Rapporten stapelen daar schiet niemand wat mee op - en de natuur al helemaal niet. |
|
|
|
|
 |
| 209 sec |
Nico Minnema: rebel with a cause
De Flora- en faunawet richt zich te veel op de bescherming van het individu, waardoor ecologen en ambtenaren zich te veel bezighouden met het produceren van rapporten, ontheffingen en vergunningen. Helaas is dit werk deels verworden tot knippen en plakken en een verdienmodel geworden. Op de lange duur is dit niet de duurzaamste oplossing voor de soort.
| De natuur heeft volgens Nico Minnema meer aan generalisten dan aan specialisten. |
'De natuur is veel meer gebaat bij een praktische aanpak.' Dat is het eerste wat ecologisch adviseur Nico Minnema van Successie Natuurzaken - Adviesbureau/Natuur & Ecologie me toevertrouwt. De redactie bezocht Minnema in zijn natuurskybox nabij het Friese Earnewâld. Minnema realiseert zich dat hij met zo'n intro een knuppel in het hoenderhok gooit. Hij ziet meer in een doelgerichte aanpak. Zijn bureau heeft - zoals hij het omschrijft - een frisse, licht rebelse insteek en wil de toepassing van de Flora- en faunawet praktischer en geloofwaardiger maken. Een aanpak die hij zelf ook toepast in veldprojecten.
Grens opzoeken
'Vanwege de natuurbeschermingswetgeving wordt er te veel energie gestoken in de administratieve verantwoording bij projecten', zo betoogt de 69-jarige Fries. 'Ik zoek daarbij de grenzen op. Als ecologen moeten we ons meer richten op een beter rendement in het veld. Veel meer populatiegericht denken en handelen, dat is mijn insteek. We verspillen nu veel tijd en geld aan dure rapporten, nader onderzoek, ontheffingen, vergunningen en handhaving. En de opdrachtgever verliest kostbare tijd, die de natuur niet ten goede komt. Het vervreemdt opdrachtgevers en burgers van de natuur en ecologie in het algemeen. Datgene waarvan ze eerst genoten, blijkt hen nu voor de voeten te lopen, zorgt voor vertraging en kost geld. Bij bouw- en sloopprojecten zorgen slimmeriken dat alle naden en kieren zijn dichtgemaakt of gecamoufleerd. Sporen die de aanwezigheid van gebouwbewonende soorten verraden, zijn opgeruimd alvorens er een ecoloog wordt geraadpleegd. Op deze wijze bereik je het tegendeel van wat de bedoeling is.'
Ecologische quickscan
'Begrijp me goed', vervolgt Minnema, 'ik ben blij met de Flora- en faunawet. De toepassing kan echter efficiënter, zowel voor de soorten als voor het behoud van draagvlak voor de natuur. Wij werken op basis van de intentie van de wet en hechten veel waarde aan het behoud van draagvlak. Nu wordt er in de rapportages geen rekenschap gehouden met één van de belangrijkste onderdelen van de functionele leefomgeving van de soort, namelijk de mens. Dit geldt met name bij bouw- en sloopprojecten en voor gebouwbewonende soorten. Je kunt nog zoveel onderzoeken, nog zoveel ontheffingen, vergunningen en compensatie voorschrijven, maar als de eigenaar/bewoner zich niet gehoord voelt, is de kans groot dat de desbetreffende soort er nooit gebruik van kan en zal maken.'
|
|
'De rapportage kan bij wijze van spreken op een A4-tje'
| |
|
Volgens Minnema zijn een veldbezoek en een ecologische quickscan te allen tijde nuttig. 'Dan steek je energie in de oplossing en minder in de lokale juridische beperkingen. Bij twijfel ga je ervan uit dat er dieren kunnen zitten en kom je met fysieke oplossingen in het veld. Zorg dus ruim voor aanvang van een bouwproject voor alternatieven in de directe omgeving. Dat kun je realiseren in de vorm van een ecobouwwerk of een Ecotil zoals ik die ontwikkeld heb. Uiteraard kan er bij de werkzaamheden een individueel dier sneuvelen, maar dat proberen wij te voorkomen door ecologische begeleiding te geven en buiten de kwetsbare periode te werken. De rapportage kan bij wijze van spreken op een A4-tje. Neem ook de bewoners en initiatiefnemers van de werkzaamheden mee bij het benadrukken van het belang van het behoud van de soorten. Dit levert voor de natuur op de lange termijn meer op. Het risico bestaat dat er een individu sneuvelt, maar dat is bij de formele toepassing van de wet ook niet uitgesloten.'
