Enk, constructeur Stadsontwikkeling en nauw betrokken bij de pilot: 'De bedoeling is dat deze beplanting in elk seizoen attractief is, vol kleur, aantrekkelijk voor vlinders, bijen en andere insecten. Erg interessant dus voor de biodiversiteit. Daarnaast wilden we een onderhoudsvriendelijk concept. Als ze goed wordt aangebracht, voldoet deze beplanting aan bovenstaande eisen.'
|
|
Met een geschikte combinatie van langlevende grassen en vaste planten kan de beplanting zichzelf na een tijdje in stand houden zonder mest of water
| |
|
Het gaat hier om zogenaamde prairiebeplanting, een geschikte combinatie van langlevende grassen en vaste planten die zichzelf na een tijdje in stand kunnen houden zonder mest of water. Een duurzame oplossing, dus. Voor het assortiment werkt de gemeente samen met kwekerij Lageschaar Vaste Planten in Aalten. 'Daar konden we ook de speciale plantschop huren', vertelt Van den Enk. Deze schop is nodig om de beplanting onder een dikke laag lavagranulaat te krijgen.
Zo werkt het
De toepassing van deze beplanting is inderdaad anders dan die van traditionele plantensoorten. Een speciaal samengesteld mengsel van lavagesteente dekt de bovenste laag met 8 centimeter af. In deze laag worden de prairieplanten geplant. Het lavagranulaat houdt kiemend onkruid grotendeels tegen en zorgt voor een goede waterhuishouding voor de planten. Zo heeft het granulaat een waterbergend vermogen, waardoor de beplanting goed bestand is tegen extreme hoosbuien en overvloedig water. In droge periodes voorkomt de lava juist uitdroging van de grond en de prairieplanten. Het gaat dus om een echt klimaatadaptief systeem.
Variëteit
Voor een uitgebalanceerde samenstelling gebruikt de gemeente een grote variëteit aan prairiebeplanting. In de pilot bestaat het grootste deel (40 procent) uit zogenaamde structuurplanten, langbloeiende beplanting met een opvallende structuur, die echter langzaam tot bloei komt. Een goed voorbeeld hiervan is het pijpenstrootje, een laagblijvend siergras met opgaande groei. Aspectplanten, die 30 procent van het assortiment uitmaken, zijn polvormende planten die gedurende een kortere periode in het jaar opvallen. Denk hierbij aan de anijsplant (dropplant). Ruimte vullende planten zoals edelruit (bijvoet) zijn goed voor 25 procent, en ten slotte zijn er de pendelplanten (5 procent); dit zijn uitzaaiende planten, waarvan akelei met zijn paarse bloemetjes een goed voorbeeld is.
Toekomst
Nu de proef net een jaar loopt, vindt Van den Enk het nog te vroeg om te bepalen of de beplanting ook elders in de stad wordt toegepast. 'We kijken eerst deze proef aan. Dit is het eerste volledige groeijaar, dus we moeten nog wat meer ervaring opdoen', meent Van den Enk. 'Over twee jaar kun je pas zeggen of het project geslaagd is of niet. Maar mocht blijken dat het inderdaad aan de criteria voldoet, dan is toepassing elders goed mogelijk.' Tot op heden is Van den Enk echter niet ontevreden: 'De beplanting staat er schitterend bij.'
'Niet lullen, maar poetsen, óók als het gaat om innoveren'
De noodzaak om Nederland op een duurzame, klimaat-adaptieve manier in te richten is hoog. En dat betekent vooral doén. Niet blijven hangen in oude gewoontes, geen 'ja maar we doen het al dertig jaar zo', maar de schouders eronder en veranderen. We moeten innoveren en nieuwe, slimmere, schonere manieren vinden om onze steden en omgeving duurzaam, natuur-inclusief en klimaatbestendig te maken.
In de reeks Proeftuin van de Duurzame Stad brengt vakblad Stad+Groen die experimenten en innovaties per gemeente voor het voetlicht. Het siert Rotterdam daarin het spits af te bijten. Een doel behalen kunnen de Rotterdammers immers wel: 'klauwen uit de mouwen', samen de schouders eronder en aanpakken.
Om alle artikelen uit Proeftuin van de Duurzame Stad te lezen, klik op het dossier onderaan de pagina.
|
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