Ecotil
Gebouwbewonende diersoorten maken gebruik van loze ruimtes in de traditionele bouw. In de hedendaagse bouw zijn die in verband met verduurzaming verdwenen en is elke kier dichtgemaakt. Minnema bedacht hiervoor onder meer drie types Ecotil, geïnspireerd op een duiventil en zwaluwentil. De Ecotil is een klustering van loze ruimtes die geschikt is voor verschillende vogels, vleermuizen en insecten. Voor vogels gaat het om 30 tot 50 loze ruimtes met verschillende invliegopeningen.
 | | Ekotil landelijke variant toepasbaar voor alle gebouw bewonende soorten |
|
|
Natuurontwikkeling
Het Adviesbureau Natuur & Ecologie richt zich eveneens op natuurontwikkeling. Hoe stelt Minnema zich de gang van zaken bij zo'n project voor? Hij glimlacht: 'Ook dat kan sneller en efficiënter, maar ook hier is de wetgeving met de beste bedoelingen soms tijd- en geldverslindend. Als het relatief kleine projecten betreft, kun je wat pragmatischer werken, bij voorkeur met ter plekke bekende aannemers op basis van regie. Bepaal dan wekelijks de verdere aanpak en zorg uiteraard dat je werkt buiten de kwetsbare periode van de mogelijk aanwezige soorten. Als je dit stapsgewijs aanpakt, zal er ook dan weleens een individueel dier sneuvelen. Door niet in één keer overal in het hele gebied te werken, geef je de aanwezige fauna de gelegenheid om een nieuw plekje te zoeken.
De praktijk
Theoretisch klinkt het prachtig, maar ik vermoed dat deze aanpak weleens met de wetgeving schuurt. Wat te doen als er handhavers komen inspecteren? Minnema: 'Die probeer ik te overtuigen van de meerwaarde van deze aanpak. En dat kan alleen als je dit serieus oppakt, gedreven en kundig bent. De werkwijze wordt bepaald door het veld. Uiteraard worden er geen broedende vogels verstoord en heeft de aannemer zijn eigen verantwoordelijkheid. Soms krijg ik bijval van de provincie voor mijn gedachtegoed, maar het veroorzaakt ook weleens paniek bij het bevoegd gezag. Ik begrijp dat ambtenaren mijn visie niet altijd kunnen ondersteunen. Ik ben vrij om mijn eigen keuzes te maken; zij hebben die vrijheid niet altijd.
 | | Nico Minnema in reeds omgevormd pitrusland |
|
|
Bevlogen natuurontwikkelaar
Nico Minnema (69) is al ruim 50 jaar vegetariër. Hij heeft voor zover hij zich kan herinneren nog nooit moedwillig een dier gedood, zelfs niet overreden. Minnema volgde onder meer de opleiding groenvoorziening, landschapsverzorging en recreatie in Frederiksoord. In 1977 begon hij onder de naam Pee Pastinakel een eigen ecologisch hoveniersbedrijf, geïnspireerd door het project Ecokathedraal van de Nederlandse tuinarchitect Louis le Roy in Heerenveen. Vanaf 1985 was hij districtshoofd Midden en Noord bij het Fryske Gea. Dat bleef hij tot 2007, toen hij het bureau Successie Natuurzaken en Dynamiek beheertaken startte. Dit bureau is onder meer actief in advisering, voorbereiding en uitvoering op het gebied van natuurontwikkeling, natuurbeheer en regeneratieve landbouw.
|
| Successie Natuurzaken - A... | |
| |
| LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
|
|
 | |
Agribex 2025
|
woensdag 3 december 2025 t/m zondag 7 december 2025 |
|
|
|
|
|
|
|